94
zocht op voorhand reeds het één en ander hierover te ver
tellen.
(Tijdens dit verhaal van dhr. Wevers ontdekte een ouder
paar, dat deze materie in 't geheel niet kon volgen, dat ze
in de verkeerde zaal zaten; er was die dag ook een ouder
dag voor dienstplichtigen!).
Hierna was het tijd om de lunch te gaan gebruiken in de
gelukkig verwarmde onder-officiersmess. Daar werden
we onthaald op soep en een aangeklede nasi-goreng-
schotel.
Na de middagmaaltijd gingen we naar een lokaal, waar
oude en moderne landmeetkundige instrumenten waren
uitgestald, die door het TMD-peloton werden/worden ge
bruikt. Zo zagen we een oud waterpasinstrument en een
oude theodoliet van de Koningh in Arnhem, een instru
ment alleen voor horizontale richtingen van W. C. Olland
uit Utrecht, een zonneprisma van Roelofs, een theodoliet
Kern DKM 1 en een theodoliet Otto Fennel met een rand-
verdeling van 360° uit 1939. Maar ook stond er een
moderne elektronische tachymeter opgesteld, de Wild
2002, voorzien van een elektro-optische afstandmeter
DI3000.
Om ongeveer half drie kregen we een demonstratie van
het overige materieel van de batterij, dat in de open lucht
stond opgesteld.
Telkens met een paar belangstellenden zagen we eerst
een wagen met een rekencentrum. Hier worden de metin
gen gepland en berekend. In de elektronische tachymeter
Wild 2002 worden alleen de horizontale richtingen op
geslagen, waarna deze worden verwerkt middels een
Toshiba draagbare computer. Deze computer wordt
tevens gebruikt om de plaats van inslag van een projec
tiel ten opzichte van het doel te bepalen.
Daarna zagen we een wagen met een geluidmeetinstalla-
tie. Hier wordt met behulp van verschillende microfoons,
door het meten van tijdverschillen van ontvangst, de
plaats van een vijandelijk geschut bepaald. Tenslotte
toonde men ons een wagen met terugrekenapparatuur.
Hier worden de radarsignalen van een projectiel op een
topografische kaart verwerkt, zodat kan worden bekeken
waar het vijandelijk geschut zich bevindt.
Om deze excursie af te sluiten werden we om een uur of
vier op een hapje en een drankje onthaald, wederom in
de Batterij-bar. Voorzitter Bé van Guldener bedankte
luitenant Nap voor deze interessante en leerzame dag en
overhandigde hem de VVL-gravure.
Paul van Schelt
Met ingang van 1 januari 1994 is ir. A. A.
Kwitowski (41) benoemd tot directeur van In-
park Master in België. Tot deze datum was hij
werkzaam als afdelingshoofd Geografische
Informatie Systemen op het rayonkantoor Am
sterdam van Inpark. Na zijn opleiding aan de
Technische Universiteit in Warschau werkte hij
eerst enige jaren bij een geodetisch inge
nieursbureau in Bydgoszcz. Vervolgens was
hij twee jaar werkzaam voor de hoofddirectie
van het Kadaster te Apeldoorn. Sinds 1983 is
hij in dienst bij Inpark. Bij Inpark Master in België zal hij zich vooral
richten op de verdere uitbouw van het netwerk van opdrachtgevers
van Inpark in België.
Ing. J. A. Biermans (35) zal bij Inpark Amster
dam de functie van afdelingshoofd Geografi
sche Informatie Systemen overnemen van de
heer Kwitowski. Hiervoor vervulde hij dezelfde
functie bij Inpark Leidschendam.
Ir. N. Claij (32) is benoemd tot afdelingshoofd
Geografische Informatie Systemen bij Inpark
Leidschendam.
TU DELFT
De afstudeerscripties van de TU Delft, Faculteit der Geodesie,
zijn te leen bij de bibliotheek, Thijsseweg 112629 JA Delft. Tele
foon 015 - 782560 of 782568.
J. Kester
ERROR ANALYSIS OF THE STEP DRAG-FREE SYSTEM WITH
RESPECT TO GRAVITY FIELD DETERMINATION
(Afstudeerdatum: 17-9-1993)
In de satellietgeodesie wordt door baananalyse een gravitatiepoten-
tiaalmodel berekend. De baananalyse kan worden gedaan met
behulp van bijvoorbeeld GPS-plaatsbepalingsmetingen. De
covariantie van de metingen kan met de kleinste kwadratenmethode
worden voortgeplant naar de covariantie van de te bepalen poten
tiaalcoëfficiënten.
Een satelliet in zijn baan ondervindt echter niet alleen zwaartekracht,
maar ook een niet-conservatieve wrijvingskracht. De STEP-satelliet
heeft een apparaat aan boord dat deze wrijvingskracht grotendeels
elimineert: een drag-free systeem. De restversnelling van dit sys
teem geeft een verstoring in de baan en is dus van invloed op de
bepaling van de potentiaalcoëfficiënten. De restversnelling wordt
met de particuliere oplossing van de Hill-vergelijkingen omgezet in
restverplaatsingen. Deze restverplaatsingen worden gecombineerd
met het covariantiemodel van de metingen, waarna de covariantie
van de te bepalen potentiaal-coëfficiënten wordt uitgerekend.
Uit dit onderzoek blijkt dat voor de STEP-baan de invloed van de
restversnellingen ten opzichte van de invloed van de GPS-metingen
zo gering is, dat bij gebruik van een drag-free systeem de wrijvings
krachten kunnen worden genegeerd.
M. Rietdijk
LUST EN (OVER)LAST VAN DE HORECA;
EEN INSTRUMENTELE BENADERING
(Afstudeerdatum: 17-9-1993)
In sommige horecabedrijven vinden activiteiten' plaats die feitelijk
niets met horeca te maken hebben (handel in drugs, prostitutie en
gokken). Deze activiteiten veroorzaken veel overlast voor de om
geving en belemmeren bovendien in toenemende mate verbete
ringsprocessen in de stad.
In dit onderzoek is nagegaan in hoeverre overlastgevende horeca
bedrijven kunnen worden aangepakt. Hiertoe zijn de mogelijkheden
nagegaan van het bestemmingsplan, de leefmilieuverordening en
een zogenaamde gemeentelijke overlastverordening horecabedrij
ven. Daarnaast is bekeken welke mogelijkheden bepalingen in over
eenkomsten met betrekking tot zakelijke rechten en gebruiksrechten
kunnen bieden en op welke wijze de nakoming van zulke bepalingen
kan worden afgedwongen.
Het blijkt dat in veel gevallen alleen met een combinatie van de ver
schillende instrumenten horeca-overlast enigszins kan worden aan
gepakt. In het onderzoek wordt aangegeven hoe zo'n aanpak op
organisatorische wijze kan worden vorm gegeven. Daartoe worden
de mogelijkheden van een gemeentelijke horecacoördinator en een
horeca-stichting behandeld.
NGT GEODESIA 94 - 2