ïe-CacftcnJérfcntr-pd- {é-ftutlxn Cn occmlanq De gehaktmolen en het onderwijs 1995-2NGT GEODES1A Het is duidelijk dat er wat moet gebeuren. De bedrijven zijn momenteel allemaal tegen dumpprijzen aan het werk. De discussies in de laatste VNBG-vergaderingen leiden dan ook tot de conclusie dat, om het tij te keren, een afslanking van 20% personeel nodig is. Dat is natuurlijk een hele harde constatering, maar zoiets is nodig om weer een gezonde concurrentie te realiseren. Ik realiseer me dat dat geen positieve boodschap is aan de opleidingen. Maar momenteel hebben we niet zoveel be hoefte aan dezelfde capaciteit. We zijn in ons vakgebied natuurlijk al heel erg lang, heel eng en smal bezig geweest. In een bedrijf - en eigenlijk breder, in een vakgebied als het onze heb je drie soorten mensen nodig: knappe techneuten, die ingewikkelde zaken bedenken en oplossen. Die hebben we echter in ons vak steeds minder nodig, want op technisch gebied is het meeste al bedacht; uitvoerenden, maar ook daarvan hebben we door inzet van allerlei technieken steeds minder mensen nodig; beleidmakers en leidinggevenden, waarbij we vooral be hoefte hebben aan creativiteit en commercialiteit. Deze laatste categorie is in ons vakgebied lange tijd beheerst door rechtlijnigen of coördinaatdenkers. Je kunt in hoofd lijnen twee typen mensen onderscheiden en dat onderscheid zit vaak in het karakter. Je hebt rechtlijnigen of techneuten (1 1 2) en creatievelingen (artiesten en clowns noem ik ze maar). Het beeld van ons vak is natuurlijk behoorlijk rechtlijnig. Dat bepaalt ook in belangrijke mate de instroom in de op leidingen. Juist de rechtlijnigen kiezen geodesie. Die mensen gaan we in de opleidingen dan ook nog eens vertellen dat alles tien keer gecontroleerd moet worden en zo halen we de laatste stukjes creativiteit eruit. Als we dat onder ogen zien, Tekst: Paul van Vliet kalligrafie: Ernst de Vries. We moeten zorgen dat ons vakgebied interessant is voor creatievelingen die we geodetisch scholen. ...Zorgen dat er mensen met een ander karakter instromen... moeten we ook niet verbaasd zijn dat we een eng en smal vakgebied hebben gecreëerd. Als we nu in het geodetisch vakgebied concluderen dat er te weinig managers uit de studierichting komen, betekent dit dat je de instroom moet veranderen, dat er mensen met andere karakter eigenschappen moeten binnenkomen. Meer artiesten en clowns dus. Want als je dat niet doet, verandert er niets. Als je steeds maar maïs in een gehaktmolen blijft gooien en door blijft malen, zal er toch nooit gehakt uit komen. Het ligt meer aan de instroom dan aan de opleidingen. We moeten zorgen dat ons vakgebied interessant is voor crea tievelingen die we geodetisch scholen. De combinatie van karakters is vaak een sleutel tot succes, kijk naar de broers Philips en Van Doorne (daf). Zo is het ook belangrijk om als ma nager binnen een bedrijf je eigen tekortkomingen te kennen en die door de mensen om je heen te laten op vullen. Dan voeg je daadwerkelijk iets toe aan elkaar. Geodeten kennen een behoorlijke monocultuur en dan is het niet vreemd dat het vak niet verbreedt. 98

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 26