mm kadastrale werk. Middenin de zaal zit een rekengroep die alle metingen voorbereidt en controleert, ook het reken werk voor de trace's van de ringlijn (fig. 4), de Amstel- veen-lijn, de Piet Hein-tunnel (fig. 5) en dergelijke, vanaf de voorbereidende werken tot en met de revisiemetingen als het werk gereed is. In het derde deel van de zaal zitten vier mensen die teken- en rekenwerk verrichten voor her inrichting, of ter assistentie van de andere afdelingen, of projectmatig als een soort ingenieursbureau werken. Er is ook een eigen fotogrammetrische afdeling. Een analytische plotter van Kern (DSR 15), bediend door foto- grammetrie-deskundigen, zorgt voor de bijhouding van de digitale kaart. Met behulp van inspiegeling van het oude bestand in de nieuwe luchtfoto worden mutaties snel opgespoord en bijgewerkt, dat wil zeggen voor de zachte topografie. Zachte topografie, licht Harm toe, zijn waterkanten, sloten en plantsoengrenzen, maar ook lantaarnpalen waarvan je, als je er tegenaan loopt, niet direct zou zeggen dat er sprake is van zachte topografie. De harde topografie wordt terrestrisch gemeten. Kartografisch smullen Het is merkwaardig dat, hoe technisch nauwkeurig, multi functioneel en onmisbaar de grootschalige topografische basiskaart ook mag zijn, zijn kleinschalig familielid op schaal 1:10 000, dat op het Kartografisch Centrum tot stand komt, over het algemeen veel meer bewondering oogst. De fraaie en gevarieerde vormgeving en vooral de kleurenrijkdom zijn daar waarschijnlijk niet vreemd aan. Het is eigenlijk ons visitekaartje, zegt Jan de Boer. Die kaart, drie meter hoog tegen de wand (fig. 6), diende vaak als achtergrond bij tv-optredens van burgemeester Van Thijn, al of niet samen met hoofdcommissaris Nordholt. De kaart heet eigenlijk de kleinschalige kaart van Amster dam ofwel de kaart 1:10 000, maar Hazel de Jongh, hoofd van het Kartografisch Centrum, laat een dikke map vol varianten op die kaart zien. Als we deze basiskaart (1 10 000) eenmaal in de computer hebben zitten, kunnen we er ook een heleboel andere dingen mee doen, vertelt ze. De map bevat onder andere een kaart van het Amster damse Bos en gekleurde luchtfoto's (1 10 000), waar mee ook de bestaande kaart wordt bijgewerkt. Standaard wordt ook een kaart op schaal 1 125 000 vervaardigd, die als ondergrond dient voor meerdere doeleinden zoals routekaartjes, metro-, bus- en tramlijnen, rioleringskaart, kaartje van de historische groei. Wij maken kaarten van 1 5000 tot 1 125 000. De kaart- schalen 1 5000, 50 000 en 125 000 zijn de moeder bestanden, vertelt Hazel, waaruit andere kaarten ont- staan door verkleining of vergroting hiervan. De kaart op 125 000 hebben we zelf gescand en gevectoriseerd, voor de 10 000 kaart is dat een dusdanig grote klus, dat we dat hebben uitbesteed. Dit jaar nog zal Amsterdam digitaal beschikbaar komen. Dat bestand gebruiken we enerzijds om de kaart te drukken en anderzijds om te voldoen aan de toenemende vraag naar gegevens voor geografische informatiesystemen, want tegenwoordig wil iedereen maar GISsen. Op een werkstation demonstreert Wim Muller hoe de bij werking verloopt. Luchtfoto's worden gescand en in het werkstation onder het kaartbeeld gebracht met behulp van een rasterbewerkingspakket van Intergraph. Je wijst vier punten aan in het lijnenbeeld en vier punten in het gescande rasterbeeld van de foto. Het oude beeld wordt er dan naartoe getransformeerd. De lijnen van het oude bestand worden in geel zichtbaar over de luchtfoto- beelden. Duidelijk valt op wat is veranderd. Zodra Wim Fig. 6. Hazel de Jongh en Leen Murre bij de representatieve stads- kaart van Amsterdam. Fig. 7. Fotogrammetrische bijwerking van de stadskaart. een stukje heeft bijgetekend, wordt dat eveneens geel. De huidige foto maakt duidelijk dat er in het havengebied de laatste tijd weer een groot aantal tonnetjes (redelijk grote silo's) zijn bijgebouwd. Drie punten van de cirkel moeten worden aangewezen om een silo op de kaart te krijgen. Het systeem weet dan hoe daaruit een cirkeltje moet worden geconstrueerd (fig. 7). Bijwerking gebeurt overigens ook aan de hand van de 1 1000 kaart van de andere afdeling; die wordt dan gegeneraliseerd. Ook deze methode van bijwerking is redelijk uniek. Behalve dat het bestand uniek is, bevat het ook nog intel ligentie, waardoor het mogelijk is, door aanwijzing van een object op de kaart, de gegevens van de kaartobjec- ten te raadplegen: alle gebouwen, alle groenvlakken, enzovoorts. Voor dat doel is het bestand objectgericht gemaakt. Er kunnen ook selecties worden gemaakt met behulp van de nummers die aan alle gebouwen zijn toegekend, waar mee de administratieve gegevens uit de gegevensbank worden opgeroepen. Wij maken zelf geen gegevensbank, doch leveren slechts de unieke gebouw-identificaties. De bijbehorende administratieve gegevens worden door anderen opgebouwd. Speciale programmatuur is ontwik keld om deze gegevens te kunnen koppelen. Duidelijke GIS-voorbereidingen dus. Ja, men vraagt erom, zegt Hazel, het lijkt een soort modeverschijnsel, maar we hel pen ze er wel bij en we zeggen ook als iets niet mogelijk is. Soms wil men zo'n uitgebreid systeem, dat men tot op NGT GEODESIA 94-11 477

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1994 | | pagina 21