Computer-aspecten
Toekomst
kan men met de hand rustig de uitslag van de diverse
toetsen bekijken en beoordelen. De verworpen waar
nemingen worden aangegeven. Na blokkeren van deze
waarnemingen in het invoerbestand kan men de bereke
ning weer opnieuw starten. Een en ander verloopt op
dezelfde manier als in andere vereffeningsprogramma's.
Wil men echter de ingevoerde basislijn-oplossing ver
vangen door een andere oplossing, dan moet men weer
terug naar het eerste gedeelte, de netopbouw. De net-
vereffening moet dan van begin af opnieuw worden
gedaan. Dit werkt omslachtig. Het is gelukkig zelden
nodig.
De gehele netvereffening gebeurt in het WGS-84 stelsel.
De theorie achter het vereffeningsprogramma wijkt af van
de Delftse theorie. In de praktijk levert het geen proble
men op. Is de tweede fase berekend, dan worden de
coördinaten getransformeerd naar RD met behulp van
een programma dat ontwikkeld is door de importeur
Radio-Holland. Het eindresultaat van de grote hoeveel
heden meetgegevens is slechts één pagina (fig. 6).
De ruwe meetgegevens worden niet bewaard. De be
standen met opt-berekening van de basislijnen en de net-
vereffening worden gecomprimeerd en bewaard op een
3.5 inch diskette.
Apparatuur
Het Trimble-programmapakket, 15 Mb groot, is ontwik
keld voor een MS-DOS PC. Een 386-processor is mini
maal nodig en een coprocessor is onontbeerlijk.
De GPS-programmatuur draait op een HP-Vectra met
een 486 processor, 25 Mhz en 10 Mb intern geheugen.
Geïnstalleerd zijn MS-DOS 5.0, upper memory blocks,
smartdrive 4 Mb en ramdrive 4 Mb. Door de configuratie
is er 620 Kb vrij geheugen.
Tussenresultaten van de berekening werden via een tij
delijk bestand (scratch file) op de harde schijf gezet. Door
nu een D-schijf in het geheugen te configureren en dit
bestand daar onder te brengen, werd de rekentijd met
zestig procent teruggebracht. Daar dikwijls van program
ma moet worden gewisseld, is de smartdrive ideaal. Ook
is de machine als normale PC in gebruik.
Gege vensmanagement
Het gebruik van GPS betekent ook het verzamelen en
verwerken van grote hoeveelheden gegevens.
Meten
In één week kunnen 20 sessies worden gemeten, maxi
maal 36 paspunten en 4 aansluitpunten. De ontvanger
slaat de meetgegevens in gecomprimeerde vorm op en
kan 19 uur meten aan, voldoende voor één week. Per
standplaats worden 4 bestanden uitgelezen. Per week
worden 5 tot 6 Mb ruwe meetgegevens verzameld. Dit zijn
400 bestanden met ruwe meetgegevens.
Berekening
Elke berekende basislijn heeft 4 bestanden met ge
gevens. Per week zijn dit 240 bestanden. Netopbouw en
netvereffening leveren 30 bestanden op. Alles bij elkaar
zijn dit 600 a 700 bestanden per week. Deze bestanden
hebben in totaal een omvang van ongeveer 10 Mb. Soms
staan er 4000 a 5000 bestanden op de harde schijf. Om
overzicht te houden, is een speciaal gegevensmanage-
mentprogramma aangeschaft.
Gege vensmanagementprogramma
Het programma werkt alleen dan snel, als diverse directo
ries van tevoren worden aangemaakt. De structuur van
deze directories gaat tot vijf lagen. Met het gegevens-
managementprogramma XTGold 2.51, Nederlandse ver
sie, gaat dit eenvoudig en blijft de harde schijf overzichte
lijk.
Het programma heeft als hoofdscherm de boomstructuur
van één van de drives. Mogelijkheden zijn kopiëren, ver
plaatsen, hernoemen, comprimeren en decomprimeren,
opschonen. Het vervangt bijna alle MS-DOS-comman-
do's. Het werkt via toetsenbord of muis, en draait onder
Windows.
Menselijke aspecten
Aan de GPS-metingen werken in totaal zes mensen: vier
LBO-ers, één MBO-er landmeetkunde en één HBO-er
landmeetkunde. Zij vormden vroeger twee standaard
meetploegen. De ploegleiders van toen zijn de binnen-
mensen van nu. De LBO-ers verzorgen de verkenning en
de metingen buiten. Het gedurende lange tijd werken met
een tijdsplanning en de verplaatsing door druk verkeer
brengen stress met zich mee. Het meten met GPS is ver
geleken met de traditionele meetmethoden saai, men is
alleen. Deze problemen moet men niet verwaarlozen. Dat
is één van de redenen dat de ploeg zowel verkent als
meet op zijn eigen project. Zij neemt het gehele buiten
werk voor haar rekening. Het is echter geen oplossing
voor alle problemen.
De MBO-er maakt de planning en de HBO-er doet het
rekenwerk. Voor hen is GPS 75% van hun werk.
Allen zijn al meer dan twaalf jaar in dienst bij het bureau
en zijn door diverse cursussen op het juiste kennisniveau
gebracht. Hierbij moet worden gedacht aan cursussen
door de leverancier, MTS-deelcertificaat informatica en
Post-HBO Waarnemingsrekening deel I en II. Dat enkele
mensen hebben meegedaan aan een pc-privéproject en
een eigen pc thuis hebben, is natuurlijk een voordeel.
Onze ontvangers en programmatuur zijn reeds verou
derd. De nieuwe ontvangers zijn kleiner en lichter en
hebben een geïntegreerde voeding. De meettijden zijn
aanmerkelijk verkort.
De opvolger van ons programmapakket is anders van
opzet en draait onder Windows. Vooral het nieuwe plan
ningsprogramma is zeer gebruiksvriendelijk.
De techniek van GPS wordt steeds verder weggewerkt in
apparatuur en programmatuur, waardoor het geheel be
reikbaar wordt voor iedereen. Vooral de scheepvaart,
visserij en pleziervaart maken er veel gebruik van.
Is landmeetkundig Nederland te voorzichtig?
Literatuur
1. Pasman, M. en J. Groen, Literatuur- en Praktijkonderzoek GPS.
Hogeschool Utrecht, 1992.
2. Strang van Hees, G. L., Globale en lokale geodetische systemen.
Nederlandse Commissie voor Geodesie, Publikatie 30, 1993.
3. Brouwer F. J. J., e.a. Navigatie en Geodetische puntsbepaling
met GPS. Delftse Universitaire Pers, 1989.
4. Trimble Navigation Limited: A Guide to Next Utility, 1989; Sur
veyor's Field Guide: Static surveying, 1991; Surveyor's Field
Guide: Dynamic surveying, 1992; How to Test Drive a GPS
Receiver.
5. Straub, J. en Kh. Thiel, Further Development ot the GPS and of
GPS receivers. Universitat Stuttgart, 1989.
214
NGT GEODESIA 94 - 5