Beschrijving van de varianten
Evaluatie volledigheid
variant O
I
A
variant 1
I
A
variant 2
I
A
variant
I
3 A 3a
f o t o v I u c h t
paspuntsbepaling
modelvorming
fotogr. blok
stereo-
kartering
inspiegelen
in het fotogramm.
uitw.instrument
en
stereokartering
ontschranken
per foto
vergroten
(2x)
digitaliseren
vanaf
vergroting
foto TDN
scannen
per foto
digitaal
ontschranken
„inspiegelen"
grafisch scherm
„heads-up"
digitaliseren
naverkennen
nabewerken bestand
tingen (2x) van. Vanaf deze vergro
tingen digitaliseert men de aanvul
lende topografie. De restvectoren in
de inpaspunten bij het digitaliseren
waren gemiddeld voor het landelijke
gebied 84 cm en voor het bebouwde
gebied 41 cm.
Varianten 3 en 3a kunnen worden
gekenschetst als het „vanaf beeld
scherm heads-up) digitaliseren in
het pixelbeeld van gescande
luchtfoto's".
Schema 1. Procesbeschrijving varianten.
behoud van kwaliteit. Variant 0, de basisvariant, geeft
een besparing van 30%. Bij variant 1 en 3, waar wordt uit
gegaan van het digitaal kadastrale hoofdbestand, kan de
besparing oplopen tot 50%. Landelijk gezien praat je dan
over tientallen miljoenen guldens.
De proef houdt in dat de resultaten van vijf varianten van
GBKN-vervaardiging naast elkaar worden gelegd. Het
Kadaster, dat wil zeggen het Kadaster Drenthe en de af
deling Fotogrammetrie van Kadaster IGT, vervaardigde
de varianten 0,1 en 2. De varianten 3 en 3a zijn afkomstig
van het samenwerkingsverband van Geodelta BV, Eftas
Nederland v.o.f. en Tablin Technisch Adviesbureau BV.
In schema 1 staan de vervaardigingswijzen van de vijf
varianten overzichtelijk naast elkaar.
Varianten 0 en 1 zijn traditionele stereokarteringen van
kleuren diapositieven op schalen 1:12 000 (landelijk) en
1 5000 (bebouwd) in plaats van de gebruikelijke foto
schalen 1 6000, respectievelijk 1 3500. De volledige
luchtkartering van variant 0 dient mede als referentie om
de volledigheid van de overige varianten te controleren.
Varianten 1 tot en met 3 nemen de bebouwing en de
kadastrale grenzen over uit het digitale Kadaster-hoofd
bestand; zij gaan voor wat betreft de te karteren topo
grafie uit van dezelfde foto's als variant 0 (fig. 1). Variant
3a (alleen landelijk gebied) gaat uit van zwart/wit foto's op
schaal 1 18 000 van de Topografische Dienst (TDN).
Varianten 2, 3 en 3a worden inge
past in het stelsel van de Rijksdrie
hoeksmeting op hoekpunten van ge
bouwen bekend in het Kadaster-
hoofdbestand.
Deze drie varianten zijn monobeeld-
karteringen. Dit betekent dat hoogte
verschillen in het terrein een bron
van fouten zijn als gevolg van de zo
genaamde „omvalling" in het fo
tobeeld.
Bij variant 2 ontschrankt men de
luchtfoto's en maakt men er vergro-
De zwart/wit TDN-foto's van variant
3a met schaal 1 18 000 zijn ge
scand met een resolutie van 20 pm.
Dit betekent een pixelgrootte van 36
cm in het terrein. Het digitale foto
beeld is per foto in één keer geome
trisch gecorrigeerd. Het aantal in
paspunten bedroeg per foto onge
veer 30, ten behoeve van de be
trouwbaarheid van de oplossing.
Hierna vond een zogenaamde „re
sampling" plaats van de foto's: op basis van de correc
ties van de paspunten kregen alle pixels hun nieuwe
plaats toegekend. Er werd als het ware een nieuw grid
over de foto gelegd, waardoor alles in het RD-stelsel komt
te liggen. Hierbij is een nieuwe pixelgrootte vastgesteld:
nu 50 cm in het terrein. Het aantal grijswaarden is terug
gebracht van 16 miljoen naar 256. Dit reduceerde de
bestandsgrootte van een digitale foto met een factor 30.
De 1 12 000 en 1 5000 kleurendia's van variant 3 zijn
in drie kleuren (rood, groen en blauw) gescand met even
eens een resolutie van 20 /^m. De pixelgrootte was
respectievelijk 24 en 10 cm in het terrein. Na resampling
en geometrische correctie werd de pixelgrootte op res
pectievelijk 35 en 15 cm gezet. Dit gaf bestanden welke
3x zo groot zijn als de zwart/wit-bestanden. Het aantal
kleuren in het digitale kleurenbeeld bedraagt ongeveer
16 miljoen.
In de digitale, geometrisch gecorrigeerde bestanden van
variant 3 en 3a vond het karteerwerk plaats. Het digitali
seren gebeurde per deelgebied, dat eerst op lokale pun
ten werd ingepast. De gemiddelde lengte van de rest
vectoren waren in landelijk gebied ongeveer 50 cm en in
bebouwd gebied 25 cm.
In landelijk gebied geven alle varianten een zelfde, nage
noeg compleet beeld te zien ten aanzien van bebouwing
en infrastructuur.
B/L
variant 0
gemid. o
variant 1
gemid. o
variant 2
gemid. o
variant 3
gemid. o
variant 3a
gemid. o
L
0,30
0,37 0,27
1,04 0,84
0,96 0,56
0,63 0,50
B
0,15
0,18 0,21
0,92 0,86
0,36 0,28
L landelijk B bebouwd
Tabel 1. Resultaat profielmetingen van huis tot infrastructuurobject in meters.
De cijfers van variant 0 zijn herleid uit aanmeetprecisie in de foto en de resultaten van
variant 0/1 uit tabel 2 (met behulp van de voortplantingswet).
NGT GEODESIA 94 - 12
519