Geodesie van de onderkant
bekeken
Het „ondergrondelijke" Limburg als erfgoed
door E. E. F. Stevenhagen, projectleider/informatie-analist te Zoetermeer, en amateur
geodeet.
SUMMARY
Geodesy seen from the bottom
An amateur surveyor reports on research and surveying work in the caves, or better marlpits, of the
province of Limburg. He works with professional instruments and produces as a volunteer large scale maps
of underground bottom passages.
Keywords: profile, mapping, surveying.
Trefwoorden: reportage, kaartvervaardiging, landmeetkunde.
In dit verhaal wordt ingegaan op de wijze waarop in
Nederland ook geodesie wordt bedreven: dolend door
archieven, op je buik kruipend dertig meter onder het
maaiveld, gravend of soms borend naar een twaalf meter
hoger gelegen punt om een positiebepaling mogelijk te
maken of waar dat niet mogelijk is, de inzet van magneet
veldzenders voor de plaatsbepaling.
Als verteld wordt dat geodesie geen vak is
De geodesie is een vakgebied dat mij van kinds af aan heeft
geboeid. In het kader van mijn studiekeuze bracht ik daarom
op 16-jarige leeftijd met mijn vader een bezoek aan een open
dag van de Faculteit der Geodesie van de TU Delft. Mijn vader
kon mijn enthousiasme in het geheel niet delen: ,,Het is geen
vak en je kan er geen goede boterham mee verdienenwas
zijn standpunt. Dus dan maar geen geodesie, maar elektro
techniek aan de TU Enschede. Na mijn propaedeuse ont
vluchtte ik de droge materie en ruilde die in voor een vlieger
opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie. Uiteindelijk
kom je dan op een staffunctie terecht en na tien jaar het uni
form te hebben gedragen, ben ik nu werkzaam in het bedrijfs
leven, als projectleider in de administratieve automatisering.
Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Het kruipt diep
onder de grond, op een plaats waar ik met mijn ervaring in de
automatisering en mijn belangstelling voor het brede geo-
gebied mijn grote liefde voor het vakgebied geodesie kan uit
dragen. Alleen hoop ik nog altijd te kunnen bewijzen dat mijn
vader ongelijk had en dat geodesie een vak is waarmee je een
goede of in ieder geval tevreden boterham kunt verdienen. Die
mogelijkheid heeft zich echter nog niet voorgedaan, zodat ik
voorlopig nog aan een andere tafel eet. Mijn verhaal begint in
de grotten" van Limburg.
ledereen heeft weieens één van de „grotten" of eigenlijk
kalksteengroeven in Limburg bezocht: de Sint Pieters
berg en de Duivelsgrot (fig. 1) te Maastricht, de Ge
meentegrot of de Modelsteenkoolmijn te Valkenburg, of
de wijnkelders van Kanne of Cadier en Keer. Bij authen
tiek carbidlicht of bij gevoelloos kunstlicht kan men
kennismaken met een stukje cultuurhistorie van Limburg.
Omdat hier sprake is van mijnbouw, behoren we eigenlijk
niet te spreken over grotten, maar over groeven. De ex
ploitatie van mergel en vuursteen gaat terug tot in de
nieuwe steentijd, toen Limburg en Polen in het centrum
stonden van de vuursteenindustrie. Hoewel de huidige
groeven veelal hun oorsprong kennen na de 17e eeuw,
bereikte deze vorm van mijnbouw een hoogtepunt in de
vorige eeuw. De bevolking en de steden groeiden in die
tijd steeds sneller en van de akkers werd een steeds
hogere opbrengst geëist. Er werd extra kalk in de vorm
van mergel toegevoegd om te voorkomen dat de bodem
326
„uitgemergeld" raakte. Ook voor de bouw van vesting,
kerk en huis werd een steeds groter beroep gedaan op de
mergel als bouwsteen. Door de opkomst van nieuwe
bouwmaterialen vindt nu het ondergronds breken van
blokken alleen nog in Sibbe in de gemeente Valkenburg
aan de Geul op commerciële basis plaats.
Wat rest ons van de aldus ontstane labyrinten met de
talrijke oude handschriften op de muren die de „blok-
breker" ons als erfgoed naliet? De champignonteler, de
blokbreker, de Duitse wapenindustrie, de valsemunter,
de alcoholstoker, zij zijn allemaal vertrokken. Wel kent
iedereen de enkele groeven die ingericht zijn als toe
ristisch object met diverse artistieke uitingen. Vastgesteld
kan worden dat er al veel is verdwenen door gebruik als
cement tussen de voegen van het metselwerk of verwerkt
als beton in menig kunstwerk of gewoonweg door instor
ting. Maar weet u dat er, voor zover bekend, nog 200
groeven onder het bronsgroen eikehout schuilgaan in
grootte variërend van kleine onbeduidende kamers tot
een stelsel als de Sibberberg, dat zich over een opper
vlakte van een kleine 100 hectare uitstrekt en waar men
met de wagen meer dan een kilometer diep de berg in
kan rijden!
Er zijn verschillende partijen die elk hun eigen belang
hebben bij de nog resterende groeven: als eigenaar van
de ondergrond of van de bovengrond, als toezichthouder
Fig. 1. De Duivelsgrot bij Maastricht.
NGT GEODESIA 94 - 7/8