Op weg met TOP I Ovector Een landsdekkende middenschalige geografische gegevensbank Analoog naar digitaal: de technische ontwikkeling Ontwikkelingen in het buitenland NGT GEQDESIA KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT '995-' gis/lis, topographic cartography, survey sig/sit, cartographie topographique, étude gis/lis, topografische kartografie, overzicht KEYWORDS MOTS-CLÉS TREFWOORDEN TOPiovector is de produktnaam van het basisbestand voor het schaalbereik i 5000 - 1 25 000. De basis ervan wordt gevormd door een zogenaamd dlm, een digitaal land schapsmodel: een gestructureerd bestand waarmee rekenkundige bewerkingen kunnen worden uitgevoerd. De Topografische Dienst Nederland (tdn) gebruikt het bestand 0111 er een dkm uit af te leiden voor de kaartseries 1 10 000 en i 25 000. dkm staat voor digitaal karto- grafisch model. Het is een (karto)grafische weergave van de in coördinaten en attributen vastgelegde werkelijkheid. dlm en dkm vormen samen het bestand ropiovector. De opbouw van TOPiovector is gestart in 1990 en zal in 1997 zijn voltooid. Daarmee is een landsdekkende mid denschalige geografische gegevensbank beschikbaar voor de professionele gis- gebruiker. Tot nu toe is 40% van Nederland digitaal vastgelegd (fig 1). Dit artikel beschrijft de weg die afge legd is om TOPiovector te ontwikkelen. Naast de techniek komen ook de men tale aspecten aan de orde. De structuur van het bestand en het produktieproces worden behandeld. Ook een toekomst visie ontbreekt niet. Historisch gezien is tdn een bedrijf dat kaarten maakt. De automatisering, in 1974 op gang gekomen, had tot doel langs digitale weg kaarten te vervaar digen. Dit was geheel in lijn met de ideeën die toentertijd werden uitge dragen op nationale en internationale congressen van kartografen, geodeten en fotogrammeters. De eerste grote exercitie dateert van 19 77 en betrof het DLMS-project (dlms Digital Landmass System). Het is een internationaal defensiepro- ir. E. Kolk, hoofd van de afdeling Topografie van de Topografische Dienst te Emmen. ject, uitgevoerd door een tiental NAVO-landen. dlms beoogt het exploiteren van een gegevensbank ten behoeve van radar simulatie. Voor de verdere ontwikkeling van het automatiseringsproces in de jaren tachtig heeft het DLMS-project een nuttige „pilof'-functie vervuld. De sectie dlms was tot voor enkele jaren binnen het bedrijf hèt expertisecentrum voor de prak tische beoefening van het opbouwen van bestanden. De jaren tachtig hebben qua produktie relatief weinig opge leverd. De apparatuur was duur en de mogelijkheden van de aangeboden hardware en software waren beperkt. Eigen soft- ware-ontwikkeling was onontkoombaar om de gewenste produktie te realiseren. Terugblikkend vind ik het pluspunt van die periode dat er ervaring werd opgebouwd. Die ervaring moet ons nu helpen om valkuilen te voorzien en te ontwijken. Sinds 1990 is de automatisering bij tdn echt van de grond gekomen [1]In drie jaar tijd is het aantal werkstations gegroeid van 5 naar 60. Het produktieproces verloopt nu nagenoeg geheel digitaal. De omschakeling heeft geleid tot een reorganisatie, omdat het produktieproces anders werd opgezet. Kartografen, die tot taak hadden kaarten te grave ren, werden omgeschoold om de analoog-digitaal conversie te verzorgen. De meest interessante ontwikkeling heeft zich voorgedaan in Duitsland. De westelijke deelstaten van de Bondsrepubliek Duitsland hebben atkis ontwikkeld [2]. atkis, het Amtli- ches Topografisches Informationssystem, is de blauwdruk voor het opbouwen van geografische bestanden in Duits land. In het ATKis-concept wordt onderscheid gemaakt tussen een Digitales Landesmodel (dlm) en een Digitales Kartographisches Model (dkm). Bestandsstructuur en attri buten zijn tot in detail uitgewerkt. Voor de diverse soorten attributen is een objectsoortencatalogus ontwikkeld. De kartografische afbeelding van objecten is beschreven in een signaturencatalogus. Het ATKis-concept staat in feite heel dicht bij de uitgangspunten van tdn. De hoofdlijnen zijn hetzelfde. In Duitsland is het concept theoretisch verder uit gewerkt. Het grote verschil tussen de Duitse en de Nederlandse aan- 13

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 15