Traditional methods (Relational GIS) Op V V toegesneden GIS-functies continu bekend is, zijn niet meer interessant voor inbre kers en/of overvallers, en het snel ter plaatse zijn bij een ongeval alsmede het adequaat kunnen reageren, leveren eveneens belangrijke kostenbesparingen op. In Neder land loopt bij de AVD te Driebergen een proef met een aantal vrachtwagens, waarbij men ingeval van calamitei ten onmiddellijk kan zien waar het ongeval plaatsvindt (zijn er woningen in de buurt?) en wat de lading is, om zo het eventuele gevaar voor de omgeving te kunnen in schatten. Reizigersinformatiesystemen Behalve het gebruik van GIS om klanten (doelgroepen) op te sporen en er het produktaanbod op af te stemmen, kan het nodig zijn reizigers goed te informeren ten einde een optimaal gebruik van infrastructuur te bevorderen. Voorbeelden zijn bekend dan wel denkbaar uit de toe ristenbranche en het openbaar vervoer. Het gaat hier om systemen waarbij de gebruiker wordt geïnformeerd over uiteenlopende zaken als reistijd, te volgen route (over stapmogelijkheden), rijsnelheid of de aanwezigheid van voorzieningen zoals tankstations, hotels/restaurants en parkeerplaatsen langs een route. Veel wordt verwacht van het informeren van de reiziger als het gaat om de beperking c.q. de beheersing van de mobiliteit. Er zijn dan ook legio voorbeelden van systemen dan wel pro jecten, zoals onder andere de NS- en de OV-reisplanner, het PRIS/IRIS-project in het kader van de Floriade, de verkeerssignalering en een pilot als Monitoring Casco (MONICA). Aan deze informatiesystemen liggen verschil lende technieken ten grondslag, van touch-screen" en PC applicatie tot informatieborden boven de weg, en van statische tot dynamische informatie. Ook hier geldt dat de functie van GIS kan variëren van die van gegevens- leverancier dan wel afnemer tot het verzorgen van de interface, inclusief opvragingen zoals route-adviezen. First method Pavement condition Second method 4 arcs 5 nodes verge condition o arcs 9 nodes Number ot lanes 3 arcs 4 nodes TOTAL 15 arcs 18 nodes 4 nodes 3 arcs 5 pseudo nodes Every item in seperate layer Too many graphical elements Every pseudo node changes value of items Too many attributes Dynamic segmentation route 1 section 3 arcs 4 nodes 2 routes 7 sections Information in route table Pavement condition 0 - 500 m.: Good 500 - 1200 m Moderate 1200 - 1800 m.: Good Verge condition 0 - 250 m.. Good 250 - 500 m Ditch 500 - 800 m Oracs 800 m - etc. Number of lanes 0 - 1200 m.: 4 1200 - 1800 m.: 2 Fig. 1. Drie methoden voor het relateren van gegevens aan een netwerk. Het recentelijk stijgend aantal verkeer- en vervoertoe- passingen van GIS heeft ertoe geleid dat een aantal GIS-pakketten met oplossingen is gekomen voor het probleem van het gebruik van verschillende verkeersnet- werken, al naar gelang de kenmerken die men eraan wil hangen (bijvoorbeeld verharding of intensiteiten). Tot dusverre was GIS vooral goed in het manipuleren van gebiedsgebonden ruimtelijke objecten, terwijl het inte ressegebied van verkeerskundigen vooral ligt in het mani puleren van lijngebonden objecten. Naarmate de GIS- toepassingen van verkeer en vervoer toenemen, springen de GIS-pakketten in op de netwerkproblematiek met het toevoegen van functionaliteit ten behoeve van manage ment van lijngebonden objecten. „Dynamic segmenta tion" is bijvoorbeeld het antwoord van ARC/INFO, Trans- CAD en MGE op het efficiënt omgaan met gegevens binnen verschillende netwerken. Ook binnen Saladin en GVIS zijn oplossingen gevonden voor deze problemen door middel van network matching. Beide technieken worden hieronder besproken, waarbij de gehanteerde terminologie afkomstig is uit respectievelijk ARC/INFO en GVIS. In MGE, TransCAD en Saladin worden echter ver gelijkbare technieken toegepast. Dynamic segmentation (de ARC/INFO methode) „Dynamic segmentation" ofwel dynamische segmentatie is een methode om gegevens aan een netwerk te koppe len door middel van hun relatieve locatie in plaats van hun absolute locatie („arc-nodes"). Was het bij traditio nele methoden nodig om een netwerk op te knippen in nieuwe arcs (te segmenteren) bij elke wijziging van een attribuutwaarde, nu kan het netwerk intact blijven en wordt de plaats van de wijziging van het attribuut be rekend door middel van interpolatie van de lengte van de are. Stel, een are loopt van km 10 tot 12, en de verharding is van km 10 tot 11 asfalt, dan wordt op 0 - 50% van de are het symbool voor asfalt ge tekend. Fig. 1 illustreert het verschil tussen traditionele methoden en dy namic segmentation. Duidelijk is het nadeel van beide tra ditionele methoden: de eerste me thode heeft behalve geografische gegevensredundantie als nadeel dat bij wijziging van het netwerk drie net werken moeten worden gemuteerd! De tweede methode geeft dubbel zoveel beheersproblemen. Behalve dat waarden van attributen redun dant (vaker dan nodig) voorkomen, bestaat de kans dat bij wijziging van een attribuut verdere segmentatie in het netwerk nodig is. Bij dynamic segmentation worden attribuutgegevens (events) indirect gekoppeld aan de grafische ge gevens (arc-nodes), waardoor het mogelijk wordt n m relaties tussen arc-nodes en attribuutgegevens te definiëren. Hoe deze indirecte kop peling plaatsvindt, wordt geïllus treerd in fig. 2. Nieuwe termen zijn „routes", „sec ties" en „events". 414 NGT GEODESIA 94-10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1994 | | pagina 10