Vereffening en kwaliteitsbeheersing
van detailmetingen
doorir. F. Kenselaar, ing. G. W. J. Beckers, ir. P. Joosten, werkzaam bij het Laboratorium
voor Geodetische Rekentechniek van de Faculteit der Geodesie, Technische Universiteit
Delft.
SUMMARY
Adjustment and quality control of detail surveys
In co-operation with the Netherlands Cadastre the Geodetic Computing Centre of the Delft University of
Technology has developed a new software module for the computation of topographic and cadastral detail
surveys. A model of observation equations is derived for both the survey network, detail survey (tacheo-
metry, steel tape measurements etc.) and known co-ordinates. This model is solved by a least squares
adjustment, followed by a systematic testing procedure and quality analysis. This article describes the
underlying principles of this model and the adjustment procedure.
Keywords: surveying, positioning, adjustment theory.
Trefwoordenlandmeetkunde, puntsbepaling, vereffeningstheorie.
Inleiding
In 1990 besloot het Kadaster de verwerking van detail
metingen met behulp van het Landmeetkundig en Karto-
grafisch Informatiesysteem (LKI) te vernieuwen. Dit hield
onder andere in dat een nieuw deelsysteem voor de be
rekening van detailmetingen werd ontworpen, in een
samenwerkingsverband tussen het Kadaster en het La
boratorium voor Geodetische Rekentechniek (LGR) van
de TU Delft. In het najaar van 1991 is een eerste versie
van de resulterende rekenmodule SCAN-DETAIL door
het LGR aan het Kadaster opgeleverd voor verdere eva
luatie en implementatie.
Dit artikel geeft een overzicht van een aantal ideeën dat
ten grondslag ligt aan deze rekenmodule SCAN-DETAIL.
De opzet is vooral beschrijvend, zonder al te zeer in te
gaan op de theoretische of softwaretechnische details.
Het artikel van Van Osch [3] in dit nummer van NGT
Geodesia behandelt de implementatie en het gebruik van
de rekenmodule in het LKI.
Huidige wijze van berekening van
detailmetingen
Binnen het LKI worden detailmetingen momenteel met
behulp van verschillende deelsystemen verwerkt. In het
algemeen kunnen de volgende stappen worden onder
scheiden
de detailgrondslag wordt afzonderlijk vereffend en ge
toetst met behulp van het deelsysteem GRONDSLAG;
de coördinaten van de detailpunten worden berekend
met behulp van het deelsysteem Detailmeting (DETA).
Uitgaande van bekende punten (uit GRONDSLAG of
het LKI-hoofdbestand) worden de detailpunten be
paald uit een aantal meetconstructies, zoals voer-
straalmeting met de vaste of vrije opstelling, de vrije
meetlijn, het verlengde, de rechthoekige polygoon, het
snijpunt of het bogensnijpunt. Daarbij is de volgorde
van de invoer bepalend voor de berekeningsvolgorde.
Controle vindt plaats als een punt in verschillende
meetconstructies voorkomt of als een controlemaat of
collineariteit is opgegeven [1];
indien de berekening resulteert in coördinaten in een
lokaal stelsel, kan dit worden ingepast in het LKI-
hoofdbestand met behulp van de module Inpassen
Door Vereffenen (IDV). Dit gebeurt na identiekverkla-
ring van punten in het lokale stelsel met punten in het
RD-stelsel uit LKI.
Bovenstaande procedure is slechts een beknopte schets
van de coördinaatberekening. Buiten het Kadaster wordt
overigens veelal gebruik gemaakt van een vergelijkbare
procedure. Kenmerkend is dat verschillende deelsyste
men voor de verwerking worden gebruikt en dat bij de be
rekening van de detailpunten onderscheid wordt gemaakt
in grondslag, meetconstructies en controles.
2
NGT GEODESIA 94 - 1