Rijkswegennet VLNGIS
Marktaanbod
NGT GEODESIA KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
'995-'
Fig. 2.
Het VLN bevat
als beschrijvende
locatiereferentie ook
deze Rotterdamse
straatnamen.
sen. De ongeveer 17 000 km rijks- en
provinciale wegen zijn gehectometreerd
en kregen zo een beschrijvende locatie
referentie; zelfs de hectometrering met
toegevoegde letters op afslagen is op
genomen (ftg. 3). Dat de bijhouding
van deze gegevens geen sinecure is,
bleek extra bij de sanering van het weg-
beheer toen Rijk en provincie meer dan
anders wegen aan elkaar overdroegen
en bijvoorbeeld zelfs dubbele kilo-
metreringen ontstonden. De wens om
statistische informatie over langere pe
rioden te kunnen leveren, maakte het
noodzakelijk dat ook de historie van
het netwerk voor selectie beschikbaar
dient te blijven. Voor het bestands-
onderhoud dienen naast nieuwe edities
van de Topografische Kaarten de ptt-
stratenregisters en kaartmateriaal van
wegbeheerders. Ontbrekende locaties
bij ongevalsregistraties zijn daarbij een
signalering. In het vln zijn 204 000
straten, 603 000 wegvakken, 1 300 000
segmenten en 1100 000 knooppunten
opgeslagen [3] [6] (fig. 4).
In 1988 is door de ravi voorgesteld om
het vln deel te laten uitmaken van een
eventueel uniform basisidentificatiesy
steem ubis [1]. In toenemende mate
wordt het vln door andere overheids
diensten en marktpartijen ingezet voor
bredere doeleinden dan ongevallenregi
stratie en -analyse. Een voorbeeld daar
van is het vastleggen van milieu-aspec
ten door het Ministerie van vrom.
Sinds 1992 wordt ongevalsinformatie
met een gis gepresenteerd, waarbij het
vln uiteraard als ondergrond fungeert
[7] 5)-
Door de (verkeers)modellen- en gis-
explosie ontstonden in de praktijk op
veel plaatsen en ook bij de aw van de
rws extra netwerken met separate bij
houding. Dit is niet altijd efficiënt. Bij
voorbeeld ontstond er een netwerk met
Fig. 3.
Een hectometerpaal
op de rijksgrens
tussen Winterswijk
en Vreden.
Zoals in Duitsland
gebruikelijk zijn
boven de hecto
metrering de
coördinaten op de
paal vermeld.
een selectie van het hoofdwegennet van het Structuurschema
Verkeer Vervoer en een netwerk voor de kwaliteit van de
verkeersafwikkeling. Hèt voorbeeld van de verheffing van
een selectie, een subset uit een moederbestand tot een extra
net, is VLNGis. Met dit mogelijk verwarrend acronym wordt
een bestand aangeduid en wel de gemuteerde rijkswegen
subset uit het vln. Zo werden bijvoorbeeld rekenkundig -
als het ware met een „digitale wegentrekpen" separate
hoofdrijbanen gecreëerd. (Deze lijnverdubbeling is dus
logisch wel, maar geometrisch niet correct.) vlngis wordt
niet alleen bij de producerende aw van de rws zelf benut,
maar werd ook basis voor Gis-applicaties, die onder regie van
de Meetkundige Dienst (md) van de rws werden vervaar
digd voor andere diensten. Het betreft dan „middenschali-
ge" applicaties met managementinformatie voor wegbeheer
waarvoor het door of via de md ingewonnen Rws-bestand
dtb Weg (opvolger van de beheerkaart 1 1000 voor dienst-
kringen) te gedetailleerd is. De kern van deze abstractie-
sprong is dat de eigenlijke weg in dtb Weg uit (verhar-
dings)vlakken bestaat en een baan of weg in vlngis slechts
een lijn is. vlngis wordt niet buiten de rws benut.
De groeimarkt van autonavigatiesystemen leidt tot een ex
plosieve toename van het gebruik van digitale wegenkaarten.
Het opbouwen van eindbestanden voor (ook) dat doel vergt
een specifiek structureren en weergeven [8]. Alleen daarom al
zal deze markt idealiter worden bediend door specifieke leve
ranciers, die ter wille van efficiëntie hun basisinformatie
van nationale karteringsinstituten zullen betrekken. Hun
marktprodukten zijn „verrijkte bestanden".
Tele Atlas bv, leverancier in digitale databanken en egt
(European Geographic Technologies) zijn twee consortia die
zich onder andere op deze markt richten.
Het lijnsegmentenbestand nlnetio van Tele Atlas is jonger
dan de beide Rws-netwerken. In het midden van de jaren
tachtig ontstond de behoefte om afstanden te koppelen aan
geometrie. Er werd begonnen met de opbouw van een digi
taal wegenbestand. Dit initiatief werd in 1986 bekroond met
de toekenning van de Eurekastatus (en dus subsidie). In 1989
was het bestand van Nederland afgerond en kon worden
Fig. 4.
Fragment van
het VLN
(RWS-AW).
23