GPS in de praktijk
Voorwoord
Met vierentwintig satellieten, die in een regelmatige confi
guratie om de aarde cirkelen, is het mogelijk om op elk
moment van de dag en op elke plaats op aarde je positie
met hoge precisie te bepalen.
Oorspronkelijk opgezet ten behoeve van militaire en
civiele navigatie is het Global Positioning System (GPS)
ook van groot nut gebleken voor landmeetkundige doel
einden. GPS is zelfs hard op weg een landmeetkundig
succesverhaal zonder weerga te worden.
De theoretische aspecten van GPS zijn inmiddels ge
noegzaam bekend. Maar wat zijn de problemen die je als
landmeter ondervindt wanneer je de techniek inzet in de
routinematige praktijk? Hoe moet je het systeem inte
greren in een totaalprocedure die een optimale kwaliteit
tegen zo gering mogelijke kosten levert? Kortom, wat zijn
de fijne kneepjes van de toepassing van GPS onder alle
daagse omstandigheden? Om hier meer inzicht in te
verschaffen, is deze mini-serie ,,GPS in de praktijk" op
gezet. Tot de initiatiefnemers behoort de Werkgroep
Ruimtegeodesie van de Nederlandse Commissie voor
Geodesie.
Elk vakgebied kent z'n eigen ontstaansgeschiedenis en
vakjargon. Deze aspecten, alsmede de huidige status
van GPS, behandelt ir. P. G. Sluiter, voorzitter van voor
noemde werkgroep, in het eerste deel van deze mini
serie. Het jargon omvat een breed scala aan Engelse
termen. Sluiter is erin geslaagd de complexe terminologie
op een uiterst verhelderende wijze te presenteren.
Een van de favoriete aforismen van uw redacteur is dat
overheidsmaatregelen meestal resulteren in gevolgen die
precies tegensteld zijn aan wat de autoriteiten aanvanke
lijk hebben bedoeld. Dit aforisme wordt weer eens be
vestigd ingeval van GPS. Want de nauwkeurigheids
beperkingen opgelegd vanuit militaire veiligheidsover
wegingen hebben allerlei intensief civiel onderzoek op
gang gebracht. Dit onderzoek is zo succesvol gebleken,
dat de haalbare meetprecisie groter is dan ooit voor
mogelijk werd gehouden.
Ongeveer tegelijkertijd met de eerste contacten tussen
de werkgroep en de redactie ontvingen wij een artikel van
ing. W. M. Waegemakers, landmeter bij de provincie
Noord-Brabant. Hoewel geheel op eigen initiatief en onaf
hankelijk geschreven van de mini-serie past het er heel
goed in. Het handelt over de procedurele en personele
aspecten van het inmeten van paspunten met GPS. De
auteur spoort zijn collega's aan om niet te schromen GPS
in te zetten ten behoeve van het dagelijkse landmeet
kundige werk. Het artikel zal als deel 2 in de mini-serie
verschijnen.
Het derde deel zal twee artikelen omvatten. Het eerste,
van de hand van ir. J. van Buren, werkzaam bij de afde
ling Rijksdriehoeksmeting (Geodetisch Adviesbureau van
het Kadaster), zal het GPS-kernnet behandelen. Dit net is
opgezet om GPS-metingen op eenvoudige wijze aan te
sluiten op het RD-stelsel. Vroeger werden als RD-punten
NGT GEODESIA 94 - 4
door ir. M. J. P. M. Lemmens, redacteur.
vaak kerktorens genomen voor het vrije zicht naar andere
punten. Maar bij GPS-metingen is van vrij zicht geen
sprake meer, omdat torens juist een deel van de GPS-
signalen afschermen. GPS kernnetpunten, met onder
linge afstanden van 10 tot 15 km, worden zo gekozen, dat
de hemel nu en vermoedelijk ook in de toekomst vrij is.
Daarnaast zijn ze goed bereikbaar. Viaducten zijn hier
voor uitstekend geschikt.
Door de TU Delft, Faculteit der Geodesie, is in het kader
van het HTW-project, een eerste proef uitgevoerd om
na te gaan of er verschillen bestaan tussen de 2D-
coördinaten van de „oude" RD-punten en de coördinaten
bepaald met behulp van GPS en de kernnetpunten.
Over deze proef berichten dr. ir. M. A. Saizmann en
ir. M. G. L. de Laat. In het testgebied (Tjeukemeer) zijn de
geconstateerde verschillen nergens groter dan 8 cm en
dit valt ruimschoots binnen de RD-norm van 10 cm.
Met GPS is het mogelijk om profielen en grillig gevormde lijnen
continu te meten door het verplaatsen van de ontvanger. Voor veel
terreinsituaties zat de mens zeif de ontvanger moeten verplaatsen.
(Bron: Trimble.)
Zowel in het vierde als vijfde deel van de mini-serie komt
de praktijk weer aan het woord. Het vierde deel zal wor
den verzorgd door ir. M. E. E. Haagmans, werkzaam bij
de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat (MD). De
MD is al verschillende jaren doende om GPS in te zetten
in de produktieprocessen voor zowel grondslag- en
paspuntbepaling als voor detailmeting. De ontwikkelde
procedure bij grondslagmeting alsmede enkele detail-
metingsprojecten komen aan de orde.
Het vijfde deel is van de hand van ir. H. Dahlmans, werk
zaam bij Oranjewoud. Hij zal onder andere ingaan op
ervaringen met GPS opgedaan tijdens projecten in 1993.
Naast grondslag- en paspunten komt ook het bepalen van
digitale hoogtemodellen met kinematische GPS aan de
orde.
Wij hopen met deze mini-serie in een behoefte te voor
zien en wensen u veel leesgenoegen toe.
177