Bijhouding De civiele wereld als klant 1995-' NGT GEODESIA KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT De structuur van de bestanden wordt met behulp van soft ware gecontroleerd. Meerdere controleplots worden ver vaardigd om een bestand inhoudelijk te controleren. Het gaat hierbij niet om het kaartbeeld, maar om de topologische relaties en de waarden van de attributen. Wanneer deze controles correct worden uitgevoerd èn de parameters van de raster-vector conversie goed zijn ingesteld, is ook het kaart beeld gecontroleerd. Voor de kaartvervaardiging wordt de vectorfile omgezet naar meerdere rasterfiles. De deelfilms voor de kaartseries i 10 ooo en i 25 000 worden uit de rasterfiles vervaardigd. Het kaartschrift wordt om praktische redenen nog analoog vervaardigd. De oude films behoeven slechts te worden ge corrigeerd met de gemuteerde namen. De gecorrigeerde film wordt gescand en samengevoegd met het naar rastervorm omgezette vectorbestand. Hetzelfde geldt voor de hoogte lijnen. Er is weliswaar een hoogtelijnenbestand, afgeleid uit de digitale hoogtekaart, maar voor de kaartvervaardiging is het vooralsnog praktischer uit te gaan van de oude films met hoogtelijnen. De apparatuur en programmatuur voor de bestandsopbouw en kaartvervaardiging zijn afkomstig van Intergraph. De controlesoftware, digitaliseermenu's, ondersteunende soft ware voor het vectoriseren, de afbeelding van kartografische elementen, aanvullende software voor kaartvervaardiging en nog vele andere zaken worden door eigen medewerkers ver vaardigd. Het streven is er overigens wel op gericht om zoveel mogelijk gebruik te maken van commercieel verkrijgbare software. Aangezien de aard van het werk in bepaalde opzichten een vrij uniek karakter draagt, is eigen software-ontwikkeling on ontkoombaar. Enkele jaren geleden is de herzieningscyclus van de topo grafische kaartseries 1 10 000, 1 25 000 en 1 50 000 teruggebracht van 5, 7 en 10 jaar naar 4, 6 en 8 jaar. Het is een reële optie dat, mede onder invloed van de huidige ontwik kelingen binnen de civiele gebruikerswereld, de cyclus van Toriovector teruggaat tot bijvoorbeeld 4 jaar. Een verdere inkorting is mogelijk wanneer daaraan behoefte blijkt te bestaan. Een andere manier om aan de vraag naar een kortere cyclus te voldoen, is de belangrijkste topografie vaker te herzien dan de overige topografie. Zo heeft Defensie tdn belast met de taak om vanaf 1995 een wegenbestand van doorgaande wegen in Nederland jaarlijks bij te houden. De bijhouding zal, zo is de intentie, plaatsvinden in samenwerking met de Advies dienst Verkeer en Vervoer van de Rijkswaterstaat. Een korte cyclus is gebaat bij een snel bijhoudingsproces. De gebruiker heeft weinig profijt van een jaarlijkse actualisering als het produktieproces een jaar in beslag neemt. Voor korte cycli is het daarom raadzaam, nog los van het kostenaspect, tijdrovende bewerkingen als fotogrammetrie en terreinver kenning achterwege te laten. tdn buigt zich nu over het inwinningsproces voor de bij houding na 1997. In principe zijn er vier mogelijkheden: het huidige proces handhaven (het is al een herzienings proces); het inwinnings- en digitalisatieproces combineren wan neer de ontwikkeling in werkstations doorstoot naar draag bare pc's (fig. 5). In dat geval kan de topograaf de mutaties direct in het bestand aanbrengen tijdens de verkenning. Het optekenen van mutaties op luchtfoto's is dan verleden tijd. Het wachten is op een kleine, lichte en vooral robuuste pc met geheugen en grafisch beeldscherm, voldoende om een luchtfoto met resolutie van 25 a 50 micron te herbergen; het huidige proces van voorverken ning vervangen door naverkenning. De verkenning en digitalisatie verval len en worden vervangen door een combinatie van verkenning en digita lisatie met behulp van stereo-werksta tions. Na opbouw van het bestand wordt achteraf middels naverkenning het bestand gecompleteerd met na men, wegclassificatie en andere ge gevens die niet ingewonnen kunnen worden langs fotogrammetrische weg; via samenwerking externe bestanden verwerven (bijvoorbeeld gbkn) voor het muteren van Toriovector. In tegenstelling tot Duitsland of Oos tenrijk is nooit een nationaal forum van de grond gekomen om de specificaties van een landelijke gegevensbank uit te werken, xopiovector wordt bepaald en betaald binnen het kader van de Defensie-opdracht aan tdn. Aanvan kelijk was de taakstelling landkaarten maken, maar sedert enkele jaren is de taakstelling omschreven als „het voor zien van het Ministerie van Defensie van geografische informatie". tdn bevindt zich nu in de volgende fase. TOPiovector is voor een derde van Nederland gereed. Het aantal gebrui kers is sterk groeiende. Nu is het van belang de terugkoppeling van de ge bruiker naar de producent te structu reren. tdn zal als eerste stap daartoe klanten benaderen. Op grond van hun ervaringen kan men dan het produkt optimaliseren. In Nederland is op dit moment een proces gaande om een landsdekkend kernbestand van de grond te tillen. De ravi heeft hierin het voortouw geno men. Het Ministerie van Defensie heeft zich van zijn goede kant laten zien door mee te denken hoe de militaire en civie le belangen kunnen worden gecombi neerd. Dit heeft geresulteerd in een voorstel van Defensie om over te gaan naar een vierjaren cyclus. Als tegenpres tatie wordt van de civiele wereld ver wacht dat ze meebetaalt. Het is een his torische doorbraak wanneer het lukt om een nationaal produkt, financieel afgedekt door alle belanghebbenden, het levenslicht te laten zien. 18

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 20