NGT GEODESIA KARTOGRAF1SCH TIJDSCHRIF'
maand in Den Haag participeert in de
Joint European Conference on gis!
Nederlander H. J. Festen (Soest)
mocht als conferentievoorzitter de ope
ning verrichten.
Prof. H. Stoewer van de Deutsche
Agentur für Raumfahrtangelegenheiten
gaf in de openingsvoordracht een „spa
tial view" op gis en voorspelde verder
benutten van aardobservatie. Vervol
gens presenteerden ddgi (Duitse ravi)
en eurogi zich keurig.
Aansluitend waren er in het blok ,,GI
in Europe" lezingen van een Japanner
en een Vietnamees. De Tokyo Gas Co
wint het in de nutswereld niet alleen
vanwege de fraaie toponimia op kaart
en scherm, maar boven vele ook in
massaliteit: 37 000 km gasleiding voor
7,5 miljoen klanten. Niet alleen eigen
vestigingen zijn via een wan verbon
den, maar een link met „Road Admini
stration Centers" zorgt zelfs voor een
„society network". (Van elders is mij
niet bekend dat een nutsbedrijf voor
haar storingsmonteurs al on-line is aan
gesloten op een wegengegevensbank.)
Ceeft Japan zo mogelijk een toekomst
beeld voor Europa, de volgende spreker
gaf een ander vergelijk.
T. T. Hoa Binh (vn) constateerde dat
de Europese landen belangrijke verko
pers van Gis-componenten zijn. Over
heden in ontwikkelingslanden kennen
een pc en AutoCAD als maxima. Zelf
schrijft men daar dan hulpprogramma's
bij. De Vietnamees nodigde ook na
mens zijn collega's - uit tot een andere
markt- en prijspolitiek.
Vervolgens waren er veel parallele voor
drachten over technologie, voor de
nutswereld en voor lokale overheden
(onder de laatste noemer ressorteerde
ook de bijdrage van ondergetekende
over Gis-inzet in de sector wegen bij de
Rijkswaterstaat). Van enkele volgt een
impressie.
B. Lauterbach (d) sprak over Gis-ge-
bruik bij het fiatteren van extreme
transporten bij het Hessische Lande-
samt für Strassenbau. Jaarlijks behan
delt men daar 4500 aanvragen voor uit
zonderlijk grote of zware transporten,
grotendeels routine-arbeid. Automati
sering vergt een centrale wegen
gegevensbank met ook tijdelijke gege
vens (bijvoorbeeld beperkingen door
werkzaamheden). Net als elders levert
het intensief gebruik controles van de
gegevensbank op. Het schermbeeld be
vat uiteraard een wegennet in vector-
vorm en een tekstdeel. Sommige auto
matisch gevonden problemen moeten
nog interactief worden getoetst. Voor
dit doel werden ook duizenden grafi
sche documenten als bouwtekeningen
en foto's gescand. Het eigenlijke proces
is een iteratief toetsend routezoeken.
(Het gebruikte rdbms is Oracle en het
Gis-pakket Star-Carto.) In plaats van
met twee personen kan het toetsend
werk nu door één persoon worden ge
daan. Interessant was het beeld dat
werd gegeven van de investeringen ver
sus de afschrijvingsperiode van de ver
schillende componenten van GIS (zie
tabel).
Components
Innovation Cycles
(years)
Costs
Hardware
3-5
5
Software
- 10
15
Data capture
initial 5-20
80
Data usage
>50
S. Hodgson (vs) sprak over het gebruik
van automatische schema's ter ver
rijking van bestaande digitale verzor
gingsnetwerken en systemen. Zeer hel
der beschreef hij daarbij ook de ideale
automatisering: met genoeg geld en
beslist zonder bestaande systemen en
gegevens. Normaal is het tegenover
gestelde het geval en dat levert dus
migratiepaden op...
R. Webb (uk) constateerde dat na de
Gis-introductie op kantoren van nuts
bedrijven de storingsmonteurs nog met
analoge kaarten het terrein worden in
gestuurd. Er bestaat dan onder andere
een risico dat ze die persoonlijk bij
houden en behouden. Southern Water
Services completeerde daarom de elek
tronische „data cycle" door de buiten
dienst te voorzien van een mobiel gis.
Men heeft daarin drie functies: elek
tronische kaarten, schetsfaciliteiten en
formulieren.
U. Neunfinger (d), werkzaam bij sicad
producent Siemens Nixdorf ag, gaf een
verkopersvisie op Gis-trends. Ook hij
zag „integrated off-line use of geo-da-
ta" op laptops in bedrijfsauto's. Hij re
lativeerde de kosten van zijn produkt
fundamenteel door vergelijking met de
kosten van gegevens. Relativerend was
ook voor dit Gis-gehoor dat gis niet do
minant is in „overall-iT-solutions". Hij
ziet verder eindgebruikers programme-
51
'99 5-'
ren met gis en multimedia onder ms-
Windows en verwacht een nog te stan
daardiseren vraagtaal gql. Eén Gis-pak-
ket is volgens deze spreker zelden goed
voor een organisatie. (Wat men nodig
heeft is siCAD/open, sicad/
view en eventueel nog een ander
pakket...) Ook een aparte Gis-afdeling
leek hem niet altijd ideaal. Er is geen
reden Gis-inzet voor het beheer van
verzorgingsnetten te combineren met
Gis-inzet voor marketing. In die zin
kunnen er rationeel geografische ge-
gevenseilanden blijven.
Afsluitend kan worden gesteld dat de
congressen van am/fm/gis op Europees
niveau sterk het karakter van een plat
form dragen. De helft van de deel
nemers (in totaal ruim 200) hield een
lezing of was bij de organisatie be
trokken. Het belangrijkste deel van de
lezingen was niet gericht op academi
sche theorievorming, maar op uitwisse
ling van cis-implementaties in organi
saties. De proceedings tellen bijna 300
pagina's en zijn te koop bij het am/fm-
secretariaat in Basel.
Adri den Boer
NCG/GIS-studiedag DLM/DKM
Op 6 oktober 1994 vond bij de Topo
grafische Dienst in Emmen een studie
dag plaats over de relatie tussen Digitale
Landschaps-Modellen (dlm) en Digi
tale Kartografische Modellen (dkm).
Deze studiedag was georganiseerd door
de Subcommisie gis van de Neder
landse Commissie voor Geodesie
(ncg), in samenwerking met de werk
groep Onderwijs en Onderzoek van
de Nederlandse Vereniging voor Karto-
grafie. Een dertigtal personen uit
wetenschap en praktijk was uitgeno
digd om aan deze bijeenkomst deel te
nemen.
Het onderscheid tussen dlm en dkm
wordt onder meer gemaakt in het^oor
Duitse topografische diensten ontwik
kelde atkis (Amtlich Topographisch-
Kartographisches Informationssystem)
dlm beschrijven daar het terrein, de
topografie, in termen van terreingeo-
metrie en terreinattributen, dit alles in
principe ongeacht de latere grafische
weergave, dkm daarentegen beschrijven
uitsluitend het kaartbeeld als verzame
ling van grafische uitdrukkingsvormen
(symbolen, lijndikten, kleuren en tek
sten). Dit fundamentele onderscheid
werd, vanuit theorie en praktijk, op de
studiedag bediscussieerd.