stichting NGL
Het verschil (b-a) is de afstand tussen de kim en de
stang recht voor ons:
d b - a a 1 (7)
\COS y
Als we ons oog zo hoog houden, dat we de snijding
tussen stang en kim zien onder een hoek y van 60°, dus
cos y 0,5 en dit invullen in bovenstaande formule, dan
is dus:
d
d la of a (8)
Dit wil zeggen dat we dan direct de kimduiking zien en
kunnen berekenen, want d en I kunnen we meten.
De straal van de aarde kunnen we dan berekenen met
formule (4).
Zoals gezegd in de inleiding kunnen we deze meting het
beste uitvoeren vanaf een berg waar we de zee kunnen
overzien. Want als de hoogte h boven zee groter wordt,
wordt de kimduiking a ook groter en kunnen we die nauw
keuriger meten.
Op een berg hebben we ook geen horizontale stang
nodig, zoals de reling, maar kunnen we vier jalons op
zetten, zoals in fig. 5 is aangegeven. Op jalon A zetten we
een streepje op ooghoogte. Op jalons B, C en D zetten we
een streepje ter hoogte van de zichtlijn van A naar de kim.
Tenslotte zetten we op C een tweede streepje ter hoogte
BCD
A
Fig. 5. Jalons opgezet in een driehoek om kimduiking te meten.
van de zichtlijn tussen de streepjes op B en D. De afstand
van de twee streepjes op C, gedeeld door de afstand AC,
is de hoek a. Deze moeten we dan nog met 7% vergroten
om voor de refractie te corrigeren.
De meting zou nog verbeterd kunnen worden door een
waterpasinstrument of een theodoliet te nemen en een
baak met een nauwkeurige verdeling, maar deze instru
menten hadden de oude Egyptenaren ook niet. Het
meeste werk zal dan nog zijn om de hoogte van de berg
te meten. De aardstraal volgt dan uit (4).
Voorbeeld
Hoogte berg500 m
Afstand AC: 6 m
Afstand streepjes op C70 mm
70
Hoek aa 7% 0,01248 rad
6000
Straal aarde: R= 6417 km
a2
Omgekeerd kan men ook de aardstraal als bekend ver
onderstellen, 6372 km, en dan met (4) de hoogte van de
berg berekenen. Of men kan de refractie berekenen als
aardstraal en hoogte bekend zijn.
NGT GEODESIA 94 - 2
T.m. 2 april 1994
Tentoonstelling „Schipluiden van de kaart. Landmeten van
1530 tot heden". Zie bericht op p. 88 van dit nummer.
5-12 maart 1994
20e FIG-congres, Melbourne (Australië). Zie bericht op p. 637
van het decembernummer 1993. inlichtingen: tel. 09 (61) 3 -
3879955.
15 - 17 maart 1994
VNG-congres Vastgoedinformatie voor de lokale overheid.
Jaarbeurs, Utrecht. Zie bericht op p. 87 van dit nummer. In
lichtingen: tel. 070 - 37 38 489.
17 maart 1994
NGL rayonbijeenkomst te Leeuwarden. Onderwerp: „Geo-
informatievoorziening in Nederlandse gemeenten". Spreker:
dr. ir. A. Graafland. Zie bericht op p. 29 van het januari
nummer.
29 - 30 maart 1994
Conferentie AM/FM Nederland „AM/FM-GIS heroriëntatie" te
Maastricht. Zie bericht op p. 35 van het januarinummer.
29 maart - 1 april 1994
Zesde EGIS-conferentie in La Défense te Parijs. Zie bericht
op p. 572 van het novembernummer 1993.
12 april 1994
NGL rayonbijeenkomst te Utrecht. Onderwerp: „Het RAVI-
overlegorgaan versterkt van start". Spreker: drs. J. Berends.
Zie bericht op deze pagina.
24 mei 1994
NVG-jaarvergadering te Amersfoort. Bericht volgt.
NGL RAYON BIJEENKOMST TE UTRECHT
De NGL rayoncommissie Utrecht organiseert op 12 april
1994 een rayonbijeenkomst in het Jaarbeurscongres
centrum te Utrecht. Onderwerp zal zijn de organisatie en
de werkzaamheden van het nieuwe RAVI-overlegorgaan.
Drs. J. Berends, adjunct-secretaris van de Stichting Over
legorgaan RAVI zal een lezing houden met als titel ,,Het
RAVI-overlegorgaan versterkt van start". Hij zal de
nadruk leggen op de betekenis van de RAVI voor de
dagelijkse praktijk van degenen die met vastgoedinfor
matie werken.
Na deze lezing bestaat gelegenheid tot discussie.
Vanaf 19.30 uur staat de koffie klaar. De lezing begint om
20.00 uur.
PROMOTIEPRIJS GEODESIE
De Commissie Promotie Geodesie van de Stichting NGL
stelt een prijs beschikbaar voor de dienst, het bedrijf of de
instelling die op de meest originele wijze heeft bijge
dragen aan de promotie van het geodetisch vakgebied.
De prijs, een speciaal ontworpen wandplastiek, zal om
streeks september 1994 op een passende wijze worden
uitgereikt.
Toelichting
Het is bekend dat de laatste tijd veel inspanning wordt
gedaan om het vakgebied onder de aandacht van het
publiek te brengen: open dagen, spectaculaire stunts,
opvallende aandachttrekkers op of nabij gebouwen, ver
spreiding van fraaie drukwerken en dergelijke.
Ongetwijfeld draagt dit bij aan een betere bekendheid
83