Financieel kader/Groenfonds natuurbescherming) en de lagere overheden zal een zogeheten Overlegplatform worden ingesteld. De uitvoering van het beleid uit het SGR zal vooral gaan via de trits grondverwerving, landinrichting en beheer. Naast de ongeveer 800 miljoen gulden die het Rijk en de provincies hieraan jaarlijks beste den, komt aan extra middelen on geveer 200 miljoen gulden per jaar beschikbaar. Het SGR bevat voor de jaren 1994 - 1999 een overzicht van de besteding van dit bedrag. De financiering van de uitvoering wordt gebundeld in het Groen fonds. Uiterlijk in 1994 zal het Groenfonds worden opgezet, waaruit de finan ciering van de door de Gemeen schappelijke Uitvoeringsdienst uit te voeren projecten zal plaatsvin den. Van groot belang is dat het Groenfonds de mogelijkheid krijgt om leningen aan te gaan. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld pieken in de grondverwerving door een ver hoogd aanbod van grond worden opgevangen. Daarnaast kan het Groenfonds via fondsenwerving trachten meer geld beschikbaar te krijgen. Inmiddels heeft het Ministerie van LNV met het IPO overeenstem ming bereikt over de oprichting van het Groenfonds. Door onderteke ning van de statuten op 12 april 1994 werd de oprichting van dit .Groenfonds voor de interimfase" een feit. Voorzitter van het bestuur is mr. P. van Vollenhoven. landinrichting pkb kaart 14 gebied dat voor herinrichting of ruilverkaveling in aanmerking komt idem, gebied met administratief karakter ROM-gebieden de Gelderse Vallei en De Peel natuurontwikkeling zoekgebied groot groengebied Fig. 3. Landinrichtingsgebieden. (Bron: Afdeling Kartografie, Landinrichtingsdienst Utrecht.) Evaluatie Landinrichtingswet Bij de parlementaire behandeling van de Landinrichtings wet (begin tachtiger jaren) is een evaluatie van de wet aangekondigd. Bij deze evaluatie zou onder andere de decentralisatie van rijkstaken worden bekeken. Tevens zouden aspecten als doeltreffendheid, doelmatigheid en het evenwichtig behartigen van belangen aan de orde moeten komen. Principe-afspraken over de taakverdeling tussen Rijk en provincies zijn inmiddels neergelegd in het LNV-IPO akkoord (en overgenomen in het SGR); deze afspraken worden momenteel uitgewerkt. Aan de bovengenoemde andere aspecten wordt aandacht besteed in de Nota Landinrichting. Op grond hiervan kunnen bij de evaluatie twee fasen worden onderscheiden: taakverdeling tussen Rijk en provincies; alle andere aspecten, die aan de orde komen. Momenteel wordt ook aan de tweede fase gewerkt. Hier bij kunnen, mede op grond van de Nota Landinrichting, de volgende hoofdlijnen worden onderscheiden: NGT GEODESIA 94 7/8 relatie tussen landinrichting en ruimtelijke ordening; vormen van landinrichting en beschikbaar instrumen tarium; vereenvoudiging en meer flexibiliteit in planvormings- en uitvoeringsprocedures. De evaluatie zal uitmonden in het doen van voorstellen voor aanpassing van de Landinrichtingswet. Bij deze voorstellen zal ook de concept-reparatiewetgeving wor den betrokken, die reeds enige jaren geleden is voor bereid naar aanleiding van de inventarisatie van onvol komenheden en misslagen in de wet. Tot slot Het SGR bevat ambitieuze programma's om door middel van inrichting en beheer de leefbaarheid van het platte land te verhogen. Het biedt op termijn zicht op uitbreiding en versterking van de natuur, een beter milieu en een ge zonde landbouw. Het is daardoor niet alleen van belang voor de bewoner van het platteland, maar ook voor de stedeling. Kortom: de moeite waard voor ons allen. 325

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1994 | | pagina 13