Bepaling van kernnetpunten Fig. 1. Viaducten zijn zeer geschikt voor het plaatsen van GPS- kernnetpunten. sen kernnetpunten is een kernnetpunt nooit ver weg. Daarom is het voor gebruikers mogelijk om hun metingen aan te sluiten met relatief eenvoudige en dus goedkope enkelfrequentie ontvangers, en om moderne snelle meet technieken toe te passen. In de RD-publikatie worden kernnetpunten onderscheiden door vermelding van de NAP-hoogte in de coördinatenlijst en een rechthoekje als signatuur op de overzichtskaart. In eerste instantie worden kernnetpunten bepaald als RD-punten. Tussen het te bepalen kernnetpunt en drie of vier omliggende RD-punten worden GPS-basislijnen ge meten. Om deze metingen te kunnen uitvoeren, wordt bij de RD-punten een (tijdelijk) GPS-opstelpunt bepaald in een lokale meting. Op deze manier wordt het kernnetpunt lokaal in het RD-stelsel verankerd. Tenminste twee aan- sluitpunten en het kernnetpunt zelf worden vanuit een NAP-bout gewaterpast. Het resultaat van deze metingen zijn RD/NAP-coördinaten van het kernnetpunt. Door deze werkwijze van lokale inmeting is een flexibele en snelle realisatie van kernnetpunten mogelijk daar waar er het eerst behoefte aan is. Voor het onderhoud van het kernnet moet vooral de zakking van de punten in de gaten worden gehouden. Als een RD-steen als verzekering van een kernnetpunt wordt gebruikt, wordt een stabiele vastleggingsbout in de nabij heid geplaatst. De hoogte van de steen kan dan worden gecontroleerd aan de hand van deze hoogte-vastlegging. In tweede instantie worden de kernnetpunten onderling verbonden tot het eigenlijke kernnet. De zogenaamde inter-kernnet vectoren worden gemeten met dubbelfre- quentie ontvangers met meettijden van negentig minu ten. Het resultaat van deze metingen moet een netwerk opleveren, dat voldoet aan de eisen die gebruikers van GPS aan een referentiestelsel stellen. Het netwerk is in middels voor ongeveer een kwart van Nederland klaar (fig. 2). Als vrij net vereffend, met het punt Kootwijk als basis, geeft dit net standaardafwijkingen die nergens groter zijn dan twee centimeter in ligging en drie centi meter in hoogte. Wordt het net aangesloten aan het be staande RD/NAP-net, dan blijken de correcties aan de coördinaten onder de twaalf centimeter te blijven, terwijl er zich geen systematische of regionale effecten afteke nen. Deze getallen geven een indicatie van de kwaliteit van het toekomstige GPS-kernnet en van het bestaande RD-stelsel. NGT GEODESIA 94 - 6 Het kernnet zal uiteindelijk worden aangesloten aan het EUREF (EUropean REference Frame), het nieuwe Euro pese coördinatenstelsel. EUREF is het resultaat van GPS-campagnes, waarvan de eerste in 1989 werd uitge voerd. Vooral doordat de metingen met de grootste zorg werden uitgewerkt, is een coördinatenstelsel ontstaan met een zodanige kwaliteit, dat het de basis kan vormen voor nationale coördinatenstelsels. Voor de meeste doel einden komt EUREF overeen met WGS84, het coördina tenstelsel waarin een GPS-ontvanger zijn positie weer geeft. Een, voorlopig nog vrij theoretisch, verschil is dat EUREF met de Europese aardschol is verbonden en na verloop van tijd van WGS84 kan „wegdrijven". In Nederland bevinden zich vier EUREF-puntenHuis duinen (bij Den Helder), Westerbork, Delft en Kootwijk. De eerste verdichting van EUREF wordt gevormd door dertien punten van het NEREF (NEtherlands REference Frame). Door het kernnet aan te sluiten aan NEREF, kunnen van kernnetpunten ook coördinaten in het EUREF-stelsel worden berekend. Van het voltooide kernnet zullen dus coördinaten be schikbaar zijn in RD/NAP en WGS84 (EUREF). Hierdoor kunnen nauwkeurige transformaties tussen beide stelsels worden berekend, die gelden voor een beperkt gebied. De nu reeds gepubliceerde transformatieparameters, berekend uit de dertien NEREF-punten, gelden welis waar voor heel Nederland, maar zijn minder nauwkeurig. Omdat ook de andere Europese landen werken aan transformaties tussen EUREF en de nationale stelsels, zal EUREF een belangrijke schakel kunnen vormen tussen nationale coördinatenstelsels. Aansluiten van GPS-netten aan RD GPS heeft de traditionele planning en verkenning van netwerken sterk vereenvoudigd. Daar geen onderling zicht tussen punten nodig is en de GPS-basislijnen een hoge precisie en betrouwbaarheid kennen, is een een- 50 00 km Fig. 2. Gerealiseerde GPS-kernnetpunten en GPS-kernnet medio 1994. 263

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1994 | | pagina 3