Uitvoering
staat hier een specifieke aanpak voor, gericht op maat
werk en een actieve betrokkenheid van organisaties en
belanghebbenden in de regio. De bedoeling is om een
veranderingsproces op gang te brengen, gericht op be
houd en versterking van de bijzondere kwaliteiten van de
gebieden, in samenhang met de ontwikkeling van een
duurzame landbouw. Deze strategie is neergelegd in een
„beslissing van wezenlijk belang".
De provincie heeft het voortouw bij het opstellen van een
integrale visie op de gewenste ontwikkeling per gebied
(zgn. gebiedsperspectieven). De uitvoering vindt plaats
op twee manieren:
uitvoering van projecten op basis van het gebieds-
perspectief; dit bevat een activiteitenplan met con
crete maatregelen;
inzet van bestaande instrumenten en regelingen zoals
landinrichting en Relatienota.
Op grond van een aantal in het SGR genoemde criteria
zijn in het SGR tien regio's aangewezen als waardevol
cultuurlandschap (zie kader).
Strategische groenprojecten
Het Rijk heeft 16 projecten (zie kader) geselecteerd, die
als „strategisch groenproject" zullen worden uitgevoerd,
omdat deze van strategisch belang worden geacht voor
de realisering van het rijksbeleid. Deze speerpunten van
het SGR betreffen gebieden waar, via een specifieke aan
pak, grootschalige functieveranderingen gewenst zijn.
Strategische groenprojecten
Midden-Groningen
Groote Wielen/Oude Venen (Friesland)
Wieden-Weerribben (Overijssel)
Gelderse Poort (Gelderland)
Utrecht e.o.
Noordelijke Vechtstreek (Utrecht/Noord-Holland)
Bergen-Schoorl
Zaanstreek
Haarlemmermeer
Vinkeveen-Nieuwkoop (Utrecht/Zuid-Holland)
'Zoetermeer-Zuidplas
Landgoederenzone-Haaglanden (Zuid-Holland)
Eiland van Dordrecht/Sliedrechtse Biesbosch
Beerze-Reusel (Noord-Brabant)
Peelvenen (Noord-Brabant/Limburg)
Grensmaas (Limburg)
Door de provincies kunnen hieraan maximaal nog twee projec
ten worden toegevoegd.
Het zijn grote groengebieden in de Randstad (bos en
recreatie) en de grootste natuurontwikkelingsgebieden
uit het Natuurbeleidsplan. Realisatie vindt plaats op wat
nu nog hoofdzakelijk landbouwgrond is.
In totaal omvatten de strategische groenprojecten bijna
25 000 ha waar functieverandering zal plaatsvinden.
Hiervan is ongeveer 18 000 ha ecologische hoofdstruc
tuur (13 000 ha natuurontwikkelingsgebied en 5000 ha
reservaatsgebied) en ongeveer 6500 ha recreatiegebied
en bos. Per project gaat het om een functieverandering
van 1000 tot 3500 ha.
De realisatie zal in beginsel plaatsvinden via landinrich
ting, waarbij een snelle aanpak wordt beoogd: 5 jaar
voorbereiding en 10 jaar uitvoering.
Voor de inrichting stelt het Rijk extra geld ter beschikking
(50 miljoen gulden per jaar), zodat vertraging van be
staande landinrichtingsprojecten wordt voorkomen.
NGT GEODESIA 94 - 7/8
Als vorm van landinrichting geniet de toepassing van de
herinrichting met bijzondere doelstelling (HBD) de voor
keur.
Fig. 2. Herinrichting met bijzondere doelstelling (HBD):
spiegelei'-model.
Voor de grondverwerving ten behoeve van de functie
verandering kan een aankoopgebied worden aange
wezen, dat groter is dan het gebied waar de concrete
functiewijziging zal plaatsvinden. De HBD krijgt dan een
,,spiegelei"-model (fig. 2). In het eigeel vindt de functie
wijziging plaats. De hiervoor benodigde gronden be
hoeven niet ter plaatse te worden gekocht, maar kunnen
ook in het eiwit worden verworven. In het kader van het
bij landinrichting zo bekende plan van toedeling kan dan
uitruil met landbouwgronden uit het eigeel plaatsvinden.
Vervolgens kan het eiwit voor de landbouw worden inge
richt en het eigeel voor de aldaar beoogde functie, bij
voorbeeld natuur.
In beginsel dient de HBD driemaal de omvang van het
„eigeel" te hebben. Dat betekent dat in de komende
jaren 75 000 ha extra aan het voorbereidingsschema
landinrichting kan worden toegevoegd.
In 1994 kunnen reeds twee projecten worden opgevoerd
„Midden-Groningen" (natuurontwikkeling) en „Noorde
lijke Vechtstreek" (Randstadgroenstructuur, Noord-Hol
land).
Van groot belang voor de geloofwaardigheid van over
heidsbeleid is de uitvoerbaarheid van dat beleid. Daarom
is een belangrijk onderdeel van het SGR de samenhang
die wordt aangebracht tussen beleid en uitvoering. Nood
zakelijk voor de uiteindelijke realisatie van het beleid voor
het landelijk gebied is samenwerking tussen Rijk, andere
overheden (provincies, gemeenten, waterschappen), be
drijfsleven en particuliere organisaties.
Voor de reeds eerder beschreven waardevolle cultuur
landschappen en strategische groenprojecten worden
door de provincies zogeheten gebiedsperspectieven op
gesteld. Deze zijn richtinggevend voor de inzet van land
inrichting. Voor de strategische groenprojecten vormt het
gebiedsperspectief tevens de basis voor de eerderge
noemde projectnota; deze nota markeert de start van de
planvoorbereiding van het landinrichtingsproject.
In de trits grondverwerving, landinrichting en beheer is
grondverwerving een onmisbare schakel. Het Rijk streeft
ernaar om in zoveel mogelijk situaties op vrijwillige basis
323