K
i
BfitaiÉ
zoals die door de MD zijn opgesteld [2], De metingen
werden uitgevoerd met drie Trimble 4000SSE 2-fre-
quentie-ontvangers volgens de Fast-Static-methode en
met drie Wild GPS-system 200 2-frequentie-ontvangers
volgens de Rapid-Static-methode. Voor de berekening
van de GPS-basislijnen werd geen combinatie gemaakt
van de meetgegevens van beide typen ontvangers. De
metingen werden verwerkt met het Trimble-programma
TRIMVEC voor de Trimble-meetgegevens, het Leica-
programma SKI voor de Leica-meetgegevens en het pro
gramma GyPSy.
Tijdens het project werd de P-code versluierd tot de Y-
code [4], In deze periode werd gemeten met de Leica-
ontvangers. Problemen hebben zich door deze verande
ring niet voorgedaan. Het was een hele verademing te
constateren dat de meting zonder noemenswaardige pro
blemen kon worden afgesloten. Een ander belangrijk
resultaat was dat het vertrouwen in de inzet van GPS voor
paspunt- en grondslagmetingen terug was.
Project Krimpenerwaard-Noord
In project Krimpenerwaard-Noord werd voor de eerste
keer kennis gemaakt met GPS-kernnetpunten [1], Dit
project, uitgevoerd voor het Kadaster te Rotterdam, be
stond uit de inmeting van 48 clusters van drie paspunten
in RD en NAP. Van elk cluster van drie paspunten werden
twee paspunten ingemeten met behulp van GPS. Voor de
aansluiting kon gebruik worden gemaakt van vijf GPS-
kernnetpunten. De metingen werden uitgevoerd met drie
Wild GPS-system 200 2-frequentie-ontvangers van Leica
volgens de Rapid-Static-methode. De metingen werden
verwerkt met het programma SKI en het programma
GyPSy. Als meetopzet werd de Waaier-methode gebruikt
(fig. 1). Ook hier werden alle GPS-basislijnen onafhanke
lijk van elkaar gemeten en werden alle punten gecon
troleerd gemeten. Bij de aansluiting aan de GPS-kernnet
punten werd een probleem geconstateerd bij één van de
aansluitpunten. Na overleg met de opdrachtgever werd
dit punt niet gebruikt.
Project Rijksweg 6
Dit project, uitgevoerd voor de MD, bestond uit de in
meting van 278 paspunten en 27 grondslagpunten. Aan
gesloten moest worden op 11 aansluitpunten die in RD en
NAP bekend waren. Gemeten werd met drie Wild GPS-
system 200 ontvangers. De te bepalen punten waren
gelegen langs Rijksweg 6 (A6) van de Hollandse Brug bij
Almere tot aan het knooppunt Emmeloord (fig. 2) en
waren voor GPS-metingen goed bruikbaar. De lengte van
het traject is ongeveer 70 km. De meting moest voldoen
aan de eisen zoals die door de MD zijn opgesteld [2],
- V
v i
Fig. 2. Bepaling paspunten langs Rijksweg 6.
In fig. 3 is een deel van het netwerk terug te vinden en is
goed te zien hoe het netwerk is opgebouwd. Tijdens het
project waren er geen ontvangstproblemen. Alleen wer
den bij de meting van paspunten gelegen op de vlucht
strook „cycle slips" geconstateerd op momenten waarop
vrachtauto's de ontvangers passeerden. Deze cycle slips
leverden geen problemen op in de verwerking.
DTM-metingen: proefproject Oostvaardersdijk
Dit proefproject is in samenwerking met de MD uitge
voerd. In [2] is reeds aangegeven hoe de meting is uit
gevoerd. Aanleiding voor dit project was de behoefte om
apparatuur en programmatuur te testen op gebruik voor
DTM-metingen. De locatie was zodanig gekozen, dat
geen obstakels aanwezig waren die de ontvangst van de
satellieten zouden kunnen verstoren. Verschillende op
nametechnieken zijn uitgeprobeerd, waarbij gebruik werd
gemaakt van de kinematische en de Stop Go-meet
methode. Er werden drie ontvangers gebruikt van het
type Wild GPS-system 200, waarvan één ontvanger als
referentiestation dienst deed. De twee andere werden
geplaatst op een prismastok en deden dienst als mobiel
station (fig. 4). De volgende aspecten werden bekeken:
herhalingsnauwkeurigheid;
initialisatie via bekend punt of via basislijnmeting;
aantal registraties per punt bij Stop Go-methode;
kinematisch meten versus Stop Go-meten;
gebruik van coderingen;
gesimuleerd signaalverlies;
handelbaarheid apparatuur.
364
Fig. 3. Deel van gebruikte meetopzet
toegepast in project Rijksweg 6.
NGT GEODESIA 94 - 9