Welke topografische elementen? p.
Hoe actueel?
Bestandsopbouw
Lijnen
AB06
AB10
28
'995-'
NGTGEODESIA KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
o'
Een antwoord op de vraag welke topografie van belang is in Nieuwe computer-
een digitaal bestand, bleek net als bij de analoge kaart nauw technieken
samen te hangen met het gebruik. Zo zijn bijvoorbeeld voor vervangen het
ecologisch onderzoek alle groenstroken belangrijk, maar analoge gereed-
voor de weergave van de spreiding van bevolkingsgroepen schap.
slechts de bebouwing. Daarnaast bestaat de wens om gege
vens te kunnen koppelen aan de topografie.
Zo is de wens van de stadsdeelonderzoekers bijvoorbeeld om
hun sociaal-economische gegevens te koppelen aan bouw
blokken. Het bouwblok is een veel gebruikt object bij
sociaal-economisch onderzoek. Voor heel Amsterdam is een
bouwblokindeling beschikbaar. Deze is net als de buurt-
indeling een administratieve indeling. Het bouwblok is dus
geen zichtbaar topografisch element in de ruimte; het komt
in de Kaart van Amsterdam i 10 ooo niet voor.
Ieder bouwblok heeft een uniek nummer dat in het gemeen
telijk adressenbestand is terug te vinden (fig. 2). Door middel
van deze identificatie kunnen de stadsdeelonderzoekers hun
gegevensbestanden koppelen.
Een ander object waaraan men gegevens wil koppelen, zijn
wegen; dit ten behoeve van bijvoorbeeld „loopafstanden"-
onderzoeken. Ook wegen komen in de Kaart van Amster
dam 1 10 000 niet voor, de wegen in de kaart zijn de rest
van de witte ondergrond nadat alle overige vlakken zijn
ingekleurd, en zijn dus geen aparte vlakken.
Naast de wens om gegevens aan objecten te kunnen koppe
len, blijft natuurlijk ook de overige topografie belangrijk,
met name voor de oriëntatie in de kaart. Een belangrijke
wens is namelijk dat ook een digitale kaart een herkenbaar
beeld van de stad blijft geven. Een digitale kaart bestaande
uit bijvoorbeeld alleen lijnsegmenten geeft dat herkenbare
beeld niet (fig. 3).
Ten aanzien van de actualiteit van de topografie wordt een
onderscheid gemaakt in objecten die kunnen worden gekop
peld met administratieve gegevens en de overige topografie,
de referentietopografie. Voor deze topgrafie geeft men te
kennen tevreden te zijn met een actualiteit van drie jaar, voor
objecten geldt een actualiteit die gelijk is aan de actualiteit
van de administratieve gegevens, meestal een jaar.
Fig. 2.
Afbeelding van een
bouwblok.
Het gebruikersonderzoek heeft aange
toond dat grote behoefte bestaat aan
kleinschalige digitale topografie, onder
andere voor het gebruik in gis. Omdat
de gebruikstoepassingen nog sterk in
ontwikkeling zijn, is het belangrijk het
digitale topografische bestand qua in
houd, structuur en bijhouding zo flexi
bel mogelijk te organiseren, zodat het
op deze ontwikkelingen kan inspelen.
Met de Kaart van Amsterdam als basis
is een bestand opgebouwd, waarmee
het mogelijk is alle vlakken die in de
kaart voorkomen, te selecteren. Daar
naast worden bouwblokken en lijn
segmenten toegevoegd, die voorzien
worden van een identificatie.
De bestaande gravures hebben als basis
gediend voor de opbouw van het digi
tale bestand. Deze zijn gescand en de
lijnen zijn gedigitaliseerd. Vervolgens is
in ieder vlak een centroïde geplaatst,
waarmee de vlakken gevormd gaan
worden. Onderzocht is of het conver
sieproces volledig automatisch zou
kunnen verlopen. Met name vanwege
de hoge kwaliteit van de aanwezige
gravures, leek dit veelbelovend. Helaas
was deze methode toch onbruikbaar en
is gekozen voor een half automatisch
proces waarbij de operator meer in
vloed op de structuur kan uitoefenen.
De lijnen zijn eerst gescand en daarna
met het programma GeoVec van Inter
graph gevectoriseerd. Vooral vanwege
de hoge kwaliteit van het lijnenwerk
verliep het raster-vector proces moeite
loos.
Ook bij het plaatsen van de centroïden
is dankbaar gebruik gemaakt van de de
gelijke analoge kaartproduktie. Het feit
dat de kaart in tien kleuren wordt ge
drukt, kwam goed van pas. De tien
eindfilms hebben als gids gediend bij
het plaatsen van de centroïden. De
films zijn stuk voor stuk gescand en
onder de gevectoriseerde lijnen gepast.
De rode eindfilm diende als gids voor