Zeeuwse bergen Kops-plateau programma van alle kanten worden bekeken en onder zocht. Dat hebben de Romeinen vast nooit kunnen dromen. Uniek meetsysteem. Bijzonder ingenomen zijn de ROB-geodeten met het programma GWN-DTM (Great White Northern-Digital Terrain Models). Met dit programma is het mogelijk drie dimensionale metingen die met tachymeters zijn verricht, om te zetten naar een digitaal terreinmodel: een digitaal bestand waarin de ligging en de vorm van het terrein zo goed mogelijk worden vastgelegd. Daaruit kunnen dan weer erg gemakkelijk allerlei produkten worden ver vaardigd, zoals hoogtelijnenkaarten, dwarsdoorsneden, volumeberekeningen, reconstructies en perspectiefteke ningen. De ROB-geodeten hebben lang gezocht voordat ze een pakket konden vinden, dat voor hun doel het meest ge schikt werd geacht. Toch bleek ook het GWN-pakket eerst niet nauwkeurig genoeg te zijn. Het is een Cana dees produkt, dat werkt met decimeternauwkeurigheid. Canada is zo groot, dat je er daar wel genoeg aan hebt, maar hier is centimeternauwkeurigheid gewenst. De leve rancier wist dat binnen enkele weken aan te passen, zo dat de ROB-geodeten de wereld van onze voorouders nu met centimeternauwkeurigheid driedimensionaal kunnen weergeven. De eerder genoemde metingen van de Grebbeberg zijn op die manier verwerkt, maar ook die van de zoge naamde vliedbergen, waarvan er met name in Zeeland nog veel bestaan. Aangezien het daar soms hard kan waaien, staan we een paar dagen later bij windkracht 9 bij het dorpje Gapinge getuige te zijn van een deel van de opmeting van een fraaie vliedberg. Geen vluchtheuvels voor de boeren als het water over de dijken slaat, maar een soort verdedi- gingsberg, omgeven met een gracht en palissaden, en echt bedoeld om (in het verleden) kwaadwillenden op af stand te houden. Je moet zo'n berg afgraven om precies te weten in welk tijdperk hij dienst heeft gedaan, maar dan ben je wel de oude sporen kwijt. Omdat sommige landbouwers daar niet altijd voor terugschrikken, probeert de ROB zoveel mogelijk van deze bergen te beschermen door ze op te nemen in natuurgebieden. Omdat Walcheren binnenkort zijn tweede grote ruilverkaveling moet ondergaan, hoopt men hier via uitruil wat vliedbergen uit het landbouw areaal te halen en voor het nageslacht te bewaren. Maar opgemeten worden ze in ieder geval; en daarom stond op die stormachtige decembermiddag de ROB- meetploeg, Wim (Agio) Jong en Wim Arler, de Gapingse vliedberg visueel af te tasten met een geodimeter. Oude grondslagpunten werden teruggevonden door middel van een lange polygoonmeting vanaf de grens van Middel burg en een achterwaartse insnijding op wat Walcherse torens. Achter het stuur van de auto wist Agio op een schootcomputer de gewenste gegevens snel te bereke nen en kon de opname beginnen. Vanaf vier opstelpunten werd de berg van de voet tot de top geobserveerd. Omdat de berg een mooi hellend talud liet zien en geen duidelijke breuklijnen het terrein acci denteerden, kon met weinig opnamepunten worden vol staan. Het programma GWN kan dan toch vrij gemakke lijk het verloop van de helling berekenen. Behalve de vliedberg zelf, wordt ook de topografie rondom die heuvel vastgelegd. Omdat de tachymeter door de Zeeuwse windkracht toch wat erg hard stond te schudden en ook de meettuigbedie- ners dit geweld niet dagelijks gewend zijn, werd de op meting van de berg naar een later tijdstip verdaagd. Hij ligt er per slot al eeuwen, dus kan dat meten ook nog wel een paar dagen worden uitgesteld. De rest van de dag werd besteed om bij het Kadaster wat aanmeetpunten en gegevens van eigenaren te gaan opzoeken. Even ten oosten van Nijmegen, richting Berg en Dal aan de oude Ubbergseveldweg, ligt het zogenaamde Kops- plateau. Door nauwgezet onderzoek door de ROB zijn hier schatten aan gegevens over de Romeinse tijd gevon den, zoals overblijfselen en sporen van oude legerneder- zettingen, gebouwen waar de officieren en de manschap pen waren ondergebracht, de voorraadschuren van het leger, de verdedigingswerken en graven met skeletten of gecremeerde overblijfselen. In dit Kops-plateau zijn al 300 000 stukken aardewerk, 50 000 botfragmenten en 25 000 metalen voorwerpen Opmeting Zeeuwse vliedberg. verzameld, die allemaal netjes worden bewaard en on derzocht. Van elk stukje is exact de vindplaats opgeme ten en geregistreerd. Uit de vondst van een bronzen beslagplaat wisten des kundigen vast te stellen dat deze omstreeks het jaar 70 na Chr. verloren moet zijn gegaan en men kon hieruit een relatie leggen naar de Bataafse opstand van de jaren 69/70 na Chr. Een verslag van de werkzaamheden van de ROB zonder 78 NGT GEODESIA 94 - 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1994 | | pagina 14