Digitale topografie door M. Pieters, accountmanager bij RAET Decentrale Overheid.
In een tijd waarin het denken over vastgoedintegratie
langzaam maar zeker op gang begon te komen, heeft
RAET Decentrale Overheid het pakket GEOCAD ontwik
keld. Dit denken leidde tot een belangrijke conclusie: de
relatie tussen gegevens uit verschillende toepassings
systemen bestaat vaak uit de onderlinge ligging van de
bijbehorende beheersobjecteneen rioolstreng ligt onder
een wegvak, een gebouw staat op een bepaald kadas
traal perceel, percelen grenzen aan een uitbreidingsplan
en woningen liggen in een geluidshinderzone. Deze con
clusie kon dus worden vertaald in de stelling dat vast
goedintegratie niet mogelijk is zonder digitale topografie.
Opbouw van digitale topografie:
een korte historie
«jjrr
Bij het opbouwen van digitale topografische bestanden
kunnen drie wegen worden bewandeld:
zelf terreinmetingen uitvoeren en verwerken;
digitaliseren van kaarten of luchtfoto's;
bestanden kopen.
Afhankelijk van de gekozen werkwijze moeten bepaalde
faciliteiten beschikbaar zijn.
Voor het verwerken van terreinmetingen is programma
tuur nodig, die ,,ruwe" meetgegevens uit een veldboek
kan inlezen, het gebruikte coderingssysteem kan inter
preteren en de gegevens tot een digitaal bestand kan ver
werken. Een integrale koppeling naar een pakket voor
grondslagvereffening is momenteel een must.
De kracht van het veldcoderingssysteem is bepalend
voor de snelheid en effectiviteit waarmee buiten kan
worden gemeten. Bij het digitaliseren van luchtfoto's of
bestaand kaartmateriaal moet een coderingssysteem
kunnen worden gebruikt, dat hiermee tot op zekere hoog
te overeenkomt. Het verhoogt de produktiviteit van opera
tors en verlaagt de foutgevoeligheid.
Gemeenten die voor de levering van digitale topografie
contracten afsluiten met derden, zoals het Kadaster of
nutsbedrijven, moeten de beschikking hebben over con
versieprogrammatuur. Even belangrijk zijn echter strikte
afspraken over de inhoud van de geleverde bestanden,
met name over de geometrische structuur.
Bestands- en gegevensbeheer
De waarde van gemeentelijke digitale topografie kan in
de miljoenen lopen. Het beheer van dit vermogen moet
dan ook niet worden onderschat. Beheer kan naar twee
niveaus worden onderscheiden:
bestandsbeheer: via bestandsbeheer wordt centraal
vastgelegd welke bestanden door welke gebruikers op
welke werkplekken mogen worden gebruikt. Boven
dien ligt vast wat een gebruiker er vervolgens mee
mag doen: alleen inzien of ook muteren;
gegevensbeheer: dit heeft betrekking op het bewaken
van de kwaliteit van de inhoud van de bestanden.
Hierbij gaat het om juistheid en volledigheid, geometri
sche kwaliteit (PIB, inwinningscode), maar ook om
actualiteit en herkomst (datum en bron) van elk afzon
derlijk object.
Bijhouding en kwaliteitsbewaking
De bijhouding van digitale topografie behelst veel meer
dan het bijhouden van digitale kaarten. Behalve het
lijnenwerk moeten immers ook de attribuutgegevens wor
den bijgehouden. Vooral de datum is hierbij van belang.
Op basis hiervan kunnen eenvoudig hulpkaarten of was/
wordt-overzichten worden gegenereerd ten behoeve van
de gebruikers van de digitale topografie.
Ook de structuur van de bestanden is in ontwikkeling. Er
is een duidelijke trend waarneembaar naar „gestructu
reerde" bestanden: bestanden met een segmenten
structuur, met multicodering en zonder geometrische ruis
zoals overlappende lijnen, aansluitfouten, overtollige
knikpunten, over- en undershoots. Bij het aanbrengen en
handhaven van deze structuur moeten uiteraard ook de
attribuutgegevens worden betrokken.
Presentatie
Ook in de wereld van digitale topografie is de klant
koning. De tijd waarin gebruikers tevreden waren met een
afdruk van de kaart zoals die in de kast hing, is voorbij.
De moderne gebruiker of afnemer verwacht bestanden
die geschikt zijn voor gebruik binnen zijn eigen beheer-
omgeving, afdeling of toepassing zonder extra kosten. In
de meeste gevallen betekent dit, dat het uiterlijk van ge-
NGT GEODESIA 94 - 10
Presentatie van digitale topografie.
421