■995-2.
NGT GEODESIA
Steekproef van 300
metingen
Oppervlakte
in hectare
Aantal
lasermetingen
Standaard
afwijking in
centimeters
Gemiddelde
dichtheid van de
terreinpunten
(in m2)
Totaal
12,6
15013
12.5
2,9 2,9
Kruidenvegetatie
1,0
1153
12.0
2,8 2,8
Naaldbos
2,2
1904
14.0
3,4 3,4
Open vegetatie
6,2
7591
4.9
2,8 2,8
Loofbos
1.4
1293
16.0
3,2 3,2
Laag struweel
1,8
3072
11.5
2,4 2,4
Toepassingsmogelijkheden vliegtuig-
laserscanning
De waterleidingbedrijven Gemeentewaterleidingen Am
sterdam en pwn Waterleidingbedrijf Noord-Holland zien
verscheidene toepassingsmogelijkheden voor digitale ter
reinmodellen. Bij herinrichtingsprojecten kan met behulp
van het dtm een berekening van de hoeveelheid grond
verzet worden gemaakt. Het vervaardigen van kaarten
met een nauwkeurige reliëfweergave voor oriëntatie in het
terrein is een volgende toepassing. De hoogtegegevens
worden verder gebruikt bij het hydrologisch modelonder
zoek in het duingebied. In het kader van oecohydrolo-
gisch onderzoek wordt het effect van de waterwinning in
de duinen op de flora en fauna bestudeerd. De waterstand
beneden maaiveld speelt hierbij een belangrijke rol. Met
het gis waarmee de waterleidingbedrijven werken, kan de
maaiveldhoogte worden gecombineerd met de vegetatie-
kaart en de diepte van het grondwater. Via deze integratie
ontstaat een nauwkeurig beeld van de ontwikkelings
mogelijkheden van de natuurlijke duinvegetatie, terwijl
in hydrologisch opzicht een veel betere bepaling van de
verdamping mogelijk is. Met het dtm is de huidige
terreinvorm nauwkeurig vastgelegd. Het kan als basis
dienen voor de analyse van de effecten van verstuivings-
beheer of als basis voor de monitoring van spontane ver
anderingen in duinreliëf. Ook kan nu een gedetailleerde
studie worden gemaakt van de geomorfologische patro
nen in de duinen, zoals valleien en duinruggen. Daarbij
is onderzoek naar de samenhang van plantensoorten of
vegetaties met de geomorfologie mogelijk, bijvoorbeeld
de relatie tussen vegetatietype en expositie van duin
hellingen.
Tabel 2.
Resultaten
kwaliteitscontrole
PWN.
Tabel 3.
Resultaten
kwaliteitscontrole
GWA.
Steekproef van 300
metingen
Oppervlakte
in hectare
Aantal
lasermetingen
Standaard
afwijking in
centimeters
Gemiddelde
dichtheid van de
terreinpunten
(in m2)
Totaal
4,4
3977
14.0
3,6*3,6
Naaldbos
1,0
261
13.4
6,0 6,0
Open
1,0
730
7.4
3,6*3,6
Meidoorn/Berkenbos
0,9
893
11.5
3,2 3,2
Struweel
1,0
539
12.2
4,3*4,3
Duindoorn
0,5
720
14.2
2,5*2,5
Loofbos
1,1
834
19.4
3,7 3,7
teitseisen had de kwaliteitscontrole als
doel inzicht te verschaffen in de reflec
ties van de scanner op verschillende
vegetatietypen en hellingklassen.
Om de kwaliteit van de hoogtemetin
gen van vliegtuig-laserscanning te con
troleren, is het van groot belang een
uniforme en betrouwbare referentie te
kiezen, waarmee de laserprodukten
moeten worden vergeleken. Hiertoe
zijn in elf gebieden in totaal 6oo
hoogtegegevens landmeetkundig opge
nomen. In gebieden met lage en open
vegetatie zijn de metingen met behulp
van (differentiële) gps uitgevoerd, ter
wijl in meer bosrijke gebieden is ge
kozen voor tachymetrische inwinning.
De laserwaarnemingen en de terrestri-
sche metingen zijn onafhankelijk van
elkaar ingewonnen. De locatie van de
lasermetingen komen zodoende in
principe niet precies overeen met de
locatie van de referentiepunten. Hier
door kan een kwaliteitscontrole niet
direct worden uitgevoerd.
Om een verantwoorde kwaliteitscon
trole mogelijk te maken, is het nood
zakelijk dat de hoogtegegevens uit
vliegtuig-laserscanning en landmeet
kunde op exact dezelfde locaties bekend
zijn. Middels interpolatie van de laser
hoogten is de hoogte op elke landmeet
kundig gemeten locatie berekend (fig.
en 3). Als interpolatietechniek is geko
zen voor de Sibson-interpolatie. De
Sibson-aanpak waarborgt een optimaal
gebruik van zowel ligging, ruimtelijke
verspreiding als hoogte van de metin
gen ten opzichte van het te interpoleren
punt. Een beschrijving wordt gegeven
in [2]. Na de uitvoering van de interpo
latie zijn de twee gegevensverzamelin
gen (geïnterpoleerde laserhoogten en de
referentiemetingen) beschikbaar voor
de uitvoering van de kwaliteitscontrole.
Op basis van deze twee gegevensverza
melingen is de standaardafwijking van
de geïnterpoleerde laserhoogtepunten
berekend.
Tabellen 2 en 3 geven de resultaten
van de kwaliteitscontrole weer voor
de afzonderlijke waterleidingbedrijven.
Hierbij is aangenomen dat de stan
daardafwijking voor de landmeetkun
dige opnamen 5 cm bedraagt. De totale
standaardafwijking bij een steekproef
van 300 metingen bedraagt 12,5 cm
(pwn) respectievelijk 14,8 cm (gwa).
Met deze resultaten is voldaan aan de
eis dat de maximale standaardafwijking
15 cm bedraagt. De dichtheid van de ge-
92