Monopolist
Automatiseren kost arbeidsplaatsen
als we een eigen financieel beleid gaan voeren. We
mogen voorzieningen gaan treffen op de balans en lenin
gen afsluiten. We worden nu een doodgewoon bedrijf,
waarbij het personeel niet meer afhankelijk is van de
Ministeries van Biza en VROM, kwantitatief niet en kwali
tatief niet. We kunnen eigen keuzen maken en eigen
randvoorwaarden scheppen. De condities zijn nu beter
dan als onderdeel van een ministerie, maar we blijven
natuurlijk wel conjunctuurgevoelig.
Dat de veranderingen doorgaan, is wel zeker, maar daar
bij is niet zozeer van belang wat er verandert, maar wel
onder welke omstandigheden. De belangrijkste verande
ring zal bestaan uit een vrijwel volledig digitaal kadaster
en daarmee zijn we al flink gevorderd.
Het besluit dat in 1973 is genomen om de kadastrale
registratie te gaan automatiseren, was een zeer verstan
dig besluit, net zo goed als het besluit om de kadastrale
kaart digitaal te maken. Bovendien durf ik te stellen dat
de volgorde juist was, eerst de AKR en daarna de kadas
trale kaart.
De eerste vraag voor de volgende stap isals je de output
volledig digitaal hebt, waarom dan ook de input niet.
Daarmee niet doelend op de kadastrale kaart, want daar
gebeurt dit al, maar op de akte die door het notariaat best
digitaal zou kunnen worden aangeleverd via het beschik
bare netwerk. Daarbij moeten dan nog wel problemen
worden opgelost op sociaal, technisch en juridisch ge
bied.
Grote belanghebbenden in die ontwikkeling zijn nota
riaat, makelaardij, waterschappen en gemeenten.
Die zojuist geroemde automatiseringsontwikkelingen zijn
mogelijk gemaakt door een behoorlijke ontwikkelings
omgeving die in Apeldoorn zat. Drie jaar geleden was de
sloganpas op de plaats, niet te veel nieuwe ontwikke
lingen. Is dat nu nog zo
Besemer: Die ontwikkelingsomgeving zit nog steeds in
Apeldoorn, maar onze aandacht was primair gericht op
de core-business. Als je een bedrijf uit het slop wilt halen,
moet je beginnen met de kerntaak. Daar zijn we volop
mee bezig, maar je moet ook al snel weer vooruitkijken en
nieuwe dingen ontwikkelen, die gericht zijn op nieuwe
taken, neventaken en op het binnenhalen van nieuwe
klanten. Daar gaan we nu heel anders mee om. Je kunt
bijvoorbeeld eenmalige lucratieve aanbiedingen doen.
Dat bestond vroeger niet. Dat betekent: meer omzet,
meer werk. Dat is nodig om een continu opererend
kadasterbedrijf te kunnen waarborgen.
Als je een bedrijf uit het slop wilt halen, moet je beginnen met
de kerntaak.
De continuïteit is gewaarborgd, want u bezit een mono
poliepositie.
Besemer: Zo langzamerhand vraag ik me af wie beter af
is, de marktondernemer of de monopolist. Marktonder-
nemers lopen risico's, maar de monopolist staat perma
nent onder druk van zijn klant. Die kijkt buitengewoon
kritisch naar een monopolist: doen ze wat ze doen moe
ten, zijn ze niet te duur, communiceren ze fatsoenlijk met
ons? Op zich terecht, maar je hebt er permanent mee te
maken.
Verder zijn onze opbrengsten buitengewoon conjunctuur-
272
gevoelig; vergelijkingen tussen begin jaren '80 en vorig
jaar verschillen een factor 2 in omzet. Als monopolist
moet je die klappen kunnen opvangen. Daar biedt de wet
ook ruimte voor. We mogen een vermogen opbouwen in
hoogtijdagen om slechte tijden door te komen. Niet onbe
perkt, maar tot een maximum. Voorts wordt eenmaal in
de drie jaar goed gekeken naar de relatie vermogen/
tarief, wat tot tariefsaanpassingen kan leiden.
We zijn gestart vanuit de positie van het KOP (224 miljoen
gulden negatief). Door de marktsituatie, maar ook door
eigen inspanning is die situatie behoorlijk bijgedraaid.
Het kostenniveau van 1993 ten opzichte van 1992 is
4 miljoen gulden hoger, terwijl het werkaanbod veel hoger
is. Er is dus veel kostenbewuster geopereerd, en efficiën
ter en goedkoper gewerkt.
Het kostenniveau per produkt is gedaald, het begint te
werken. .Letten op kosten" is volop gaande en „sturen
op kosten" begint te komen.
Iedere automatiseringsslag bij het Kadaster, in de klassieke
taken, betekent het schrappen van arbeidsplaatsen.
Veranderingen blijven doorgaan, maar er zijn twee grote
verschillen met het verleden. Het is niet meer de grote
boze buitenwereld, zoals het ministerie dat de bedreiging
vormt, maar direct de conjunctuur en ons eigen op conti
nuïteit gerichte beleid. Bovendien zijn maatregelen op ba
sis van eigen beleid veel beter uit te leggen. Ik kan met
de centrale medezeggenschap open praten over de ge
volgen van digitaal aanleveren en verwerken van akten.
Die gevolgen zijn ingrijpend als je kijkt naar de arbeids
plaatsen, want iedere automatiseringsslag bij het Kadas
ter in de klassieke taken betekent doorgaans het schrap
pen van arbeidsplaatsen. Daar ben ik niet op uit, maar het
is een onvermijdelijk gevolg. Het is ook onvermijdelijk om
die automatiseringsslagen te maken, anders stel je het
Kadaster als zodanig ter discussie. Je moet wel, voor de
continuïteit van het bedrijf.
De meeste oudere medewerkers zijn zeer goed in staat de ont
wikkelingen mee te maken.
Aantrekken van nieuwe afgestudeerden is dus helemaal
nog niet in zicht
Besemer: Nee, en van die vraag word ik ook niet zenuw
achtig. We zijn een organisatie met een grote laag
ouderen; 48 jaar is de gemiddelde leeftijd, en ik mag vast
stellen dat de meeste oudere medewerkers zeer goed in
staat zijn de ontwikkelingen mee te maken. Ze scholen
zichzelf bij of worden bijgeschoold. Op hogere leeftijd
gaat dat misschien iets trager, maar er staat zoveel erva
ring tegenover, wat dat compenseert. We hebben zeer
bewust gekozen voor de zittende medewerkers en niet
voor instroom van nieuwe mensen.
Bij de verwachte inkrimping van personeel is rekening
gehouden met verdere automatisering in zowel de admi
nistratieve als de technische sector. De gedefinieerde
achterstand akteposten is voor de helft weggewerkt. Die
is gebaseerd op een verwerkingstermijn van ongeveer
vijftien maanden. Maar wat is ideaal? Je zou ook aan
zeven maanden kunnen denken. Daarmee zou je als
inhaalslag sommige werkzaamheden eerder kunnen
NGT GEODESIA 94 6