FIG-congres 1934 groot succes
Pre-conference-tour
Keynotes van een inspirerend niveau
door verschillende Nederlandse deelnemers, onder redactie van ir. P. G. M. Mekenkamp
en ir. P. van der Molen.
Het 20e FIG-congres, dat gehouden werd van 5 t/m 12
maart 1994 in het World Congress Centre te Melbourne
(Australië), was een groot succes. Met 1492 deelnemers
uit 78 landen werd niet alleen het record van het vorige
FIG-congres (Helsinki 1990) gebroken, ook het program
ma met 315 lezingen en 73 postersessies in tal van paral
lelzittingen kende zijn weerga niet. Daarnaast was er een
vaktentoonstelling met zo'n 40 exposanten.
Ook de Nederlandse bijdrage aan dit congres mocht er
zijn. Een delegatie van 28 geodeten was present, er
werden 22 papers gepresenteerd en verschillende Neder
landers waren voorzitter van zittingen of georganiseerde
groepsdiscussies. Dit laatste was een nieuw fenomeen,
bedoeld om de betrokkenheid van de deelnemers bij „hot
issues" te bevorderen.
Verenigingshuis van de Institution of surveyors" te Canberra.
Voorafgaand aan het congres werd een congres-tour ge
houden, die geleid werd door Australische vakgenoten.
De tour had een toeristisch en een vakinhoudelijk karak
ter. Een vijftal Nederlanders nam eraan deel. De tocht
voerde van Sydney, waar de geometrische aspecten van
de Sydney Harbour Tunnel werden belicht, naar de
Australische hoofdstad Canberra. Daar werd uitvoerig
toelichting gegeven op de ruimtelijke planning en inrich
ting. Vóór 1909 was hier slechts woestijn, thans is er een
stad van meer dan 300 000 inwoners. Een hoogtepunt
van de tocht was een ontvangst in het National Surveyors
House, het hoofdkwartier van „the Institution of Sur
veyors, Australia Inc.", een fraai nieuw kantoorpand,
waar een tiental vaste medewerkers bezig is met belan
genbehartiging, opleidingsprogramma's, uitgifte van „the
Australian Surveyor", certificering, enz. Met de Surveyor
General van de Staat Canberra (Australië is een federa
tie) werd aldaar van gedachten gewisseld over de grond-
registratie, het Torrens-stelsel. De tocht ging daarna naar
de Snowy Mountains, waar enorme boven- en onder
grondse waterbouwkundige werken zijn aangelegd om te
bereiken dat smeltwater niet onmiddellijk afstroomt naar
de kust in het oosten, maar naar het westen afvloeit om
de woestijnstreek van water te voorzien. Door verval weet
men bovendien nog 6000 GWh op te wekken, waarmee
de grote steden aan de kust hun piekuren kunnen voor
zien. De tocht eindigde in Melbourne.
Opvallend was overigens het probleem dat de Australiër
heeft met het feit dat zijn land zogenaamd „down under"
ligt. Een klantvriendelijke kartograaf heeft dit probleem
echter opgelost. De wereld wordt aldaar gewoon zuid-
gericht afgebeeld, zodat Australië ogenschijnlijk voor de
oppervlakkige westerse kaartlezer noordelijker ligt dan
welk land dan ook.
Start van het congres met een fraai spektakel
„Here at last", zo stelde het eerste congreskrantje. Zo
werd het door menigeen gevoeld.
De opening van het FIG-congres was een spektakel:
Charles Tingwell, de „Koos Postema" van de Austra
lische TV, vertelde over de historie van Australië, de
Aboriginals, Willem Jansz, Abel Tasman, James Cook,
tot op heden, dit alles begeleid door theateruitvoeringen
die het accent legden op hetsurveying-aspect". Het St.
Jude's Primary School Choir (eerste prijs schoolkoren in
Australië!) zong het volkslied, de in Melbourne en de rest
van de wereld bekende Noel Watson zong de „Waltzing
Mathilda", hoogwaardigheidsbekleders spraken mooie
woorden, en uiteindelijk opende Ear! James, de president
van de FIG, het congres. Hij was getooid met een nieuwe
ambtsketting, een uitermate fraai exemplaar. De reden
daarvan was, aldus de president, „dat tijdens een tocht
in Europa de vorige ambsketen gestolen was". Een enke
le toeschouwer wist precies waar, namelijk bij de voor
zitter van de NVG, uit wiens auto de ketting was ont
vreemd, toen deze Earl James en Graham Lindsay (de
FIG-secretaris) vorig jaar tracteerde op een ontspannen
zeiltochtje over de Zeeuwse wateren.
Het niveau van de openingsceremonie beloofde veel
goeds voor de rest van het congres. De toon werd gezet
in de keynotes.
Prof. dr. Peter Ellyard, een futuroloog, sprak de geo-
detengemeenschap toe over de 21e eeuw. Die zal geken
merkt zijn door wederzijdse afhankelijkheid, meende hij.
Normen en waarden zullen op wereldniveau gaan gelden.
Duidelijk is dat aandachtsgebieden liggen in de duur
zame ontwikkeling van het milieu en de problematiek van
de verstedelijking. Regeringen krijgen steeds minder
macht, de rol van internationaal opererende professio
nele organisaties (zoals de FIG) zal toenemen. Wil de
geodeet daarbij een rol blijven spelen, dan is een visie
voor de 21e eeuw nodig, welke visie geïnspireerd moet
zijn door de vraag „wat willen we scheppen", en niet door
„welke problemen moeten worden opgelost". De uit
daging voor de toekomst ligt ook in wat industriële com
plexen kunnen betekenen voor de duurzame ontwikke
ling; de „surveying industry" zou zo'n complex kunnen
zijn. Opmerkelijk was het voorbeeld dat deze buiten
staander (niet-vakgenoot) gaf van de toenemende afhan
kelijkheid. De wereld van de 21e eeuw zal niet gebaat zijn
278
NGT GEODESIA 94 - 6