De met GPS bepaalde 3D WGS84-coördinaten zijn ge
transformeerd [6] naar RD-coördinaten en een NAP-
hoogte gerelateerd aan de tijd. De totale meetduur van de
omtrek bedroeg ongeveer drie uur. Automatische meting
van het tij in het Zeegat op Texel is gebruikt voor een
globale controle van de hoogte-informatie. De horizontale
coördinaten zijn niet gecontroleerd tegen een externe
referentie. Enkel de kwaliteitsindicaties gegenereerd
door SKI gaven een beeld van de kwaliteit van de coördi
naten. De a posteriori precisie van de X- en Y-coördinaten
is geschat op 0,50 m, veroorzaakt door het niet verti
caal houden van loodstok en trekkar.
Fig. 3. go-methode is toegepast bij project Schiphol.
Schiphol-project opgeheven. Onder andere is 24 uur per
dag een goede satellietgeometrie aanwezig. Ook de
apparatuur en programmatuur zijn verbeterd. Gezien
deze ontwikkelingen heeft de MD in juni en juli 1993 op
nieuw testmetingen uitgevoerd, waarbij met name de ont
vangers, de kwaliteit van de metingen en de codering
aandacht kregen [10].
Drie locaties zijn geselecteerd voor deze testen. Elke
locatie kent eigen specifieke omstandigheden, maar alle
drie hebben weinig obstakels.
De meetomstandigheden waren in alle gevallen nage
noeg gelijk. De metingen zijn uitgevoerd met Wild GPS
system 200 ontvangers en verwerkt met SKI-programma-
tuur. Een minimum elevatie van 15 graden is aange
houden en 4 - 6 satellieten waren zichtbaar tijdens de
metingen. Initialisatie vond plaats vanaf een bekend punt
of via een rapid static basislijn. De Wild-ontvangers gene
reren bij een ontvangst van minder dan vier satellieten
een waarschuwing: ,,Re-lnitialise", hetgeen betekent dat
opnieuw geïnitialiseerd moet worden.
Fig. 4. Hoge inwinsnelheden zijn mogelijk door het terrein gemotori
seerd te doorkruisen; hier met de Quad.
Project ,,De Razende Bot"
De Razende Bol is een onbewoonde zandplaat tussen
Den' Helder en Texel. Het is een licht golvend terrein
zonder obstakels, met een oppervlakte van 6 km2. Om
verplaatsing van het eiland te kunnen vaststellen, wordt
tweejaarlijks de laag-laagwaterlijn bepaald. De opdracht
gever is tevreden met RD-coördinaten met een lage preci
sie 20 cm).
De meest recente bepaling van de laag-laagwaterlijn
heeft plaatsgevonden met behulp van kinematische GPS.
In eerste instantie was het de bedoeling om de meting uit
te voeren met een „Quad": een vierwiel aangedreven
motor (fig. 4). Tijdens de voorbereiding bleek dat met
deze Quad hoge inwinsnelheden mogelijk waren. We
gens transportproblemen kon de Quad echter niet wor
den ingezet. Daarom werd besloten een trekkar en een
loodstok te gebruiken. De trekkar is een omgebouwde
lorrie waarop een antennestok met meetapparatuur is
bevestigd (fig. 5). Door praktische problemen zoals weg
zakken van mens en machine in het zand, te zware
apparatuur en antenne scheefstand namen de metingen
aanzienlijk meer tijd in beslag dan gepland, waardoor
geen gelegenheid meer was om controlemetingen uit te
voeren.
Tijdens de gehele meting gaf de ontvanger geen enkele
keer de melding Re-lnitialise. Desondanks is besloten om
tijdens de meting na maximaal een uur via een rapid
static basislijn opnieuw te initialiseren. De volledige
meting is hierdoor in vier gedeelten uitgevoerd.
ProjectEindho ven
De locatie te Eindhoven betreft het kruispunt Leender-
heide RW2/RW67. Deze situatie was recentelijk terres-
trisch opgemeten en in een DTM beschikbaar. De meet-
locatie is een afslag waarbij alleen linker- en rechterkant
van het asfalt zijn aangemeten. Aan het eind van de afrit
is over de volledige breedte een verkeersportaal aan
wezig; overige obstakels zijn er niet. Het hoogteverschil
bedraagt maximaal 5 m.
Er is gebruik gemaakt van twee referentie-ontvangers. De
afstanden van referentie naar de initialisatiepunten voor
de kinematische metingen was 200 tot 400 m. De detail
meting is uitgevoerd met twee mobiele Wild-ontvangers,
de ene bevestigd op een loodstok en de andere op een
trekkar. Drie strings zijn in heen- en teruggang gemeten.
Gedurende de gehele meting is zoveel mogelijk getracht
de antennes verticaal te houden. Beide mobiele ontvan
gers hebben direct na elkaar dezelfde route afgelegd. Na
een rapid static initialisatie is elke string in heenrichting
gemeten en vervolgens na hernieuwde initialisatie, in
terugrichting. Tijdens de meting heeft zich geen waar
schuwing Re-lnitialise voorgedaan.
Aan de hoogte is extra aandacht geschonken door het
verticaal houden van de loodstok en het slepen van de
loodstok over de grond. De trekkar is, indien noodzake
lijk, door een tweede persoon steeds verticaal getrokken.
De GPS-resultaten zijn vergeleken met het DTM. Hieruit
blijkt dat bij twee van de drie strings problemen ontstaan
na het passeren van het verkeersportaal. De coördinaat-
NGT GEODESIA 94 - 7/8
317