Algoritmen bij fotogrammetrische meting van gebouwen 1. Inleiding 2. Gebruik van het algoritme van Zeiss door A. van Voorden M.Sc., toegevoegd docent Foto- grammetrie en Remote Sensing aan de Faculteit der Geodesie, TU Dei ft en ir. S. Leijten, specialist geodesie bij de Afdeling Vast goed, Geodesie en Grondzaken van Ingenieursbureau Oranjewoud BV. SUMMARY Algorithms for photogrammetric mapping of buildings Line intersection and squaring algorithms can be used during or after photogrammetric measurement of buildings. The quality of the algorithms of four companies have been tested with simulated ob servations using different building types. Squaring and intersection algorithms have been applied on real photogrammetric measurements of buildings in a test area. Results have been analysed with terrestrial measured control distances. In many cases application of the algorithms improves the precision. Keywords: photogrammetry, quality control, theory. Trefwoorden: fotogrammetrie, kwaliteitsbeheersing, theorie. Tijdens of na de fotogrammetrische detailmeting kunnen algoritmen worden gebruikt, die het mogelijk maken om: gebouwen rechthoekig te maken („squaring"); snijpunten van lijnen te bepalen, waardoor punten die niet zichtbaar zijn in de foto, in coördinaten kunnen worden bepaald; lijnen parallel te laten lopen, een aantal gebouwen op een lijn te zetten of om de hoofdrichting van een ge bouw aan te geven door bijvoorbeeld een noklijn. De voordelen van het gebruik van de algoritmen zijn: bij de naverkenning beschikt men over een verbeterd fotogrammetrisch produkt; grove meetfouten in de detailmetingen kunnen wor den opgespoord. In de praktijk worden onder andere algoritmen toegepast van KLM Aerocarto, Ned Graphics BV, Zeiss Oberkochen en Leica. (Deze firma's zullen in het vervolg worden aan geduid met respectievelijk A, B, C en D.) Algoritmen van de eerste twee firma's worden toegepast na de fotogram metrische detailmeting met een grafisch werkstation. De algoritmen van de laatste twee firma's worden tijdens de fotogrammetrische detailmeting gebruikt. In hoofdstuk 2 zal nader worden ingegaan op de achtergronden en het gebruik van de algoritmen. Van enkele algoritmen is bekend welke methoden en for mules zijn gebruikt. Het artikel van Van Osch [6] is ge bruikt voor de programmering van het algoritme van Ned Graphics BV en dat van Kröll [5] voor het algoritme van Zeiss Oberkochen. Het algoritme van KLM Aerocarto is binnen het eigen bedrijf ontwikkeld. Andere theoretische achtergronden, meer gerelateerd aan kaarten, zijn te vinden in [1] en [4]. Om de kwaliteit van de algoritmen te bepalen, zijn test berekeningen uitgevoerd met gesimuleerde waarnemin gen. De algoritmen worden beschouwd als „black boxes". De testopzet en de resultaten van de proef zullen worden beschreven in hoofdstuk 3. Om na te gaan welk effect „squaring" heeft op in de praktijk uitgevoerde fotogrammetrische metingen, is in het GBKN proefgebied Bunschoten squaring toegepast op gebouwen. De beschrijving van deze proef en de ana lyse van de resultaten worden gegeven in hoofdstuk 4. Hoekpunten van gebouwen kunnen in coördinaten wor den bepaald door de hoekpunten rechtstreeks aan te meten of door meting van alleen dakrandpunten gevolgd door lijnsnijding. In hoofdstuk 5 wordt een proefmeting in het gebied Bunschoten beschreven, waarbij beide meet methodieken gevolgd door squaring op dezelfde gebou wen zijn toegepast. De resultaten zijn geanalyseerd met behulp van eigenmaten. Grote delen van het onderzoek, dat aan dit artikel ten grondslag ligt, zijn beschreven in [2] en [3]. Bij de fotogrammetrische detailmeting van gebouwen worden coördinaten van dakrandpunten, en indien ge wenst noklijnpunten, aangemeten. De in de inleiding ge noemde algoritmen kunnen op deze metingen worden toegepast. Toepassing van squaring veronderstelt uiter aard rechthoekigheid van de gebouwen. Lijnsnijding wordt toegepast als twee of meer punten zijn gemeten op de dakranden die een hoekpunt, dat niet zichtbaar is in de foto, omsluiten. Het op één lijn zetten van gebouwen zal in de praktijk alleen kunnen worden toegepast in nieuwbouwwijken, waarbij als referentielijn noklijnen kun nen worden gebruikt. Hierbij kan de operateur vooraf door meting of met behulp van de meetmerksturing van de analytische plotter beoordelen of het op één lijn zetten van gebouwen geoorloofd is. Om aan te geven hoe de algoritmen in de praktijk worden toegepast, worden hier kort de algoritmen van Zeiss als onderdeel van het programmapakket Planimap be schreven. We gaan uit van de situatie zoals aangegeven in fig. 1. Verondersteld wordt dat de te meten gebouwen in de figuur rechthoekig zijn en op een bepaalde afstand liggen van en evenwijdig zijn aan een referentielijn. Eén van de hoekpunten kan niet rechtstreeks worden aangemeten vanwege afdekking door een boomkruin. De meet- en Tekenprocedure verloopt als volgt: 1. twee punten op de referentielijn worden gemeten; 2. de gegeven afstand d wordt ingevoerd of door meting bepaald; 3. dakrandpunten worden gemeten; 70 NGT GEODESIA 94 - 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1994 | | pagina 6