p :Jf p i i 1 11 ipte- i m mm i lilBS! --mp 2' IjffJ if: té® 'W>y. Het automatisch detecteren van paspunten levert nog problemen op, maar wellicht dat deze ontwikkeling min der belangrijk wordt als met behulp van GPS en INS de coördinaten van de opnamecentra voldoende nauwkeurig kunnen worden bepaald. Om de uitwendige oriënteringsparameters van opnamen binnen vliegstroken automatisch te bepalen, kan gebruik worden gemaakt van een combinatie van technieken. De positie van de opnamecentra wordt bepaald met de bovengenoemde technieken, en de draaiing om de vlieg as wordt bepaald door in ligging bekende, „makkelijke", lijnvormige objecten in de opnamen semi-automatisch te detecteren. Inwinning van objecten De artikelen richten zich voornamelijk op het computer ondersteund inwinnen van wegen en gebouwen. Bij wegen wordt het besef groter dat automatische herken ning alleen mogelijk is in veelal kleinschalige opnamen waarin de weg niet wordt onderbroken en duidelijk con trasteert met de omgeving. Omdat deze situatie zich in de praktijk meestal niet voordoet, worden semi-automati- sche technieken ontwikkeld waarbij een operateur het begin van een weg aanwijst en de computer de weg volgt tot de situatie te onduidelijk wordt. Om deze situatie te herkennen, worden kwaliteitsmaten ontwikkeld. Automatische gebouwenextractie werkt redelijk bij ideale opnamen. De gepresenteerde technieken kenmerken zich door hun grote complexiteit en de vele aannamen over de vorm van de gebouwen. Een interessante ontwikkeling is het combineren van twee technieken om nauwkeurig randen in de beelden, bijvoorbeeld die tussen bebouwing en bouwland, vast te leggen. Nadat de operateur een rand heeft aangewezen, wordt de ,,snakes"-techniek ingezet. Hiermee wordt de rand gevolgd, waarbij ontbrekende delen van de rand kunnen worden oversprongen. Vervolgens wordt met de „template matching"-techniek de positie van de grof ge vonden rand nauwkeurig bepaald. Inwinning van DHM's De bestaande methoden waarbij digitale beelden worden „gematcht" om een DHM te genereren, worden verder verfijnd. Een mogelijke verfijning is het gebruik van ran den in het beeld. De vensters die worden gematcht, wor den zo gekozen, dat deze niet over de randen zijn ge plaatst. Het gebruik van een drievoudige overlap voor automati sche DHM-bepaling lijkt vooral verbetering op te leveren als de overlappende opnamen in een blok in plaats van in een strook liggen. Het matchen van vlakken op basis van hun vorm is een alternatieve, en nu nog weinig succesvolle, mogelijkheid om automatisch hoogte-informatie in te winnen. Digitaal-fotogrammetrische werkstations Er bestaat een groeiend aantal pc-programmapakketten waarmee fotogrammetrische handelingen kunnen wor den verricht, zoals DHM-vervaardiging. De meeste pak ketten zijn alleen geschikt voor inwinning vanuit ortho- foto's om kleinschalige bestanden op te bouwen. Algemeen geldt dat de mogelijkheden van automatisering van het fotogrammetrische proces vooral zijn toegepast bij de DHM-vervaardiging; de komende jaren zullen mo dulen worden toegevoegd voor automatische relatieve oriëntering en aerotriangulatie. Bij nieuw te ontwikkelen instrumentarium wordt de twee deling in systemen verder doorgevoerd: het ene systeem is voor fotogrammetrisch opgeleide en het andere voor niet-fotogrammetrisch opgeleide gebruikers. De eersten leveren vooral geo-informatie, de laatsten gebruiken vooral geo-informatie. Nieuwe informatiebronnen Door het grote aantal deelnemers uit Duitsland werden veel artikelen gepresenteerd met analyseresultaten van de Duitse MOMS-02-opnamen. Met deze opnamen, ge maakt met een „push broom"-scanner vanuit de Space Shuttle, en met een minimale resolutie van 4,5 x 4,5 m2, is het mogelijk automatisch DHM's te maken met een hoogtenauwkeurigheid van ongeveer 14 m, en handmatig planimetrische coördinaten in te winnen met een nauw keurigheid van ongeveer 6 m. De intentie bestaat om de sensor over enkele jaren op de Russische MIR te installeren. GIS en de koppeling met fotogrammetrie De ontwikkeling van een 2D- naar een 3D-GIS zet zich voort. De tussenstap van 2D naar 2V2D is gezet. Er wordt nog gewerkt aan een soepeler integratie van GIS en DHM, alsmede aan een algemeen model voor een 3D- GIS. Ook is aandacht besteed aan de omgang met on zekerheden binnen een GIS. Onder andere werd de aan beveling gedaan de gebruikelijke kansrekening te ge bruiken om een kwaliteitsoordeel te geven over de ligging en classificatie van kunstmatige objecten, en de „fuzzy logic" voor die van natuurlijke objecten. 1 "o 1 m s Automatisch gegenereerd DHM. Bij het symposium heeft geen revolutionaire doorbraak van een nieuwe techniek plaatsgevonden. Algemeen werd gesteld dat, om de beeldspraak uit het symposium te gebruiken, de relatie tussen „computer vision" en fotogrammetrie die van een huwelijk begint te benaderen. Gelukkig wordt veelal van het idee afgestapt dat het fotogrammetrisch proces volledig is te automa tiseren. Om de integratie van computer vision en foto grammetrie te optimaliseren en hiermee een zo groot mogelijke inzet van computers te bereiken, dient veel aandacht te worden besteed aan kwaliteitsmaten. De menselijke operateur hoeft dan zo min mogelijk in te grij pen in het proces van inwinnen. De artikelen zijn gebundeld in twee delen. Ebner H„ C. Heipke en K. Eder (Eds.), Spatial Informa tion from Digital Photogrammetry and Computer Vision. ISPRS - Commission lil, september 5-9, 1994, München, Duitsland, ISSN 0256-1840. Remko Wicherson NGT GEODESIA 94 12 529

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1994 | | pagina 25