Drs. A. H. Zandee sprak namens de Adviesdienst Ver
keer en Vervoer van de Rijkswaterstaat over ,,GIS als
integrator in verkeer en vervoer". Opgesomd werden de
gegevens die de afdeling Basisgegevens kan verstrek
ken: verkeersintensiteiten, wegkenmerken, verkeerson
gevallen en files. Ook het onderhoud van twee digitale
netwerken het door de Topografische Dienst gememo
reerde VLN en het ijlere BASNET kwam aan de orde.
GIS-inzet in deze sector met meer manipulaties met lijn-
dan gebiedsgebonden objecten is vrij jong. Dynamic
segmentation" van Arc/Info maakte het efficiënt omgaan
met gegevens binnen verschillende netwerken mogelijk
en zorgde voor een trendbreuk. (Ook de MGE van Inter
graph kent dat, terwijl eveneens binnen pc-pakketten als
Saladin en GVIS oplossingen kwamen voor netwerk-
matching.) Mevrouw Zandee toonde tot slot een groot
aantal kaartprodukten.
Drs. R. O. Koop van de Utrechtse universiteit sprak
tenslotte over Geïntegreerde GIS-kartografische con
versie van topografische informatie". Hij assisteerde de
afdeling Landmeten en Vastgoedinformatie van de ge
meente Amsterdam in een onderzoek naar digitale
stadstopografie op schaal 1 5000 1 10 000. Na een
schriftelijke enquête bleken gesprekken nodig ,,om de
gebruikers duidelijk te laten maken welke behoefte zij
meenden te hebben op het gebied van GIS en digitale
topografieDe meeste potentiële gebruikers bleken uit
eindelijk onvoldoende in staat tot een totaaloverzicht. Het
prototype van de digitale GIS-topografie kwam zo toch
weer tot stand door het gezond verstand van de karto-
grafen zelf. ,,De verwachtingen van leveranciers van digi
tale data zijn te hoog gespannen. Gebruikers zijn nog niet
zover", zo was zijn conclusie. ,,De kaart 110 000 is het
paradepaardje. Als je de burgemeester van Amsterdam
op de tv ziet, zie je die kaart aan de muur", zo zei Koop
ook.
Adri den Boer
GEODESIE TOEGEPAST IN DE LOGISTIEKE SECTOR
Op donderdag 17 februari 1994 hield de Nederlandse
Vereniging voor Geodesie (NVG) een studiemiddag met
als titelGeodesie toegepast in de logistieke sector. Het
doel van deze studiemiddag, die gehouden werd op de
Faculteit der Geodesie, TU Delft, was om inzicht te ver
schaffen in de rol van de geodesie in logistieke proces
sen, zoals rittenplanning, routeplanning en fleet mana
gement. Onder logistieke processen dient men hier te
verstaan het vervoer van goederen over weg, rail, en
(binnen-)wateren.
Vier sprekers, twee geodeten afkomstig uit de onder-
zoeks- en ontwikkelingshoek, en twee niet-geodeten, af
komstig uit het bedrijfsleven, waren uitgenodigd om het
thema nader inhoud te geven. De lezingen werden inge
leid door mevr. M. Rek, bestuurslid van de NVG. Zij
constateerde onder andere dat geodeten zich vanouds
bezig houden met de statische plaatsbepaling. Maar met
de opkomst van nauwkeurige navigatiesystemen, zoals
GPS, en van GIS, zijn zij zich ook gaan toeleggen op de
navigatie, dat wil zeggen dynamische plaatsbepaling van
voer- en vaartuigen.
De eerste spreker was M. Hoffman, werkzaam bij de
Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat. Hij ging in op
het Nationaal Radionavigatieplan. Aan dit plan is in dit
tijdschrift reeds eerder aandacht besteed in een artikel
van de hand van E. van Bremen (NGT Geodesia, 93/3
NGT GEODESIA 94 - 3
p. 102 - 105). Het doel is om tot een geschikte plaatsbe
palingsinfrastructuur te komen; een soort RD-net voor
navigatiedoeleinden. Eerst definieerde Hoffman de be
grippen rittenplanning, routeplanning en fleet manage
ment. Rittenplanning betekent het optimaal inzetten van
chauffeurs en vervoermiddelen. Het gebeurt op kantoor
door de planner. Bij fleet management gaat het om het
bijstellen van de route wanneer de vervoermiddelen een
maal onderweg zijn. Hiervoor is positiebepaling van en
communicatie met het voertuig nodig. Routeplanning ligt
hier tussenin.
In navolging van de Amerikanen, die reeds ruim een
decennium terug een radionavigatieplan opstelden, heeft
ook de Nederlandse overheid tot een dergelijk plan be
sloten. Het radionavigatieplan ligt in het verlengde van
het structuurschema verkeer en vervoer en de nota tele
matica. Bij de samenstelling zijn meerdere diensten be
trokken. Kijken we naar het instrumentarium dan wordt
vanuit de goederenvervoerssector vooral Loran C gepro
pageerd. Het is goedkoop, redelijk nauwkeurig en bedekt
heel Europa. Doordat het radionavigatieplan nog niet alle
hiërarchische ambtelijke structuren is gepasseerd, kon
de spreker er slechts globaal op ingaan.
De tweede spreker was C. Tiberius, assistent-in-oplei-
ding bij de Faculteit der Geodesie, TU Delft. Het onder
werp van zijn voordracht Plaatsbepaling en kwaliteits
beheersing van auto-navigatiesystemen was geba
seerd op zijn afstudeeronderzoek. Evenals het vorige
onderwerp is ook het thema auto-navigatiesystemen voor
de trouwe lezer niet geheel nieuw. Van de hand van
M. Salzmann verscheen in NGT Geodesia (91/4 p. 162 -
166) hierover een artikel.
De spreker begon met te stellen dat chauffeurs coördina
ten willen. Vervolgens gaf hij een overzicht van het in
strumentarium voor absolute en relatieve plaatsbepaling.
Absolute plaatsbepaling wordt uitgevoerd met radionavi
gatiesystemen zoals Loran C en Decca, met satelliet
navigatiesystemen zoals GPS en met radiobakens. Het
vergt een uitgebreide infrastructuur. Relatieve plaatsbe
paling heeft geen uitwendige infrastructuur nodig. De in
Delft ontwikkelde toetsprocedure voor de statische punts-
bepaling is nu uitgebreid naar de dynamische puntsbe-
paling. Deze zogenoemde DIA-procedure is bruikbaar
gebleken in de autonavigatie. Uit de gedane experimen
ten blijkt dat een combinatie van absolute (met name
GPS) en relatieve (met name odometer) plaatsbepalings
systemen tot een hoge kwaliteit van navigatie leidt.
Tijdens de discussie leverde de in het begin gestelde op
merking dat chauffeurs coördinaten willen de spreker een
berisping op. Chauffeurs willen geen coördinaten, zo
werd gesteld. Ze willen zich oriënteren ten opzichte van
de omgeving. Geodeten redeneren nog te zeer vanuit
hun produkt, niet vanuit de behoefte van de klant.
Na de pauze was het de beurt aan het bedrijfsleven.
J. Scheurwater van de firma Spatial Knowledge Systems
ging in op het gebruik van de GBKN in combinatie met
GPS voor toepassing bij auto-navigatie. De eisen die hij
aan digitale kaarten voor auto-navigatietoepassingen
stelde, zijn: dekkend, geometrisch correct, voldoende
nauwkeurig (afhankelijk van toepassing), volledig en up-
to-date. Bovendien moeten geografische gegevens niet
alleen coördinaten, maar ook adressen bevatten. Als
nadelen van de GBKN voor auto-navigatietoepassingen
noemde hij: de omvang, geen netwerkstructuur, en de
afwezigheid van specifieke verkeersinformatie, zoals
eenrichtingsverkeer. In dezelfde adem echter werden
141