Krachtig genoeg?
Uitgangspositie gunstig
Samenwerking noodzakelijk
Oproep
Melbourne 1994) allen benadrukten dat de know how en
de expertise van de geodetische beroepsgroep onmis
baar zijn en gemobiliseerd moeten worden. De FAO deed
zulks op een zeer prikkelende wijze (met een ondertoon
van wanhoop?), met de vraag waarom in 100 van de
150 landen de vastgoedinformatiesystemen (met name
kadasters) zo matig marcheren. Kunnen geodeten daar
nou echt niets aan doen, was zijn klemmende vraag.
Ook de Wereldbank beseft dit terdege, zoals blijkt uit
diverse rapporten. Het rapport World Bank's Urban
Sector Strategy (1988) laakt de in vele landen bestaande
verouderde wetgeving betreffende onroerend goed, en
ineffectieve kadastrale en landinformatiesystemen, en
verheft verbetering daarvan tot prioriteit. Het World
Bank's World Development Report 1989 stelt dat helaas
in vele landen het slecht is gesteld met de toekenning van
rechten op grond, dat de rechtszekerheid als er al een
wettelijk geregeld grondbezit is te wensen overlaat en
dat de overdracht van rechten (zowel eigendom als ge
bruik) lastig is.
Nooit eerder lijkt mij de vraag naar onze kennis en erva
ring zo expliciet gesteld te zijn als de afgelopen tijd. Werk
aan de winkel „all over the world".
De vraag die wij ons moeten voorhouden, is of wij als
Nederlandse geodetische beroepswereld voldoende
kracht hebben om in de internationale competitie over
eind te blijven. Het lijkt mij dat dat beter kan. Ik heb de
indruk dat wij Nederlanders elkaar te veel beconcurreren
op de internationale markt, elkaar in de weg proberen te
zitten, te weinig strategische allianties aangaan, te weinig
aan de weg timmeren; kortom, ons licht onder de koren
maat steken. Dat is te betreuren, zowel voor de wereld
gemeenschap als geheel, omdat ik meen dat men veel
aan de Nederlandse kennis en ervaring kan hebben,
maar ook voor onszelf, omdat onvoldoende marktaandeel
wordt genomen in een groeimarkt.
Terwijl onze uitgangspositie zo goed lijkt te zijn! Ik noem
de volgende sterke kanten van Nederland:
ITC, waarvan een recente visitatiecommissie stelt dat
de grote reputatie volkomen terecht is en dat het ITC
op het gebied van de geo-informatie de meest toon
aangevende onderwijsinstelling ter wereld is;
TU Delft/Geodesie, waarvan een recente visitatie
commissie stelt dat men onder de indruk is van onder
wijs en onderzoek, en van de internationale oriëntatie;
Centre for Cadastral Studies, het onlangs opgerichte
samenwerkingsverband ITC-TUD, met als onderlig
gende filosofie dat men mensen moet leren omgaan
met geografische informatie, en dat daarom de techni
sche invalshoek voor internationale consultancy niet
altijd de juiste is;
OICRF, het documentatiecentrum van de FIG inzake
land policy, land management en land administration,
blijft in Nederland;
HBO Utrecht, dat vooral via goed georganiseerde
projecten succesvol aan de weg timmert;
EUROGI, de Europese GIS-umbrella, waarvan het
secretariaat in Amersfoort is gevestigd;
uitstekend vakblad NGT Geodesia, dat eigenlijk een
internationale versie moet hebben;
goed gekwalificeerd bedrijfsleven, dat zich enige jaren
geleden organiseerde in een branche-organisatie,
vooral gericht op de binnenlandse markt;
zelfstandig Kadaster, waarvan de voorzitter van de
Raad van Bestuur tijdens de viering van de verzelf
standiging voor externe relaties op 10 mei 1994 onom
wonden uitsprak bereid te zijn tot internationale aan
wending van de kadastrale kennis en ervaring;
Topografische Dienst, die meer en meer zakelijk ope
reert en via de CERCO internationaal actief is;
Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat (MD), met
grote expertise in de „ingenieursdiensten";
Nederland ligt dichtbij Brussel, en Schiphol maakt
internationaal verplaatsen gemakkelijk.
Het sleutelwoord tot krachtig opereren op de internatio
nale markt is naar mijn idee: meer samenwerking. Meer
samenwerking om de markt in beeld te krijgen en dure
acquisitie gezamenlijk te dragen, meer samenwerking om
elkaar aan te vullen in de sterkte/zwakte-analyse, meer
samenwerking om via een goed PR-beleid aan de weg te
timmeren.
Onze concurrenten doen dat alAustralië, Canada, Enge
land, Zweden, enz., waarbij ik echter geen indruk heb van
het commerciële succes wat daarvan het gevolg is. Laatst
hadden ir. Jean Riemersma en ik een gesprek met
Reidar Wirum Bye, de bestuursvoorzitter van de „Norway
Mapping Group". Deze onderneming werd in 1991 op
gericht als consortium van de zeven grote Noorse onder
nemingen, die elkaar doorgaans stevig bevechten, maar
die besloten dat voortaan niet fneer te doen in het buiten
land en daar samen te werken. De reden is dat inter
nationaal succes eisen stelt waaraan de participerende
ondernemingen in hun eentje niet aan konden voldoen.
De voordelen van samenwerking zijn voor de Noren
duidelijk, aldus Wirum Bye. De Norway Mapping Group
heeft zich verzekerd van een stevig samenwerkings
contract met de „Norway Mapping Authority", die kennis
en ervaring inbrengt, contacten doorgeeft, referentie is,
beschikbaar is voor het ontvangen van buitenlandse
gasten en meedoet in concrete buitenlandse projecten.
De Norway Mapping Authority is regulier deelnemer aan
de „meetings of the Board" van de Norway Mapping
Group. Hoewel in Nederland ILIS een dergelijk concept
heeft nagestreefd, wordt het in Noorwegen veel breder
aangepakt, waardoor samenwerking in de breedte ont
staat.
Afsluitend wil ik met mijn betoog het effect sorteren dat
men zich vooral in het bedrijfsleven beraadt. Daar zal in
eerste instantie de bundeling tot stand moeten komen.
Daar zal men de onderlinge concurrentie op de buiten
landse markt de nek om moeten draaien, daar zal men de
kosten van dure lobby en acquisitie gezamenlijk moeten
dragen tot aller profijt. Dat laat onverlet dat ook het
Kadaster, de Topografische Dienst en de MD zich moeten
beraden op samenwerking ten behoeve van internatio
nale consultancy. Hetzelfde geldt voor ITC, TUD en HBO.
Vanuit de NVG volgen wij graag de ontwikkelingen van
een en ander en zullen zelf, of via de Stichting NGL, als
stimulator proberen op te treden.
Literatuur
1. AGENDA 21, Rio 1992.
2. Williamson, Economie Development and Environmental Mana
gement. FIG 1994.
3. Norway Mapping, Annual Report 1994, Oslo.
4. Henssen, Land Management in Mondiaal Perspectief. FIG 1991,
NGT Geodesia 1992 no. 3.
336
NGT GEODESIA 94 - 7/8