X
G.
Q
pp
(&>-
Ook is getest of de meetopzet als basis kon dienen voor
alle te meten projecten. Dit bleek mogelijk. De resultaten
waren zeer goed. De tachymetrische grondslagmetingen
zijn hierna gestopt.
3000
4000
'-10 RD
Ster berekening.
PP PP
3000v
Traverse berekening
4000
Fig. 1.
De deelnetjes zijn opgebouwd uit drie vectoren, basislijnen
genaamd. De netjes hebben de vorm van een traverse of een
ster en ontstaan pas bij de berekening. Het hele net wordt uit
deze twee vormen opgebouwd.
GPS-meting
Meetopzet
Gekozen is voor een methode met twee basispunten. De
methode levert goede resultaten en is, logistiek gezien,
gemakkelijk uit te voeren. Ook de berekeningen blijven te
overzien. Er werd gekozen voor een systeem waarbij
twee ontvangers tijdens het gehele project op de basis
punten blijven staan. Deze stations worden zodanig geko
zen, dat ze tijdens de metingen onbemand kunnen blijven
(fig. 1 en 2).
Met de andere twee ontvangers worden de paspunten
(PP) en de aansluitpunten (RD) ingemeten. Door alle vier
de ontvangers te laten meten op hetzelfde moment, de
Ji lie
Traverse berekening,
Ster berekening,
45 min. meten, 4 ontvangers
90 min. meten, 4 ontvangers
Losse lijn berekening, 20 min. meten, 2 ontvangers
Fig. 2. Schema van de meetopzet, bruikbaar voor alle paspunt-
metingen. De punten 3000 en 4000 zijn de basispunten.
sessie, ontstaat er een deelnetje van vier punten. Elke
volgende sessie levert weer een deelnetje op, met daarin
dezelfde basispunten.
Per sessie wordt bewust gekozen om bepaalde vectoren,
de basislijnen, te berekenen. Uit elke sessie worden er
drie berekend. Het berekenen van meer basislijnen uit
één sessie met vier ontvangers zou afhankelijke basis
lijnen opleveren. Elk deelnetje heeft zijn eigen afwijking in
het WGS-84 stelsel. Deze afwijking kan oplopen tot
100 m. Omdat elk deelnetje dezelfde basispunten heeft,
zijn de losse deelnetjes gemakkelijk naar een groot net te
transformeren.
De eerste fasevereffening kan daarna plaatsvinden. De
transformatie naar RD gaat via de aansluitpunten in de
tweede fasevereffening. Het meten van de lijnen tussen
de deelnetjes met de traversevorm is in een latere fase
ingevoerd ter verhoging van de betrouwbaarheid. Deze
losse lijnen worden gemeten zonder de basispunten 3000
en 4000. Alle paspunten worden nu tweemaal bezocht
ten behoeve van onder andere controle op centreren en
instrumenthoogte.
Logistiek
Uit logistieke overwegingen is gekozen voor het meten
met vier ontvangers. Door te meten met twee vaste voor
geprogrammeerde ontvangers op de basispunten en
twee „bewegende of losse" ontvangers op de pas- en
aansluitpunten, heeft men het voordeel dat de metingen
zijn uit te voeren met een tweemansmeetploeg. Elke
medewerker heeft een auto, alsmede een vaste en een
losse ontvanger. Een voorgeprogrammeerde ontvanger
is een ontvanger waarin het begin en het einde van de
sessie zijn opgegeven in het geheugen. De ontvanger
schakelt zichzelf aan en uit zonder dat deze bemand is.
PP-fc
i 1 i e r
Datum SEPT'92
Project
2Q1
Naam Negvak
Nr 0013
X
Y
Z
5 a t 2 3 11 15 17 1« 14 73 7fi 77
Ho o qte: 20.1
Dogte
&°28'26" ~1 1602
Situatieschets.
BROEKAKKERSTR
Fig. 3. De ontvanger bevindt zich in het midden van de figuur en
„ziet" de schaduw tegen de hemelbol. De cirkel stelt de
horizon voor en het middelpunt is recht boven de ontvanger.
Tijdens het proefproject werden drie sessies per dag
gemeten. Thans is dit maximaal vijf sessies tijdens de
normale werktijden overdag.
Om een optimale inzet van apparatuur te krijgen, worden
de GPS-metingen verricht door twee tweemansploegen.
Elke ploeg heeft zijn eigen project. Is de ene ploeg aan
het verkennen op project A, dan is de andere aan het
meten op project B. Dit vereist vanuit logistiek oogpunt de
nodige aandacht van de mensen binnen.
De ontvangers zijn het hele jaar continu in gebruik.
NGT GEODESIA 94 - 5
211