f, ]/df d22 - d3
referentielijn
4. op de door meting verkregen x, y-coördinaten worden
de algoritmen toegepast en worden de coördinaten
van de hoekpunten berekend.
Indien bij stap 1 tweemaal hetzelfde punt wordt aange
meten, veronderstelt het programma dat géén referentie
lijn wordt gebruikt; stap 2 wordt dan overgeslagen en het
programma vraagt om de meting van dakrandpunten.
Voor het uitvoeren van meetcontroles, om te testen of een
hoek 100 gon is en gemeten punten op een rechte lijn
liggen, voert het programma na stap 3 de volgende be
rekeningen uit:
voor telkens drie opeenvolgende gebouwpunten i-1,
i, i+1 worden uit x, y-coördinaten de afstanden d,,
d2, d3 berekend (fig. 2);
de tolerantiematen voor veronderstelde rechte hoeken
en rechte lijnen worden respectievelijk berekend als:
en t2 d3 d d2
Aangenomen wordt dat de ingesloten hoek bij punt i recht
is, indien geldt:
t, 3,65 x oH x SM
Aangenomen wordt dat de punten i - 1i en i 1 op een
rechte liggen als:
t2 2 x oL x SM
Hierbij zijn:
SM schaal van het stereomodel
oH standaardafwijking van de x-, y-coördinaten die
gebruikt worden voor rechthoekigheidscontrole;
oL standaardafwijking van de x-, y-coördinaten voor
controle op rechtheid van lijnen.-
Indien 3,65 o t, 5o, dan verschijnt een waarschu
wing op het beeldscherm. De operateur kan dan het
gebouw hermeten. De verstekwaarde voor oH en oL is
20 p. Deze waarden kunnen indien gewenst worden aan
gepast. Wordt bij een veel voorkomende fotoschaal voor
GBKN-vervaardiging van 1 3000 een modelschaal ge
bruikt van 1 2000, dan worden hoeken van 100 gon en
rechte lijnen verondersteld indien t, 14,6 cm en t2
5,6 cm.
Wordt aan de voorwaarden gesteld voor t, en t2 niet
voldaan, dan wordt bij punt i een stompe of scherpe hoek
verondersteld.
Samenvattend worden bij de algoritmen van Zeiss de
volgende punten in acht genomen:
zoeken naar rechte lijnen met behulp van drie opeen
volgende gemeten punten en berekening van een ver
effende rechte door de gevonden punten;
berekenen van gebouwhoekpunten door lijnsnijding;
zoeken naar rechte hoeken;
richtingen van alle zijden die rechte hoeken omsluiten,
worden berekend en krijgen afhankelijk van de zijde
lengte een bepaald gewicht;
richtingen worden zodanig gecorrigeerd, dat exacte
rechte hoeken worden verkregen;
indien een referentielijn is gemeten, worden de ge
corrigeerde richtingen vergeleken met de referentie
richting. De referentierichting wordt gebruikt als de
richtingen binnen een verstektolerantie van 4 gon
overeenkomen;
bij niet rechte hoeken worden de richtingen, zoals be
rekend uit de metingen, gebruikt;
het gebouw wordt op de afstand d tot de referentielijn
geplaatst (fig. 1), indien het verschil tussen berekende
en gegeven afstand in het stereomodel kleiner is dan
0,1 mm;
het programma herkent rechte hoeken, die niet aan
elkaar zijn gerelateerd.
Fig. 2. Drie opeenvolgend gemeten gebouwpunten.
3. Kwaliteitsonderzoek met gesimuleerde
gegevens voor alle vier systemen
Testopzet
Voor het testen van de vier algoritmen is een aantal test
situaties met gesimuleerde gegevens ontworpen. Iedere
situatie bestaat uit een bepaald gebouwtype of uit een
groep gebouwen (fig. 3).
Aangenomen wordt een fotoschaal van 1 3000. De
metingen worden gesimuleerd door de hoekpunten van
de gebouwen te voorzien van terreincoördinaten X, Y en
Z. Om herhalingsmetingen te simuleren, wordt ruis toe
gevoegd aan deze ideale uitgangscoördinaten (10 x).
Hiervoor is een bestaande subroutine RNDGAU (random
gauss generator) gebruikt [10]. De ruis wordt door deze
subroutine verdeeld over de coördinaten volgens de nor
male verdeling met een standaardafwijking van 25 micron
op fotoschaal [9].
Om inzicht te krijgen in de werking van de diverse algo
ritmen, zijn met de testgegevens de volgende maten
berekend
richting en grootte van de verschuivingsvector van de
punten na toevoeging van ruis en na toepassing van
de algoritmen;
standaardafwijking van de coördinaten per gebouw
situatie:
/l(A'S - XI)2 1(YS - Yl)2
2 x N x HER
(1)
Fig. 1. Meetsituatie. meetpunt,
d gegeven of gemeten afstand.
met
XS, YS coördinaten vóór of na toepassing van de
algoritmen
XI, Yl ideale coördinaten
N aantal punten per gebouwsituatie
HER aantal keren dat herhaald is 10)
NGT GEODESIA 94 - 2
71