Structuurschema Groene Ruimte een stimulans voor landinrichting Inleiding Nota „Landinrichting in de jaren negentig" door ir. W. Meinema, senior-beleidsadviseur landinrichting bij het Kadaster te Apeldoorn. SUMMARY Green Space Master Plan, a stimulans for land consolidation In the spring of 1994 the Second Chamber of the Netherlands Parliament passed the „Green Space Master Plan". This master plan provides a coherent vision of space use in the rural areas. Land consolidation is an important tool for the implementation of the master plan policy. Keywords: rural planning, land management. Trefwoorden: landinrichting, grondbeleid. In februari en maart 1994 heeft de Tweede Kamer deel 3 het kabinetsstandpunt van het Structuurschema Groene Ruimte (SGR) behandeld en goedgekeurd. Dit structuurschema bevat de doelstellingen en hoofdlijnen van ruimtelijk beleid van het Rijk voor een aantal functies van het landelijk gebied. Het doorloopt de procedure van de zogenoemde planologische kernbeslissing (pkb, zie kader). Toen in de herfst van 1992 deel 1 het beleidsvoor nemen werd gepubliceerd, waren de reacties behoor lijk kritisch. Het Kabinet heeft vervolgens, op grond van bestuurlijk overleg en inspraak, deel 3 geproduceerd, dat het bekritiseerde deel 1 volledig vervangt. Dit deel 3 is in het algemeen goed ontvangen. Ook in de Tweede Kamer is hierover waarderend gesproken; er werd zelfs gespro ken van de ,,nota der nota's". De tekst van deel 3 is, anders dan in deel 1per paragraaf opgebouwd uit de eigenlijke pkb-tekst (de beleidsuit spraken), een toelichting hierop en een motivering van de aanpassingen ten opzichte van deel 1. Tot het SGR behoren veertien kleurenkaarten die elk voor zich de pkb-status bezitten. Verder is een bijzonder fraaie overzichtskaart, formaat 68 bij 99 cm, bij het SGR gevoegd. Omdat het accent op landinrichting wordt gelegd, wordt eerst de nota „Landinrichting in de jaren negentig" be handeld. Pkb-procedure Ingevolge de Wet op de Ruimtelijke Ordening, artikel 2a, eerste lid, stelt de Ministerraad plannen vast voor bepaalde aspecten van het nationale ruimtelijke beleid. Zo'n plan, bijvoorbeeld een structuurschema, doorloopt de procedure van de plano logische kernbeslissing (pkb). Van het SGR werd deel 1de ontwerp-pkb, gepubliceerd op 13 oktober 1992, Het ontwerp doorliep vervolgens een inspraak- en adviesronde. Inspraakreacties en verslag van het bestuur lijk overleg zijn gebundeld in deel 2. Op basis van inspraak en advies heeft het kabinet de ontwerp-pkb herzien en vervolgens als deel 3, het kabinetsstandpunt gepubliceerd en ter goedkeu ring aangeboden aan de Tweede Kamer (op 30 juni 1993, samen met deel 2). Naar aanleiding van de behandeling in de Tweede Kamer is de pkb-tekst op onderdelen aangepast. Deze gewijzigde pkb-tekst (deel 3a) is vervolgens door de Tweede Kamer goedgekeurd en behoeft thans nog de goedkeuring van de Eerste Kamer. Na goedkeuring door de Eerste Kamer wordt de vastgestelde tekst als deel 4 van de pkb gepubliceerd. De nota is een belangrijke bouwsteen van het SGR. Hij beschrijft het landinrichtingsbeleid voor de komende tien jaar. Als belangrijkste kenmerk van landinrichting wordt de brede inzetbaarheid genoemd: door een project matige en gebiedsgerichte aanpak is landinrichting hèt instrument om het (rijks)beleid met betrekking tot het landelijk gebied te realiseren. Om die reden doet het SGR een sterk beroep op landinrichting. De nota is gelijktijdig met het SGR uitgebracht en behan deld; hij is thans goedgekeurd door de Tweede Kamer. Aan de hand van de karakteristieke eigenschappen van landinrichting de meest karakteristieke is wel het ruilen van eigendoms- en gebruiksrechten worden in de nota drie zogeheten beleidsthema's voor het komende decen nium geschetst. Thema 1Multifunctionaliteit Landinrichting gaat uit van een evenwichtige benadering van de functies van een gebied. Dit houdt in dat de in richtingsmaatregelen voor een gebied vanuit de samen hang van de functies worden vorm gegeven en uitge voerd. Thema 2: Flexibiliteit Landinrichting wordt toegepast met inachtneming van een zo kort mogelijke duur en een zo groot mogelijke flexibiliteit. Zo wil het kabinet bijvoorbeeld de duur van projecten terugbrengen van gemiddeld 28 jaar (voorbe reiding uitvoering) naar gemiddeld 23 jaar (8 jaar voor bereiding 15 jaar uitvoering). Thema 3: Draagvlak Landinrichting vergt een voldoende draagvlak voor de veranderingen in de inrichting van een gebied. Het ster kere accent op de realisatie van natuur-, milieu- en land schapsdoelstellingen heeft het draagvlak voor landinrich ting bij natuur- en milieu-organisaties doen toenemen, echter het draagvlak bij de grondgebruikers (de boeren) is onder druk komen te staan. De nota constateert dan ook terecht dat dit sterkere accent op andere dan land bouwkundige doelstellingen, het zelfstandig belang van landbouw bij landinrichting onverlet laat. Overigens heeft de in 1990 (in het kader van de „Tussen balans") aangekondigde afschaffing van de landinrich tingsrente nogal voor wat beroering in de landbouw- wereld gezorgd. 320 NGT GEODESIA 94 - 7/8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1994 | | pagina 8