Verworpen basislijn
Voorbereiding
Fig. 1. De huidige programmatuur maakt
het mogelijk dat de metingen reeds
voor een deel ter plekke worden ver
werkt (verwerking 1). Bij fouten kan
hierdoor snel actie worden onder
nomen. Regio/Delft
van twee personen; anders wordt door de GPS-inzet de
personeelscapaciteit per regio te zwaar belast. Het be
tekent wel dat netwerkopzet, uitvoering en uitwerking
eenvoudiger worden.
De functionaliteit van de SKI-programmatuur maakte het
mogelijk om het produktieproces te wijzigen. De beoor
deling van probleem-basislijnen die voorheen volledig
centraal in Delft plaatsvond, kon hierdoor voor een deel
reeds in de regio's plaatsvinden. Dit proces is weerge
geven in fig. 1
Voorbereiding
Voor aanvang van de meting wordt eerst een terrein
verkenning uitgevoerd, een netwerkopzet gemaakt en
een planning van de satellietbeschikbaarheid gemaakt.
De meeste programmapakketten kennen een plannings
module waarmee op basis van bekende baangegevens
van de GPS-satellieten een voorspelling kan worden ge
maakt van de satellietconfiguratie op een bepaalde plaats
en een bepaald tijdstip. Hierbij is het meestal mogelijk om
de aanwezigheid van terreinobstakels in te voeren [14,
P- 212].
In de loop der jaren is de noodzaak om gedetailleerd te
plannen verminderd wegens de toename van het aantal
satellieten. Thans kunnen bij een minimum elevatie van
15 graden bijna de gehele dag metingen worden verricht.
Voor een GPS-netwerk hanteert de MD de volgende
eisen
meten van kringen: maximaal zes basislijnen per
kring;
aansluitcoördinaten gelijkmatig verdeeld over het net
werk, ook aan de randen;
minimaal vier stations in RD en NAP bekend;
elk station is aangemeten door tenminste twee basis
lijnen;
onafhankelijke basislijnen (met twee ontvangers wordt
hieraan altijd voldaan);
geen draaipunten in het netwerk.
Meting
Er wordt gemeten in sessies. Bij elke sessie wordt op
nieuw opgesteld en per sessie wordt de antennehoogte
voor- en achteraf gemeten. Via de controller van de Wild-
ontvanger wordt automatisch een sessie opgestart, waar-
Tabei 1. Een schatting van de meetduur, gegeven de
satellietgeometrie, de lengte van de basis
lijn, het aantal satellieten en de minimum
elevatie.
GDOP: Geometrie Dilution Of Precision:
maat voor de satellietgeometrie.
Cycle ambiguities niet bepaald
Regio Regio Delft
na de invoer van puntnummer en opstelhoogte volgt.
Daarna bewaakt men de meting door onder andere te
letten op de Time2go indicator op het schermpje van de
ontvanger. Deze indicator geeft aan hoe lang nog moet
worden gemeten om met grote waarschijnlijkheid een
goede basislijnoplossing te kunnen bepalen. De Time2go
indicator geeft op basis van de satellietgeometrie, het
aantal waargenomen satellieten op beide frequenties, de
basislijnlengte en de gewenste precisie de benodigde
meetduur aan. Als de Time2go indicator hiertoe aanlei
ding geeft, wordt de sessie beëindigd.
Tabel 1 geeft een indicatie van de meetduur in de praktijk
bij gebruik van Wild GPS system 200 ontvangers en SKI-
programmatuur.
Thans is de beperkende factor in het produktieproces de
reistijd tussen de beide opstelpunten. De reistijd neemt
min of meer lineair toe met de afstand. Het verband
tussen verplaatsingstijden en de verschillende meet
methoden wordt beschreven in [9], Gestreefd wordt naar
minimale reistijden.
Verwerking 1
De meetploegen zijn zodanig uitgerust, dat ze zelfstandig
na de meting de verwerking kunnen uitvoeren. Bij con
statering van fouten of onduidelijkheden kunnen de be
trokkenen zelf snel actie ondernemen. In het uiterste
geval kan de volgende (werk)dag hermeting plaats
vinden.
In de huidige werkprocedure berekent de projectleider na
de inwinning op dezelfde dag de basislijnen met SKI-
programmatuur. Per basislijnoplossing is de enige kwali
teitseis dat alle „cycle ambiguities" [13] bepaald zijn. De
programmatuur geeft dit per basislijn aan. Wanneer deze
ambiguities niet bepaald blijken te zijn, wordt de be
treffende basislijn opnieuw gemeten. De rekenkundige
trukendoos om alsnog tot resultaat te komen, laat men
dicht omdat ervaring heeft uitgewezen dat deze basis
lijnen problemen opleveren bij de 3D-vereffening.
Verwerking 2
De in de regio berekende basislijnen worden centraal in
Delft vereffend met HANNA. Basislijnen die in de vereffe
ning worden verworpen, worden indien de netwerkcon
structie dit toelaat, weggelaten en anders overgemeten.
GDOP
lengte
basislijn
aantal
satellieten
minimum
elevatie
meetduur
5
5 km
5
15 gr
10 minuten
5
10 km
5
15 gr
15 minuten
315
Verwerking 2
NGT GEODESIA 94 - 7/8