Abel Cahen werden verbouwd tot een modern en merk waardig kantoorgebouw. Hier begint al direct die con frontatie: een modern gebouw, kunstig verstopt in een eeuwenoude wijk. De hele ROB is hierin ondergebracht. Dwalend van de ene afdeling naar de andere, steeds maar weer omhoog en omlaag, ben je al gauw de weg kwijt. Het lijkt een tocht door oude sloppen en stegen, maar dank zij de uitstekende landmeetkundige bege leiding kwam ik niet alleen door de ruimten waarin de opgegraven oude geschiedenis lag uitgestald, maar zag ik eveneens de toepassing van de modernste land meetkundige technieken. Het was een zeer afwisse lende tocht, waarin de vondsten uit de beerputten van Dordrecht en een regiment doodskoppen uit een laat middeleeuws grafveld werden afgewisseld door kleurige lijnen op een beeldscherm van het ARCHIS-systeem of de driedimensionale weergave van een Romeinse brug in Cuyk. Voorouders uit de vroege middeleeuwen. Alle afdelingen en kamers hebben echter één ding ge meen: een nijpend ruimtegebrek. Kennelijk heeft de ar chitect bij het ontwerpen van het bouwwerk niet geweten dat er zoveel oudheid is. Een blik naar buiten confronteert ons met de O.L. Vrou wetoren. Alzo komen de landmeters van de ROB de eer toe hun basis het dichtst bij het (oude) RD-nulpunt te hebben. Opmeting en bewaking van dat stuk historie moet vanachter de tekentafel mogelijk zijn. Dat het nul punt desondanks vele kilometers is verschoven, is hen niet aan te rekenen. Op een grote tafel ligt een verzameling stukken van potten en pannen in vele kleuren uit de beerputten van Dordrecht uitgestald. Het is voor ons een raadsel waarom de mensen alles kapot hebben achtergelaten, zegt Arne. Als alles heel was gebleven, zouden we heel wat minder werk hebben. Hier wordt geprobeerd alle stukjes uit de legpuzzel weer bij elkaar te brengen. Veel van die stukjes hebben een plakkertje met een nummer; dat verwijst naar de vind plaats die door de landmeters zorgvuldig is opgemeten. In één van de andere kamers van de doolhof is het gelukt een oude Romeinse helm weer vrijwel geheel in elkaar te zetten. Zelfs de stukken bekleding van berewol zijn te zien. Een kamer verder worden we ineens aangestaard door een tafel vol grimmige doodskoppen, ook stuk voor stuk van een plakkertje voorzien. Landmeter Agio Jong (die buiten Wim wordt genoemd) wijst op een kaart de plaats aan waar ze hebben gelegen, mannetjes blauw, vrouwtjes geel. Ze lagen daar (in die graven) gewoon door elkaar. Het graf van Hofstra Het beschermen van die oude ondergrondse geschiede nis is hoofddoel van de ROB en dat is een enorm werk. Reeds meer dan 15 000 elementen uit de oudheid zijn gesignaleerd en dagelijks komen daar nieuwe bij. Onder zoek moet leren of ze wettelijk kunnen worden be schermd. In de Monumentenwet is geregeld hoe dat moet, maar soms gaat daarbij weieens wat mis. Omstreeks 1981 werd een stuk grond bij Putten voor gedragen voor wettelijke bescherming. Het perceel was 7000 vierkante meter groot en eigendom van meneer Hofstra. Ergens in dat perceel was een graf gesignaleerd, maar de juiste plaats was niet bekend. Meneer Hofstra vond het toch wel kwalijk dat voor een graf van enkele meters zijn hele (bouw)perceel moest worden aange merkt als monument, waardoor hij er niet op mocht bouwen. De Hoge Raad was het met hem eens en droeg de minister op voortaan zorgvuldiger te werk te gaan en de archeologisch waardevolle plaatsen met een grotere precisie aan te geven. Sindsdien moet er veel meer en veel gedetailleerder worden gemeten bij de ROB, want daar maken ze de voordrachten voor die beschermende maatregelen. Daar om is het Hofstra-arrest de basis voor de uitgebreide en nauwkeurige meetactiviteiten van de ROB-landmeters. De maatschappij is niet bij te houden Bescherming van de oude sporen is één van de doelstel lingen van de ROB; het kan leiden tot wettelijke bescher ming. De minister wijst het dan aan als archeologisch monument. Nederland kent er 1600. Soms is bescher ming niet mogelijk en dreigen oude sporen vernietigd te worden door grote infrastructurele werken zoals de Betuwe-lijn. Daar zijn we bliksemsnel bij, legt Haytsma uit, want de maatschappij wacht niet op ons. Als vernietiging dreigt, doen we zogenaamde noodopgravingen. Zeer gedetail leerd leggen we alle gevonden sporen en oudheidkun dige zaken vast. Alles wat in de grond zit, wordt veilig gesteld en opgenomen in gegevensbanken. De precieze locatie is daarbij van groot belang; alles moet heel zorg vuldig worden opgemeten in x, y en z. Vooral in de strook van de Betuwe-lijn is veel geschiedenis bewaard geble ven. Het was van oudsher een belangrijke handelsroute met alle bijbehorende activiteiten, brug- en wegenbouw en verdedigingswerken. De Grebbeberg is er een voor beeld van. Daarin zijn al sporen ontdekt van verdedi gingswerken uit de vroege middeleeuwen, de Tachtig jarige Oorlog en natuurlijk uit 1940. Cultuurveranderingen volgen elkaar tegenwoordig in een sneller tempo op dan vroeger en het is zaak vernietiging van oude sporen voor te zijn. Dat kost veel werk, de maat schappij is nauwelijks bij te houden, vindt Arne. Met de invoering van ARCHIS, een geografisch georiën teerd informatiesysteem dat nu eens niet op GIS eindigt, is alles veel overzichtelijker te maken en handiger te ge bruiken. Het is gekoppeld aan een gegevensbank waarin alle gegevens van archeologische vondsten zijn opgeno men. Met behulp van de bodemkaarten van het Staring centrum die in het bestand zijn opgenomen en de topo grafische kaart van Nederland als ondergrond kunnen locaties snel worden opgeroepen en ruimtelijke analyses worden verricht. Met behulp van coördinaten of plaats naam kan elke plek in Nederland snel worden opge roepen. De archeologische vondsten zijn per gemeente in een aparte laag opgenomen. Als voorbeeld roept 76 NGT GEODESIA 94 - 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1994 | | pagina 12