Het Kadaster en de eigen woningbezitter*] door mr. F. A. P. M. van Loonadjunct-directeur van de Vereniging Eigen Huis. De Vereniging Eigen Huis heeft de ontwikkelingen binnen het Kadaster de afgelopen periode met belangstelling gevolgd. In het begin zeker ook met scepsis vanwege de forse tariefsverhogingen waarmee kopers van woningen werden geconfronteerd. Tariefsverhogingen van een monopolist in een strikt ambtelijke cultuur zijn ons, als consumentenorganisatie, een doorn in het oog. Vandaag ben ik hier niet om terug te blikken, maar om vooruit te kijken. Als spreekbuis voor de eigen woningbezitter heeft de Vereniging Eigen Huis met bijna 400 000 leden inmiddels een niet meer weg te denken positie verworven. De slo gan voor onze leden is daarbijOmdat er iemand aan uw kant moet staan! Wat dat betekent, weten inmiddels niet alleen onze leden, maar ook bouwondernemers, make laars, overheid en niet te vergeten het notariaat. Vanuit deze constructief-kritische invalshoek hebben wij ook zitting genomen in de Gebruikersraad van het Kadaster. Eén van de taken van onze vereniging is om moeilijke dingen gemakkelijker te maken. Terwijl beroepsgroepen vanuit financieel eigen belang vaak de neiging hebben om zaken onnodig moeilijk te maken of te verbijzonderen, benadrukken wij de gemeenschappelijke kenmerken van een zaak. De deskundige die zijn brood verdient met in dividuele adviezen, zal al snel benadrukken dat iedere koper en ieder huis uniek is, zodat uitsluitend een per soonlijk advies verantwoord is. De deskundige koestert zijn specialisme, de Vereniging Eigen Huis streeft waar mogelijk naar standaardisatie. Zo hebben wij actief meegewerkt aan de introductie van standaard-koopakten en model-aannemingsovereenkom- sten. Onze brochures over allerlei aspecten van het bezit en het verwerven van een eigen huis zijn zo opgezet, dat ook de minder geoefende lezer begrijpt waarom het gaat. Moeilijke dingen makkelijk maken en dat zonder winst oogmerk. Bij nadere beschouwing zit hier iets in, waarmee ook het Kadaster in zijn benadering naar de consument iets zou kunnen doen. Voor een bedrijfsmatige organisatie die dicht bij de klant wil staan, met als uitgangspunt kosten dekkende tarieven, lijkt mij dit geen slecht streven. Ik zal in deze inleiding onder andere aandacht besteden aan twee voor eigen woningbezitters belangrijke zaken: tariefontwikkeling; nieuwe produkten en diensten. Over de hoogte van de kadastertarieven is nogal wat te doen geweest. Vooral de tarieven van de zogenaamde „input" zijn vooruitlopend op de verzelfstandiging buiten gewoon sterk gestegen. In het ondernemingsplan van het Kadaster uit 1991 staat dat naar verwachting rond 1996 een situatie wordt bereikt, die toestaat dat de tarieven substantieel kunnen worden verlaagd. De tariefsverho- Inleiding gehouden op 26 april 1994 ter gelegenheid van de Algemene Vergadering van de Vereniging van Technische en Administratieve Ambtenaren van het Kadaster (VTAK). NGT GEODESIA 94 - 7/8 gingen waren noodzakelijk om een spaarpot te creëren, zodat men na de verzelfstandiging bedrijfsrisico's zelf kon dragen. In 1991 was de doelstelling een structureel eigen vermogen van ongeveer 20% van het balanstotaal. Het appeltje voor de dorst waarover het Kadaster meent te moeten beschikken, blijkt in de loop der tijd fors te zijn verhoogd. Momenteel hanteert men als norm 33% van het inmiddels aanzienlijk gestegen balanstotaal, ver meerderd met een conjuncturele reserve die kan oplopen tot 40 miljoen gulden. De totale reserve van het Kadaster bedraagt dan 120 miljoen gulden. Als men dan vervolgens bedenkt dat het Kadaster een monopoliepositie inneemt met betrekking tot de registra tie van onroerend goedtransacties, is de uitgangspositie voor de toekomst zonder meer riant. De omvang van de spaarpot is niet alleen veel groter dan oorspronkelijk nodig werd geacht, hij is ook eerder vol, met name door de sterke toename van activiteiten aan de input-kant. Wij verwachten dan ook dat de tarieven al in 1995 en mogelijk nog eerder kunnen worden verlaagd. Wij zullen daar in de Gebruikersraad dan ook op aan dringen. Maar daarmee zijn wij er nog niet. De spaarpot is in hoofdzaak opgebracht door degenen die een woning hebben gekocht of een hypotheek hebben afgesloten of overgesloten. Het ligt dan ook voor de hand dat de rente baten over de spaarpot volledig in mindering worden ge bracht op de kostprijs van de werkzaamheden in verband met voornoemde input. Dit strookt niet alleen met het uit gangspunt van het Kadaster dat de afzonderlijke kern taken ieder voor zich kostendekkend dienen te zijn, maar eveneens met de billijkheid tegenover de belangrijkste groep klanten, de eigen woning-bezitters. Een eenmalige tariefsverlaging is niet voldoende. Het kostenbewustzijn zal sterk moeten verbeteren. Dit be tekent dat flexibilisering van de arbeid nodig is ten einde te voorkomen dat er in tijden van minder werkaanbod sprake is van overcapaciteit. Ook kan het betekenen dat het goedkoper is om bepaal de werkzaamheden door derden te laten uitvoeren. Het Kadaster streeft niet naar winstmaximalisering. Kosten en baten moeten in evenwicht zijn. Concurrentie van derden heeft men niet, dus voor de continuïteit van de onderneming hoeft men niet bang te zijn. Je kunt je afvragen wat onder dergelijke omstandigheden de mogelijkheden zijn om kostenminimalisatie te bewerk stelligen. Wij zullen consequent aandringen op het ver beteren van efficiëntie en het verlagen van de kostprijs. Dat dit hard nodig is, blijkt wel uit het onlangs door KPMG uitgevoerde onderzoek naar het notariaat. Een tot nu toe nauwelijks belicht aspect van dit onderzoek is het ge constateerde verschil tussen de berekende kosten van de omzet en de totale jaarkosten van het notariskantoor. De onderzoekers verklaren dit door een lagere produktiviteit in de rest van het jaar, vergeleken met de periode waarin is tijdgeschreven. Men mag ervan uitgaan dat de kwaliteit in de drukke periode even goed is als in de rest van het jaar. Voor een juist kostprijsbegrip kan men derhalve uit gaan van de vastgestelde kostprijs in de drukke periode. 333

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1994 | | pagina 21