publikaties
Een voorlopig rapport werd besproken over de contouren
van een kwaliteitszorgsysteem voor de Europese geo
detische gemeenschap, een ambitieus project dat door
zijn deskundige opzet het vertrouwen van het Comité
kreeg. Het systeem moet leiden tot de aanwijzing in elke
lidstaat van een instituut belast met de toekenning van
een kwaliteitscertificaat aan geodeten. Deze instituten
zouden in verbinding moeten staan met het Comité als
een soort Europese referentie. Dit laatste moet overigens
de goedkeuring hebben van de Europese Commissie. Als
input voor de uitwerking van het project is onder andere
aanwezig een onderzoek naar de wettelijk beschermde
en aan vrije concurrentie onderhevige beroepsactiviteiten
van geodeten in de onderscheiden lidstaten door onder
getekende. Dit ligt allemaal nog erg gevoelig, omdat som
mige werkzaamheden niet wettelijk, maar dan toch wel
de facto tot het monopolie van de licensed surveyor"
behoren en men een expliciet onderscheid liever niet ziet.
Hoe het ook zij, er zijn goede stappen gezet in de richting
van een gezamenlijke visie, zodat voor de volgende keer
(4 en 5 november 1994, Parijs) de verwachtingen hoog
gespannen zijn. Het zal dan overigens de laatste keer zijn
dat ondergetekende de vergaderingen van het Comité
bijwoont. In overleg met de collega-verenigingen in
Nederland is als opvolger aangewezen Jos Anneveld. Hij
zal dus samen met Jean Riemersma de Nederlandse
delegatie vormen. Anneveld zou er deze keer al bij ge
weest zijn, als zijn echtgenote niet juist bevallen was van
een welgeschapen dochter. Hoe voorzichtig men moet
zijn met internationale communicatie, bleek wel toen
ondergetekende tot zijn stomme verbazing door vele in
ternationale collega's gelukgewenst werd met zijn her
nieuwde vaderschap.
Paul van der Molen
CONFERENTIE EN VAKBEURS „TELEMATICA-94"
In de RAI te Amsterdam werd op 19 en 20 mei 1994 de
conferentie en vakbeurs ,,Telematica-94" georganiseerd.
Onderwerp was de combinatie van informatietechnologie
en telecommunicatie in verkeer en vervoer. Het congres
werd georganiseerd door het Coördinatiepunt Telematica
(CPT) van het Ministerie van V W met een aantal part
ners uit de verkeers- en vervoerssector.
Minister J. R. H. Maij-Weggen hield een openings
toespraak. Lovend was ze onder andere over het OV-
informatienummer 06 - 9292. ,,lk heb het gisteren zelf
nog even geprobeerd en het werkt perfect. Korte wacht
tijd, heldere informatie en ik kan u verzekeren: het is veel
makkelijker dan kaartlezen
Eén van de parallelsessies had toch met kaartlezen te
maken. Het verslag in dit tijdschrift beperkt zich tot deze
sessie.
Voorzitter van de sessie ,,Eén digitaal wegenkernbe
stand" was prof. dr. H. J. Scholten (VU en Geodan BV).
Hij liet in zijn inleiding de term „datafobie" vallen om de
vrees aan te duiden via gegevens macht uit handen te
geven.
I. Jorgensen van het Deense Ministerie van Transport
gaf toelichting op het „Deense model"de wijze waarop
de Deense overheid betrokken is bij de produktie en het
gebruik van digitale wegeninformatie. Er is (ook) in dat
land sprake van samenwerking tussen het nationaal
karteringsinstituut, „the Danish National Survey", en
„the Road Directorate".
NGT GEODESIA 94 - 6
Dr. ir. F. J. J. Brouwer van de Meetkundige Dienst van
de Rijkswaterstaat deed de rol van die dienst voor de
telematica-infrastructuur uit de doeken. Deze betreft de
radioplaatsbepaling en de geo-informatie. (,,Opzijn minst
is de coördinatie van beide een V&W-kerntaak. Inzake
de digitale wegennetten noemde hij de MD-deelname aan
drie convergerende acties:
RAVI-kernbestand 1:10 000 met onder andere een
wegenlaag;
onderzoek van het CPT naar de haalbaarheid van een
„Samenwerkingsverband Digitale wegeninformatie";
samenwerking tussen de Topografische Dienst (TDN)
en de Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) van de
Rijkswaterstaat.
Vervolgens sprak ir. J. v.d. Linde namens de TDN. Hij
noemde verzamelen van gegevens een duur stukje
werk" en constateerde dat opslaan ook moet gebeu
ren". Hij vond het ,,niet altijd even leuk" als anderen bij
voorbeeld hartlijnen van hun kaarten digitaliseren. Zelf
produceert men die nu ook digitaal. Er is bij afnemers
behoefte aan wegen als vlakken en aan wegen als lijn-
segmenten en die worden dan integraal geproduceerd,
dus ,,met gegarandeerd exacte passing". In 1997 is de
1:10 000 als bestand totaal gereed. Voor de actualise
ring werkt men samen met de AVV.
Ing. G. Vermeulen van de AVV memoreerde dat de vroe
gere dienst verkeersongevallenregistratie in 1982 startte
met het digitaliseren van het wegennet. Hij gaf aan hoe
ook een netwerk aan contacten is opgebouwd om muta
ties te verkrijgen. (Jaarlijks en in een aantal gevallen zelfs
halfjaarlijks.) Hij sprak enerzijds van een ,,concurrentie-
mijdend gedrag" (geen dingen maken buiten de toe
passingen van Defensie/V&W) en voorzag anderzijds
meegroeien met klant- en marktwensen.
Helaas werd deze parallelsessie op vrijdagmiddag na 3
uur maar door enkele tientallen toehoorders bijgewoond.
Voorzitter Scholten dacht ,,dat er geen gebruikers in de
zaai zaten". Misschien dat daarom de discussie beperkt
bleef, terwijl toch alleen overheidsdienaren inleidingen
hielden(Op de beurs waren onder andere stands van
Tele Atlas en V&W. In de laatstgenoemde stand werden
gegevens van TDN en AVV geïntegreerd gepresenteerd.)
Adri den Boer
ARGUMENTEN EN CRITERIA BIJ AANSCHAF EN
GEBRUIK VAN GEOGRAFISCHE INFORMATIE
TECHNOLOGIE
Een inventariserend onderzoek onder achttien Neder
landse gemeenten. RIT, Den Haag, 65 pag.
In dit rapport, gepresenteerd op de VNG-vastgoedinfor-
matiedag op 16 maart 1994, zijn de resultaten beschre
ven van het onderzoek dat in opdracht van de Raad voor
de Informatietechnologie (RIT) is uitgevoerd in de zomer
van 1993. Het onderzoek werd ondersteund door de
Klankbordgroep Vastgoed Informatie (KGVI) van de RIT.
Daarin hebben leden uit diverse bedrijven en overheids
organisaties zitting. Specifiek voor dit onderzoek is de
KGVI uitgebreid met vertegenwoordigers van de Vereni-
291