Naar een objectgerichte GBKN?!
Van basiskaart tot basisbestand via het objectbegrip
Samenwerkingsverband
GBKN
Minimale Norm-GBKN
NGT GEODESIA
1995-2
gis/lis, databases, standardization
gis/lis, gegevensbestanden, standaardisatie
KEYWORDS
TREFWOORDEN
De titel van dit artikel duidt op een ontwikkelingsproces
waarin de Grootschalige Basiskaart van Nederland (gbkn),
of althans het denken over de gbkn, zich thans bevindt.
Het toegevoegde vraagteken geeft aan dat nog tal van
vragen moet worden beantwoord. Maar aan de andere
kant zegt het uitroepteken dat het een proces betreft dat
zich helder begint af te tekenen. Een proces ook waarmee
iedere gebruiker van de gbkn binnen korte of langere tijd
te maken zal krijgen.
Op welke wijze zijn de auteurs bij deze
materie betrokken? Van der Veen
vertegenwoordigt het Kadaster in de
Werkgroep Produktspecificatie gbkn
van het (landelijk) Samenwerkings
verband gbkn. Uitermark is als
projectleider betrokken bij het advies-
en onderzoeksproject in dit kader.
Op 11 november 1992 werd de Raam
overeenkomst Samenwerkingsverband
gbkn ondertekend door vertegenwoor
digers van de „vaste" klantengroepen,
te weten nutsbedrijven, gemeenten en
Kadaster. Inmiddels neemt ook de
Unie van Waterschappen deel in dit
Samenwerkingsverband. De Raam
overeenkomst regelt vooral de organisa
torische en financiële uitgangspunten
bij de vervaardiging, de bijhouding en
het beheer van de gbkn.
Uit artikel 6 van de Raamovereenkomst
blijkt dat partijen nog nadere afspraken
moeten maken over de bij het vervaar
digen van de gbkn te hanteren stan
daardisatie. Deze nadere afspraken be
treffen de inhoud van de gbkn, de
structuur van de gegevens en de kwali
teit. Vooral de zogeheten Minimale
ir. J. B. van der
Veen
en ir. H. T.
Uitermark,
beiden werkzaam
bij het Geodetisch
Adviesbureau van
het Kadaster te
Apeldoorn.
Norm-GBKN (via fotogrammetrische inwinning) zou in dit
opzicht nader moeten worden gespecificeerd. Wat bedoelen
we nu precies met die „Minimale Norm-GBKN"?
Om daarover helderheid te verschaffen, is onder de vlag van
het Samenwerkingsverband gbkn een Werkgroep Produkt
specificatie gbkn gevormd. Hierin is elk van de deelnemers
van het Samenwerkingsverband vertegenwoordigd. De
Werkgroep houdt zich, kort geformuleerd, bezig met de
volgende vragen, en is daarmee in een afrondend stadium:
welke inhoud dient de Minimale Norm-GBKN te bevatten;
welke kwaliteitseisen moeten gelden;
hoe wordt de inhoud van de gbkn, of delen daarvan, uit
gewisseld;
wat betekent dit voor de reeds bestaande GBKN-voorraad.
Verder gelden voor de Werkgroep als uitgangspunten:
de inhoud van de Minimale Norm-GBKN, zoals deze is
gedefinieerd in Noord-Holland, is maatgevend;
de GBKN-inhoud moet bij voorkeur in conceptueel-
logische zin op een objectgerichte wijze worden ge
specificeerd.
Dit artikel gaat over de objectgerichtheid. Als inleiding hier
op vermelden we nog dat de Werkgroep bij haar werkzaam
heden te maken heeft met een aantal ontwikkelingen of ge
geven omstandigheden in de naaste omgeving van de gbkn:
de bestaande gbkn. Deze is in grote delen van Nederland
opgebouwd als bestand van lijnen, punten, teksten en
symbolen;
de toenemende wens van (meerdere) gebruikers om de
gbkn meer objectgericht te definiëren en ook te maken,
zodat de geometrie van de gbkn beter aansluit bij wat de
gbkn aan inhoud biedt;
het inmiddels verschenen „Terreinmodel Vastgoed" van
de ravi, of zoals de ondertitel van dit RAVi-rapport [1]
luidt: „Een algemene classificatie voor gegevens over de
aan het aardoppervlak gerelateerde ruimtelijke objecten".
Dit rapport bevat, zoals de ondertitel aangeeft, een nieuwe
classificatie van (onder meer topografische) vastgoedobjec
ten en wel in de vorm van de ontwerpnorm nen 3610;
83