Laagste punt
onderzoeken is onderzocht of deze projectie ook op een
verantwoorde wijze was gebeurd.
Allereerst werd kruipend een 500 m lange kompasmeting
uitgevoerd, zodat de plaats op 5 - 10 m nauwkeurig kon
worden vastgelegd. Vervolgens werd de hulp ingeroepen
van Speleo België die in het bezit was van, zoals zij het
noemen, de Mollofoon. De Mollofoon is een zogenaamd
magnetic induction location device", bestaande uit een
zender en een ontvanger. De zender wekt in een cirkel
vormige antennespoel met een diameter van 50 cm en
bestaande uit 500 m koperdraad een krachtig, gemo
duleerd magneetveld op van, vraag me niet waarom,
874 Hz. Het op deze frequentie opgewekte magneetveld
kan bovengronds tot op een diepte van meer dan 100 m
worden opgevangen. In ons geval was een diepte van 35
m voldoende. Mits de zendspoel zuiver waterpas wordt
geplaatst, kan bovengronds de plaats tot op 40 cm nauw
keurig worden uitgepeild en is het mogelijk aan de hand
van het verloop van de richting van het magneetveld de
diepte te bepalen.
Omdat er geen communicatie mogelijk was, werd de
meting op drie plaatsen volgens een strak tijdschema uit
gevoerd. Elke meting nam inclusief opstelling slechts 15
minuten in beslag! Ondergronds werden de relatieve
posities met behulp van kompas en meetband bepaald,
bovengronds met de theodoliet en een meetband. Het
resultaat was verbluffendde verschillen in de relatieve
posities ondergronds en de absolute posities boven
gronds bleken inderdaad minder dan 40 cm te bedragen.
Ook de 500 m lange kompasmeting bleek op het eind van
de meetlijn ,,maar" 6 m af te wijken. De projectie van de
oude Franse kaart op de huidige kadastrale kaart bleek
in het onderzoeksgebied daarentegen een afwijking te
vertonen van maar liefst 30 m.
Ook met de satelliet
Niet overal gaat de plaatsbepaling van een groeve-ingang
zo gemakkelijk als boven op het mergellandplateau waar
vaak moeiteloos zes RD-punten zichtbaar zijn. Veel in
gangen bevinden zich bijna onzichtbaar in het eerder ge
noemde bronsgroen eikehout. Bij de inventarisatie wordt
daarom sinds kort gebruik gemaakt van GPS. Een
evaluatie met betrekking tot de bruikbaarheid, de te ge
bruiken coördinatentransformatie van WGS84 naar RD
en de nauwkeurigheid moet echter nog plaatsvinden.
Tot slot
Dit zijn voorbeelden van grote en kleine meetprojecten en
onderzoeken. Het uiteindelijke resultaat is een kaart op
schaal 1 100 welke wordt gedigitaliseerd, in het RD-net
geplaatst en afhankelijk van het gekarteerde oppervlak
wordt gereduceerd tot een schaal 1 500. Vervolgens
wordt de bovengrondse topografie toegevoegd en voor
de verdere documentatie van de groeve worden dalwand-
scheuren en andere verstoringen gekarteerd. Aan de
hand van sporen in wand en plafond wordt de graaf-
richting van elke gang bepaald en ultrasoon wordt de
ganghoogte in decimeters vastgelegd. Binnen een geo
grafisch informatiesysteem wordt het vloeroppervlak be
paald en met de hoogtegegevens de inhoud van de
groeve benaderd.
De groevekaarten en de onderzoeksresultaten zijn nu
klaar om beschikbaar gesteld te worden aan onderzoe
ker, bergloper of gemeente, provincie of overheid. Zo
wordt ook een bijdrage geleverd aan de stimulering van
verder onderzoek en tevens wordt een stuk cultuur
historie van Nederland vanuit historisch, geodetisch en
geologisch oogpunt vastgelegd.
Misschien staat u na zo'n verhaal te popelen om de laby
rinten zelf eens te doorgronden. Maar een waarschuwing
is op zijn plaats! Ga nooit, nooit zonder deskundige bege
leiding een groeve in. Enige jaren geleden kwam een
blokbreker in de Sint Pietersberg nog om het leven en zijn
collega werd zwaar gewond, toen tijdens het drijven van
een nieuwe gang het plafond omlaag kwam. Op de
Kannerberg net over de grens viel een man op zoek naar
mooie bloemetjes in een 30 m diepe schacht en kwam om
het leven. In diezelfde omgeving viel een jongen in een
schacht die zich in de vloer van een groeve bevond en
scheurde daarbij zijn milt. En het afgelopen jaar verdwe
nen twee jonge avonturiers in de Keerderberg en werden
enige weken later levenloos teruggevonden. Een gerust
stelling is echter ook op zijn plaats. De groeven in Neder
land ondergaan jaarlijks een strenge controle door het
Staatstoezicht op de Mijnen. De groeven die voor bezoek
zijn vrijgegeven, kunt u dus met een gerust hart be
zoeken.
Literatuur
1. Breuls, T., Mergelgrotten, het onbekende landschap van Lim
burg. Uitgave van Mergelbouwsteen V.O.F. Sibbe, 1994.
2. France, B. en B. Mackin, Making a simple radio-location device.
Caves caving 52, summer 1991.
3. Stevenhagen, E. E. F., Op en onderzoek naar vergeten groeves.
SOK mededelingen 21, p. 16 - 25, januari 1994.
4. Wijngaarden, A. van, Rapport over de ondergrondse mergel
groeven in Nederland. RIVON, 1962.
5. Wijngaarden, A. van, Ons Krijtland III, de ondergrondse kalk
steengroeven van Zuid-Limburg. RIVON mededelingen no. 257,
1967.
Het laagste punt van Nederland krijgt eindelijk zijn
kunstwerk. Als het aan de Rotterdamse deelgemeente
Prins Alexander ligt, zal een vierkant betoneiland in
het Prinsenlandpark op zeven meter onder Nieuw
(Normaal, red. NGT Geodesia) Amsterdams Peil
(NAP) Neerlands laagste punt tot in lengte van dagen
moeten markeren. De Rotterdamse beeldhouwer
Frans de Wit heeft als onderdeel van een configuratie
van betonblokken, een liggende schaal met een straal
van dertig meter ontworpen. Het hart van dit object zal
worden gevormd door een vierkant van drie bij drie
meter, waarin een zwartgranieten plaat is verzonken
onder een laagje van twintig centimeter water. Het
ontwerp voor dit kunstwerk wordt maandag besproken
in een commissie van de deelgemeente Prins Alexan
der, waarna het voorstel nog door de deelgemeente-
raad moet worden gefiatteerd. Het betoneiland van
De Wit zal toegankelijk worden gemaakt met twee
bruggen.
(Uit: Rotterdams Dagblad, 15 april 1994)
NGT GEODESIA 94 - 7/8
329