sche kaarten werden derhalve allemaal gedigitaliseerd. Daarnaast werden op een andere etage analoge kaarten gescand voor eigen toepassing in een CAD-systeem. Ik kreeg de indruk dat men amper van elkaar wist wat men deed. De bijhoudingsfilosofie is vrij eenvoudig: eens in de vijf jaar wordt een compleet nieuwe kaart gemaakt. Tijdens deze excursies kunnen zinvolle contacten wor den gelegd met deelnemers/collega's uit andere landen. Al met al was het zoals vanouds een geslaagde Geo- datentag. Door de grote aantallen mensen was het op de beurs te druk om aan een zorgvuldige kennisverwerving te doen, wel aan kennissenverwerving'. Klaas van der Hoek U „SPATIAL DATA HANDLING" Ingeleid door een ,,bag piper" werd op maandagavond 5 september 1994 te Edinburgh (Schotland) het internatio nale symposium over „Spatial Data Handling" geopend. Het symposium was de zesde in een reeks, tien jaar eer der in Zurich begonnen. Latere symposia vonden om de twee jaar plaats in Brisbane (1986), Vancouver (1988), Zürich (1990) en Charleston (1992). De inleider en organisator, Thomas Waugh, sprak van een volwassen symposium. Immers alle „papers" waren „compleet" als volledige tekst beoordeeld, en niet alleen op basis van een samenvatting. Als daarbij 30% af valt, is dat dan een maat voor het belang van de ongeveer 1100 pagina's tekst die overblijven? Is het te hopen dat bij een volgend symposium nog meer afvalt, omdat het aantal pagina's alleen maar toeneemt? Maar dit terzijde. Als opmerking vooraf kan worden gesteld dat de organi satie stevig in handen lijkt van geografen en kartografen. Dit blijkt te meer uit de ondersteuning door de Interna tional Geographic Union. Hoewel deze disciplines de toon zetten, zoals bij de openingstoespraken bleek, zijn de overige aanwezigen waarschijnlijk voor een groot deel afkomstig uit de informatica-discipline. Ik heb niet een speciale interesse voor een bepaald onderwerp. Mijn belangstelling (en professionele ambitie) betreft meer het totale veld. De vraag is hoe dit totale veld te beoordelen, als niet op alle 1100 pagina's specifiek wordt ingegaan. De strategie die ik volg, is de drie laatst gehouden sympo sia (die van 1990, 1992 en het onderhavige) op een rij te zetten. Er ontstaat dan het volgende beeld. Steeds meer worden toepassingen voor het voetlicht ge bracht, bijvoorbeeld met digitale terreinmodellen en ruim telijke analyses bij beslissingsondersteunende systemen („spatial decision support systems"). Bij deze toepas singen is veel aandacht voor factoren als tijd („spatio- temporal GIS") en onzekerheid („fuzzy data handling"). Ook verschuift de aandacht langzamerhand van „structu ren" naar „processen", bijvoorbeeld van topologische gegevensmodellen naar topologische gegevensverwer king. Verwant hiermee is de mindere aandacht voor „ac cess en indexing methods". Vraagstukken als „polygon overlay" worden meer algemeen bekeken vanuit de „computational geometry" discipline. Bij deze symposia blijft (natuurlijk) redelijk veel aandacht bestaan voor gene ralisatie en visualisatie. Zo volgt ook de ene trend de andere op: voor „object oriëntatie" neemt de aandacht toe, terwijl die voor „knowledge based approaches" lijkt af te nemen. Dit zijn volgens mij de grote lijnen. Wie meer wil weten, kan de papers zelf ter hand nemen. Deze waren al tijdens NGT GEODESIA 94-12 het symposium beschikbaar, gebonden in twee kloeke delen. Helaas bevatten de boekwerken geen index op onderwerpen (en evenmin zijn de papers naar onderwerp gerubriceerd). Dat maakt het zoeken extra lastig. Advances in Gis Research. Proceedings, Volume 1 en 2, 1140 p. Thomas C. Waugh en Richard G. Healey, editors. Sixth International Symposium on Spatial Data Handling 5 - 9 september 1994, Edinburgh, Scotland, UK. Uitge geven door Taylor Francis, London. Harry Uitermark m BESCHERMING VAN VASTGOEDINFORMATIE TEGEN ONGEOORLOOFD GEBRUIK Op 3 november 1994 vond in de Reehorst in Ede een studiemiddag plaats over de bescherming van vastgoed informatie tegen ongeoorloofd gebruik. Deze studiemid dag werd georganiseerd door de VGVI, in samenwerking met de Faculteit der Geodesie van de TU Delft en de RAVI. Aanleiding was het binnenkort te verschijnen RAVI- rapport over auteursrecht op vastgoedinformatie. De studiemiddag werd geopend door prof. mr. J. de Jong, hoogleraar onroerend-goedrecht aan de Faculteit der Geodesie van de TU Delft. In haar inleiding ging zij in op het belang van een goede bescherming van vastgoed informatie tegen ongeoorloofd gebruik. Met name om in vesteringen die worden gedaan in het aanleggen van ver zamelingen vastgoedgegevens terug te kunnen verdie nen, is een zekere bescherming tegen ongeoorloofd ge bruik en doorlevering van de gegevens vereist. De eerste spreekster was mr. M. M. M. van Eechoud, die werkzaam is bij de RAVI. Zij schetste de resultaten van het RAVI-onderzoek naar auteursrecht op vastgoedinfor matie. De belangrijkste conclusie die daaruit kon worden getrokken, is dat het auteursrecht in het algemeen geen of slechts een beperkte bescherming biedt tegen het ongeoorloofd gebruik van vastgoedinformatie. Om een produkt auteursrechtelijk te kunnen beschermen, moet volgens de Auteurswet namelijk worden voldaan aan de zogenaamde oorspronkelijkheidsvereiste. Dit wil zeggen dat het produkt een oorspronkelijk karakter moet hebben en de persoonlijke visie van de maker tot uitdrukking moet brengen. Omdat feitelijke gegevens op zichzelf niet worden beschermd door het auteursrecht en de oor spronkelijkheid van vastgoedinformatie bovendien veelal sterk wordt beperkt door onder meer technische normen, standaardisatie en functionele eisen, lijkt het auteurs recht vooralsnog niet de meest aangewezen weg om vastgoedinformatie te beschermen tegen ongeoorloofd gebruik. Ir. M. Jellema, informatiemanager vastgoed bij het Vast goedinformatiecentrum Amsterdam, ging in op de exploi tatie van vastgoedinformatie in de praktijk. Hij schetste daarbij eerst de rol van het vastgoedinformatiecentrum Amsterdam als coördinerend informatiepunt voor de vast goedinformatievoorziening in de regio Amsterdam. Uit zijn voordracht werd duidelijk dat voor het vervullen van de distributiefunctie van het informatiepunt, het van het grootste belang is dat duidelijke afspraken worden ge maakt over onder meer standaardisatie van gegevens, informatiebeveiliging alsmede beschikbaarstelling, ge bruik en distributie van gegevens. Met name deze laatste zijn van groot belang om het ongeoorloofd gebruik van vastgoedinformatie tegen te gaan. In Amsterdam wordt hierbij gebruik gemaakt van een afsprakenstelsel, dat 531

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1994 | | pagina 27