'm
3
cfi
Conclusies
Tabel 1. Verschillen in cm tussen bereken
de en gegeven positie na aan
sluiting en transformatie (tussen
haakjes is de empirische stan
daardafwijking in cm van de ver
schillen gegeven).
punt-
nummer
gemiddelde
verschil [cm] na
aansluiting
standaard
afwijking van de
verschillen
gemiddelde
verschil [cm] na
transformatie
standaard
afwijking van de
verschillen
150508
4,4
(0,9)
4,9
(1,8)
150510E
1,3
(0,9)
2,2
(1,4)
169315
5,4
(1.2)
5,5
(1,9)
169320
1,1
(0,6)
1,8
(1,1)
de verschillen met de gepubliceerde RD-coördinaten
zijn in het proefgebied ruimschoots kleiner dan 10 cm
(voor de punten 150510E en 169320 zelfs kleiner dan
5 cm).
Relatief grote verschillen treden op bij het hoofdpunt
150508 en het derde-orde punt 169315. Voor een hoofd
punt is de gemiddelde afwijking van 5 cm niet al te
groot. Gezien de kwaliteit van het RD-net zou men voor
derde-orde punten echter geen systematische afwijkin
gen verwachten. Navraag bij de RD leerde dat in punt
169315 eerder een mogelijk verschil van 5 cm is gecon
stateerd. Dit verschil valt echter binnen de specificaties
van het RD-net. Men ziet dat GPS-metingen dergelijke
kleine verschillen zichtbaar kunnen maken zonder dat
sprake behoeft te zijn van een fout in de GPS-metingen
of het RD-net.
150500^]
150510E I
5 cm
1°
cM
T
Fig. 3. Uit transformatie en aansluiting berekende positie van
de opstelpunten ten opzichte van de gepubliceerde RD-
coördinaten van de opstelpunten.
In tabel 1 worden de resultaten gegeven van de coör
dinaatberekening uit aansluiting en transformatie. De
spreiding van de posities na transformatie is iets groter
dan na aansluiting, maar nog steeds erg klein. Dit is een
indicatie dat het RD-netwerk een zeer homogeen netwerk
is. Zou dit niet het geval zijn, dan was de spreiding van
de oplossingen veel groter geweest (zeker wat betreft de
oplossingen met behulp van transformaties).
In de proefberekeningen zijn geen (systematische) ver
schillen gevonden tussen de oplossingen berekend met
basislijnen die op verschillende tijdstippen van de dag
zijn bepaald. Hieruit blijkt dat de satellietgeometrie geen
invloed heeft op de berekende posities.
Uit dit experiment kunnen de volgende conclusies wor
den getrokken:
in het proefgebied zijn de verschillen tussen bere
kende en gepubliceerde RD-coördinaten kleiner dan
8 cm. De verschillen vallen dus binnen de norm van
10 cm gespecificeerd door de RD;
de verschillen tussen coördinaten berekend met een
transformatie uit een enkel kernnetpunt of berekend in
een aansluitingsvereffening aan drie of vier kernnet-
punten zijn (verwaarloosbaar) klein. Dit wordt veroor
zaakt door de homogeniteit van het RD-net in het
proefgebied;
uit de proef blijkt dat de satellietgeometrie geen in
vloed heeft op de berekende coördinaten van de
opstelpunten.
Bij deze conclusies moeten de volgende kanttekeningen
worden geplaatst:
de berekening van coördinaten van een opstelpunt
met behulp van een transformatie uit een enkel kern
netpunt is onbetrouwbaar (deze constructie komt
overeen met een losse poot in een landmeetkundig
netwerk). Voor grondslagpunten en paspunten is de
coördinaatberekening met behulp van een transfor
matie niet toelaatbaar. Een eenvoudige controle ver
krijgt men door de coördinaten van een opstelpunt te
berekenen met een transformatie uit een tweede
opstelpunt. Een goede betrouwbaarheid is slechts
gewaarborgd bij de aansluiting aan drie of meer kern-
netpunten;
in de toekomst zal men vaker discrepanties van
enkele centimeters tussen (punten bepaald uit) het
GPS-kernnet en het RD-net kunnen constateren. Deze
discrepanties zijn een gevolg van het feit dat de rela
tieve precisie tussen twee punten verbonden met
GPS-metingen in feite beter is dan uit het RD-net is af
te leiden. Dit betekent echter niet dat het RD-net
slecht is.
Samenvattend bevestigen de resultaten zowel de hoge
precisie van GPS-metingen alsook de goede kwaliteit van
het bestaande RD-net (rond het Tjeukemeer).
Literatuur
1. Brouwer, F. J. J. et al., GPS, Navigatie en geodetische punts-
bepaling met het Global Positioning System. Delftse Universi
taire Pers, 1989.
2. Buren, J. van, GPS-kernnet. NGT Geodesia 1994 no. 6, p. 262 -
264 (dit nummer).
3. Schut, T. G., Transformatieparameters voor PD naar WGS84.
GPS-nieuwsbrief, 1991/2, Werkgroep toegepaste ruimtegeode-
sie, Nederlandse Commissie voor Geodesie, Delft.
4. Sluiter, P., De huidige status van GPS. NGT Geodesia 1994 no.
4, p. 178- 183.
5. Strang van Hees, G. L., Globale en lokale geodetische systemen.
Nederlandse Commissie voor Geodesie, Delft, 1993.
NGT GEODESIA 94 - 6
267