A
®4Cji
NGT GEODESIA [CARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
'995-'
te CD
jjjnïjg
i
werkwijze onderworpen is aan een
strakker regime. In het analoge tijdperk
waren alternatieven gemakkelijker
voorhanden. Nu zijn er „work
arounds", dat wil zeggen dat het pro
bleem wordt omzeild. Het beste is er
voor te zorgen dat er niets onvoorziens
gebeurt. Dat bereik je door goed ma
nagement; tot op zekere hoogte, want
perfectie is een fictie.
Mijn ervaring is dat een digitaal pro-
duktieproces alleen draait wanneer de
mens, de produktiemedewerker en zijn
chef, anticipeert op de gebeurtenissen
van morgen. De souplesse van de men
selijke geest is vervangen door de rigide
bits van de computer. Ook hoger in de
organisatie is het noodzakelijk vroegtij
dig op ontwikkelingen in te spelen. Het
tijdpad dat nodig is om veranderingen
te realiseren, is langer en gecompli
ceerder geworden. Het tankertje van
vroeger is nu een mammoettanker. Het
beleid moet tijdig op koers worden
gebracht. De eisen aan management
kwaliteiten zijn daarmee toegenomen.
Van kaartgericht naar
bestandsgericht
Kaartgericht denken is gebaseerd op de
normen van de kartografie. De kaartge
bruiker is in staat op grond van percep
tie verbanden te leggen die impliciet in
de kaart aanwezig zijn. De kaartgebrui
ker herkent een wit vlak als weg, zelfs
als bospad wanneer het witte vlak een
groen vlak doorsnijdt. In de legenda zul
je dergelijke informatie vergeefs zoe
ken. Gis-vraagtalen zijn niet in staat
dergelijke relaties te vinden. Impliciete
relaties moeten in bits en bytes expliciet
worden gemaakt. Er ligt nog een inte
ressant wetenschappelijk terrein braak
om de menselijke perceptie door com
putertechnieken te vervangen.
In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat op topografi
sche kaarten de topografie ondergeschikt is aan de kartogra
fie. Neem bijvoorbeeld bermsloten. De kaartlezer treft ze
niet aan. Bermsloten worden namelijk afgebeeld als wegcon-
touren. Zo bestaan er meer voorbeelden van „kartografische
kaarten". Aan een bestand wordt de eis gesteld dat een topo
grafisch element wordt opgeslagen met attribuutgegevens.
De overgang naar bestandsgericht denken hebben de topo-
grafen bij tdn heel treffend meegemaakt. Topografen sporen
de veranderingen in de topografie op. Daartoe interpreteren
zij luchtfoto's en trekken ze het veld in. Zij zijn gewend de
nieuwe topografie in te tekenen op luchtfoto's. Dit gedeelte
van de werkzaamheden is onveranderd gebleven. Toch gaan
ze anders om met hun werk.
Elk object wordt gecodeerd. Het begin- en eindpunt van een
Fig. 2. (lijn)element moet worden aangegeven. Elk vlak moet ge-
Cultuuromslag: sloten zijn. Tunnels en bruggen zijn kruisingen van objecten
welke knoppen geworden. De topograaf moet zich er tijdens de verkenning
moeten om? rekenschap van geven dat hij ook de aanwijzingen voor de
bestandsopbouw moet noteren.
De topograaf loopt bij de verkenning tegen nog een aspect
van bestandsgericht denken aan. Achteraf de puntjes op de i
zetten, zoals in het analoge proces gebruikelijk was, past niet
meer in het produktieproces. Tijdens het digitaliseren moet
duidelijk zijn wat de topograaf bedoeld heeft. De computer
dwingt hem tot een systematische werkwijze tijdens de
verkenning. De topograaf controleert, in principe net als
vroeger, zijn eigen verkenning met behulp van plots van het
bestand. Het verschil is dat hij nu de digitalisatie controleert
en in veel mindere mate dan voorheen in staat is zijn eigen
werk te completeren. Bestandsgericht denken in plaats van
kaartgericht denken betekent voor de topograaf het inleveren
van een stukje vrijheid terwille van de consistentie van de
bestanden.
Opleiding
Het informaticatijdperk stelt hogere eisen aan de organisatie.
Know how op informaticagebied is een must. De mogelijk
heden van hard- en software bepalen in hoge mate de effecti
viteit van de applicatie, of dat nu een produktieproces is of
een Gis-toepassing. Het inhuren van know how heeft als
nadeel dat bij vertrek van de huurling de kennis weg is. Huur
een nieuw iemand in, en je zult te horen krijgen dat het een
wonder is dat het huidige systeem draait. De aanbeveling zal
zijn de zaak maar eens goed op poten te zetten. Wat doe je
dan als je zelf geen verstand van de materie hebt?
Eigen know how heeft het voordeel van continuïteit. De
kennis gaat niet verloren. Belangrijk is ook mensen in de
organisatie te hebben, die in staat zijn het verband te zien
tussen de bedrijfsapplicatie en informatica. Kennis van beide
(verenigd in individuen) stelt de organisatie in staat om te
anticiperen op toekomstige ontwikkelingen.
De opleiding van kartografen moet vanuit een ander per
spectief worden benaderd. Handmatig vectoriseren is geen
ambacht zoals kartografisch tekenen. Voor een ambacht is
een betrekkelijk lange opleiding nodig om handvaardig
heden eigen te maken. Voor het opbouwen van bestanden is
wiskundig inzicht nodig. Het bedienen van een werkstation
wordt betrekkelijk snel aangeleerd. Ongeacht leeftijd!
De omschakeling van analoog naar digitaal is hoofdzakelijk
van mentale aard. Hiervoor zijn geen cursussen. Ons beleid
is de werknemers duidelijk te maken wat de toepassingen zijn
van de bestanden en waar de gebruikers om vragen. Zo wor
den topografen en kartografen ingezet als standbemanning
15