Elf meter, een axioma
Een pand is in eigendom bij de gemeente. Deze heeft het
verhuurd aan een brouwerij, die het op haar beurt heeft onder
verhuurd aan een horeca-ondernemer. Deze ondernemer heeft
het gebruik van het pand middels een indeplaatsstelling over
gedaan aan een speelautomatenexploitant. Deze speelauto
matenexploitant heeft de ruimte op zijn beurt onderverhuurd
aan een exploitant die zich voornamelijk bezighoudt met de
handel in drugs. De exploitant treedt ook in de plaats van de
oorspronkelijke gebruiker ten aanzien van de overlastvergun-
ning. Vervolgens laat de exploitant na een gebruik van twee
maanden het huurcontract middels een indeplaatsstelling over
schrijven op de naam van een andere exploitant. Deze exploi
tant laat de overlastvergunning overschrijven op de naam van
een persoon die nooit in het bedrijf aanwezig is. Kortom, er
ontstaat een onoverzichtelijke situatie.
de gemeente beperkt. In het laatste jaar is een groot ge
deelte van de huurcontracten door middel van een „inde
plaatsstelling" overgegaan op personen die weinig voor
hebben met een gezonde ontwikkeling van het plein.
Actieve aanpak
Om toch tot resultaten te komen, is in aansluiting op de
gedachte van stedelijke herverkaveling de afgelopen
jaren binnen Seinpost Adviesbureau een aanpak ont
wikkeld, die aansluit bij de in de praktijk geconstateerde
problemen. Zij berust op een geconcentreerde aandacht
en een gecombineerde inzet van publiekrechtelijke en
privaatrechtelijke instrumenten. De afstemming van ver
schillende instrumenten staat daarbij centraal. Daarnaast
spelen privaatrechtelijke onderhandelingen met de ex
ploitant, de verhuurder, de eigenaar en de brouwerij c.q.
speelautomatenexploitant een belangrijke rol. De belan
gen van al deze partijen lopen uiteen en deze zullen eerst
tot elkaar moeten worden gebracht om te kunnen komen
tot wijzigingen in een overlastgevende situatie. Van be
lang daarbij is dat een aanpak wordt gedekt door een
strikte beleidskeuze van de gemeente („achterdeur
dicht").
Dat zo'n aanpak succes kan hebben, is gebleken uit de
resultaten die de laatste twee jaar zijn bereikt in onder
meer de Witte de Withstraat in Rotterdam. Enkele jaren
geleden tierden hier prostitutie, handel in drugs en exploi
tatie van illegale gokhuizen welig. In aansluiting op het in
1991 uitgebrachte advies [5] is een projectgroep gefor
meerd, waarin gemandateerde ambtenaren van de be
trokken diensten zitting hebben. Deze begeleidingsgroep
heeft een direct adviesrecht gekregen richting Burge
meester en Wethouders en kan als zodanig sterk sturend
optreden. Elke aanvraag voor een vergunning (van bouw
vergunning tot overlastvergunning) die betrekking heeft
op een pand in de Witte de Withstraat, wordt door de
begeleidingsgroep getoetst op onder meer de gewenste
ontwikkeling van de straat, de horecavorm en het pu
bliekstrekkende karakter daarvan. Verder worden diverse
financiële instrumenten ingezet, variërend van geldelijke
tegemoetkomingen, achtergestelde leningen en bijdra
gen om daadwerkelijk horecabedrijven te kunnen aan
kopen. Belangrijk hierbij is de aanwezigheid van een
onafhankelijke projectleider. Na twee jaren onderhande
len met alle betrokken partijen (eigenaren, brouwerijen,
speelautomatenexploitanten, enz.), inplaatsen en uit
plaatsen van bedrijven, fleurt de straat langzaam op en
kan het eindelijk de culturele dwarsverbinding tussen
Museumkwartier en Waterstad worden, die de gemeente
al lange tijd voorstaat.
Conclusie
Met behulp van het bestaande instrumentarium kan in
beperkte mate horeca-overlast worden voorkomen. Voor
het concreet bestrijden van horeca-overlast in situaties
waar in het verleden niets is geregeld, schiet het be
staande instrumentarium evenwel tekort. Een praktische
aanpak is in dit laatste geval dan ook veelal de meest
aangewezen weg. Centraal daarbij staat het begeleiden
van het planmatig aanbrengen van veranderingen in de
wijze van exploitatie en de relatie tussen rechthebbenden
en pand. Omdat zo'n aanpak aansluit bij de gedachte van
stedelijke herverkaveling, lijkt de geodeet door zijn spe
cifieke kennis op dat gebied, een rol te kunnen spelen
bij het proces van het aanpakken van overlastgevende
horecabedrijven. De combinatie van een juridische basis
en een praktische kijk op problemen is in onze ogen daar
bij zeker één van de sterke punten van de planologisch-
juridisch geschoolde geodeet.
Literatuur
1Hazel, R. van den, P. A. G. Lohmann, De horeca, een probleem
Seinpost Adviesbureau BV, 's-Gravenhage, juli 1992.
2. Lohmann, P. A. G., Stedelijke Herverkaveling eine neue
Methodik für die Lösung von Problemen in Stadtischen Ge-
bieten. Forum, Zeitschrift des Bundes der öffentlich bestellten
Vermessungsingenieure, 1993 no. 1, p. 42 - 52.
3. Rietdijk, MAanpak horeca-overlast; een mogelijkheid gewogen.
Seinpost Adviesbureau BV, 's-Gravenhage, februari 1993.
4. Rietdijk, M., Lust en (over)tast van de horeca; een instrumentele
benadering. Faculteit der Geodesie TU Delft, augustus 1993.
5. Seinpost Adviesbureau BV, Plan van aanpak, Witte de Withstraat
Rotterdam, april 1991.
„Jij bent geboren op het diepste puntje van Neder
land" zei z'n moeder.
„Wat is het diepste puntje?"
„Elf meter onder de zeespiegel. De Prins Alexander-
polder ligt elf meter onder de zeespiegel".
Niet ieder kind was geboren op het diepste puntje van
Nederland, elf meter onder de zeespiegel. Hij voelde
zich tevreden. Wat was het diepste puntje? Wat was
de zeespiegel? Wat was ónder de zeespiegel? Vragen
moeders en vaders zich weieens af wat hun kinderen
begrijpen van de honderden dingen, zaken, bekend
makingen waarmee ze worden overstelpt, en ook: hoe
ze het hebben begrepen als ze dat op hun manier
hebben gedaan? Geboren onder de zeespiegel, in de
polder, op het diepste puntje van Nederland. Vier jaar
was Arnold toen hij van deze feiten op de hoogte werd
gesteld. Ze hoorden tot de axioma's van z'n leven.
Niets om je in te verdiepen.
(Uit: H. J. A. Hofland, Het diepste punt van
Nederland, roman geschreven in opdracht
van de Rotterdamse Kunststichting, Amster
dam 1993)
124
NGT GEODESIA 94 - 3