key to bitmaps region I B E I CD c B E waren. Het point in polygon probleem werd beschouwd als een bijzonder geval van sharing, hetgeen betekent dat sharing WAAR is als de objecten één of meer punten gemeenschappelijk hebben. Sinds 1988 zijn verschillende pogingen ondernomen om ruimtelijke relaties scherper te definiëren. Zonder daarop verder in te gaan, volgt hier een lijst met de predikaten voor lijn-vlakrelaties. Ook voor deze predikaten geldt dat een goede definitie ontbreekt. inside, outside, intersect; intersect not intersect, within/not within, cross/not cross; overlap, inclusion en asymetrische relaties, waarbij wel een relatie mogelijk is tussen lijn en vlak, maar niet tussen vlak en lijn. ,,9-intersection" definitie Recentelijk is door Herring en Egenhofer een uitbreiding gemaakt op de formele ordening van topologische rela ties tussen twee vlakobjecten [1], Deze uitbreiding had betrekking op binaire relaties in de tweedimensionale ruimte voor objecten anders dan vlakken, zoals de relatie tussen twee lijnobjecten of de relatie tussen een lijn- en een vlakobject. Voor lijn-vlakrelaties zijn de volgende definities relevant: een lijn is een opeenvolging van 1,n 1 -cell ele menten, zodanig dat de 1 -cell elementen elkaar niet snijden en geen lussen vormen. Een 1 -cell element is een verbinding tussen twee geometrisch onafhanke lijke 0-cell elementen („nodes" ofwel punten). Aan punten waarin slechts één 1 -cell element eindigt, wordt het kenmerk grens van een lijn" toegevoegd. Punten waarin meer dan één 1 -cell elementen samen komen, krijgen het kenmerk intern. Het interne van een lijn is de vereniging van alle interne punten en alle verbindingen tussen die punten. Het externe van een lijn is het verschil tussen de omringende tweedimen sionale ruimte en de vereniging van zowel de interne als de grens-punten (fig. 1); Fig. 1. Kenmerk „intern", grens" en extern" van een lijn. een vlak wordt gedefinieerd als een verbinding van homogene tweedimensionale 2-cell elementen. De grens wordt gevormd door een zogenaamde Jordan- curve die het externe deel van het vlak scheidt van het interne deel (fig. 2). Fig. 2. Kenmerk intern", .grens" en .extern" van een vlak. I Intern B Boundary E Extern Fig. 3. De 3x3 bitmap" van het 9-intersection model. Bij een wit element is er geen sprake van snijding. De 9-intersection beschrijft binaire topologische relaties in termen van snijdingen van twee ruimtelijke objecten. Elk object bestaat uit drie objectdelen. De negen moge lijke snijdingen van de zes objectdelen (bij twee objecten) worden bewaakt tijdens topologische transformaties en bieden een raamwerk voor de formele beschrijving van de relaties. Een aantal topologische invarianties kan worden toege past om de snijdingen te onderzoeken. De meest alge mene invariantie is de „distinctie" van de inhoud (leeg of niet leeg) van een snijding. Dit kan worden gerepresen teerd door middel van een 3x3 „bitmap" (fig. 3). Bij een wit element is er geen sprake van snijding. Bij een zwart element is er wel sprake van snijding van een lijn met een vlak. Het kenmerk van de lijn en het vlak bepalen welk element zwart wordt. Als we uitgaan van het principe „leeg of niet leeg", dan kunnen er bij de negen snijdin gen in totaal 29 512 mogelijke relaties tussen objecten bestaan. Echter, de meeste van deze relaties bestaan niet voor verbindingen tussen objecten in een tweedimen sionaal cartesisch stelsel. In totaal blijven 19 geldige rela ties over (fig. 4). Het 9-intersection model vormt een correct en compleet beeld van een systeem van ruimtelijke relaties. De wis kundige benadering alleen lijkt echter niet afdoende, om dat niet kan worden bepaald welke specifieke relaties nu in de praktijk relevant zijn. leder detailleringsniveau voor het onderscheiden van topologische relaties kan worden gezien als een abstractieniveau. Uiteindelijk kunnen we de vraag stellen of het 9-intersection model wel een juiste toepassing heeft voor GIS of voor kenniswetenschap pers. Het model onderscheidt 19 verschillende lijn-vlak relaties. Er zijn echter onderzoekers die van mening zijn dat GIS-gebruikers niet in staat zijn zoveel relaties te onderscheiden. Om deze intuïtieve benadering te eva lueren, zijn twee experimenten uitgevoerd. Het resultaat van deze experimenten wordt op beknopte wijze beschreven in [6]. Voor diegenen die interesse heb ben in de samenhang van linguïstiek en het formaliseren van topologische relaties, wordt in dat artikel een uitvoe rige lijst van literatuur gegeven. Hier wordt volstaan met een korte samenvatting van de experimenten. Samenvatting experimenten Er is een verzameling testen opgesteld, waarmee kan worden onderzocht hoe mensen ruimtelijke relaties tus sen lijnen en vlakken interpreteren. De experimenten zijn 480 NGT GEODESIA 94-11

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1994 | | pagina 24