lopen. Het zijn beslissingen van „wezenlijk belang". In de tekst van het SGR zijn deze beslissingen (het zijn er in totaal 86) duidelijk herkenbaar: ze zijn aangegeven in een groen vlak. De beleidsuitspraken zijn bovendien nog in twee catego rieën te verdelen: globaal afgewogen: het Rijk vraagt van andere over heden een nadere afweging; volledig afgewogen: de andere overheden dienen het beleid zonder meer in hun ruimtelijke plannen over te nemen. Het vastgestelde SGR vormt de basis voor de beoor deling door het Rijk van het beleid van andere overheden. Relatie met andere rijksnota 's en -plannen Hoewel bij het vaststaan van het SGR drie structuur schema's komen te vervallen, betekent dit niet dat er geen relaties meer zullen zijn met andere rijksnota's en -plannen. Integendeel, enerzijds wordt het SGR aan gestuurd door de vijf bestaande sectornota's, waaronder het zo belangrijke Natuurbeleidsplan en de Structuurnota Landbouw; anderzijds vormen het nationaal ruimtelijk beleid en het milieu- en waterbeleid een richtinggevend kader. De drie laatstgenoemde beleidsterreinen betreffen elk voor zich een bepaald aspect of facet van verschillende (overheids)activiteitenhet zijn zogenoemde facetplan nen of -nota's. sectornota's facetbeleid NW3 Meerjarenprogramma 's VINEX Streek plannen Land inrichting Structuurschema Groene Ruimte Fig. 1. Relatie SGR met andere nota's en plannen. Voor het ruimtelijke ordeningsaspect is het beleid vastge legd in de Vierde nota over de ruimtelijke ordening extra (de Vinex), voor het milieu-aspect in het Nationaal Milieu beleidsplan plus (NMP en voor het aspect integraal waterbeheer (kwantiteit en kwaliteit) in de Derde Nota Waterhuishouding (NW3). Het SGR integreert bepaalde onderdelen van het sector- en facetbeleid; over de relatie met de Vinex kan worden gezegd dat het SGR aansluit op het in deze nota uiteengezette beleid met betrekking tot de ruimtelijke ordening in Nederland. De samenhang tussen het SGR en de andere nota's wordt weergegeven in fig. 1. Hoofddoelstelling SGR Het wordt tijd om eens te kijken wat de hoofddoelstelling van het SGR is. Die staat keurig opgeschreven als een „beslissing van wezenlijk belang". Het lijkt me goed om hier de hoofddoelstelling in haar geheel te citeren Hoofddoelstelling SGR „Met het oog op een duurzame ontwikkeling en een verant woord toekomstig ruimtegebruik in het landelijk gebied worden concrete maatregelen getroffen en acties ondernomen op de korte en middellange termijn, die tot doel hebben om: voldoende ruimte te bieden voor het voortbestaan dan wel het ontwikkelen van de verschillende groene functies in het landelijk gebied, en daarbij de identiteit en gebruikswaarde van het landelijk gebied in zijn geheel zo goed mogelijk te behouden of te ontwikkelen". In relatie tot de hoofddoelstelling acht het kabinet de betekenis van duurzame landbouw van groot belang voor het instandhouden van de plattelandssamenleving ofwel de leefbaarheid van het platteland. Met het beleid wordt dan ook in de eerste plaats de instandhouding, ver sterking en diversificatie van de landbouw beoogd, als belangrijke economische functie in de in het SGR ge noemde aandachtsgebieden. Landinrichting draagt daar mede aan bij. De hoofddoelstelling van het SGR is langs twee wegen ingevuld: formuleren van ruimtelijk beleid voor de sectoren land en tuinbouw, natuur, openluchtrecreatie en toerisme, bos, landschap en visserij; zorgen voor afstemming tussen de sectoren. In het SGR is deze afstemming (op nationaal niveau) uitgewerkt in zes thema's: waardevolle cultuurlandschappen; bufferbeleid voor de ecologische hoofdstructuur (uit het Natuurbeleidsplan); zandgebieden in Zuid- en Oost-Nederland; veenweidegebieden; randstadgroenstructuur; nat Nederland. Eén van de thema's, „waardevolle cultuurlandschap pen", wil ik hieronder kort beschrijven. Waardevolle cultuurlandschappen Dit zijn agrarische gebieden met belangrijke natuur- en landschapswaarden. Ze zijn van grote cultuurhistorische betekenis en mede hierdoor recreatief-toeristisch aan trekkelijk. Landbouw (en soms bosbouw) is in belangrijke mate de economische drager in deze gebieden. Het probleem is dat de ontwikkeling van landbouw, bosbouw, natuur, recreatie en landschap niet altijd voldoende op elkaar zijn afgestemd: er treedt onderlinge spanning op. Het Rijk Waardevolle cultuurlandschappen In het SGR worden de volgende waardevolle cultuurland schappen aangewezen Zuidwest-Friesland Noord-Drenthe Vecht-Regge (Overijssel) Noordoost-Twente Graafschap Winterswijk Veluwe Waterland (Noord-Holland) Midden-Brabant Midden-Limburg Door het aannemen van een motie heeft de Tweede Kamer hier nog de Zak van Zuid-Beveland aan toegevoegd. 322 NGT GEODESIA 94 - 7/8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1994 | | pagina 10