'995~2
NGT GEODESIA
Meten en navigeren
De meet- en navigatie-instrumenten vonden we in de
Openbare Bibliotheek, dichtbij het dorpsplein. Er was een
geweldig kostbare verzameling van instrumentarium bij
eengebracht. Het duurste exemplaar was niet eens het
grootste: een astronomische ring uit de zestiende eeuw. Die
kost meer dan een miljoen bf, vertelde de bewakende dame.
Van de andere instrumenten was geen prijs bekend.
Er was een fraaie verzameling octanten, sextanten en
kwadranten van rond 1800, mooie grote koperen water
pasinstrumenten en ook hele kleine zakexemplaartjes, als
mede theodolieten voor verticale- of horizontale hoekmeting
of beide (en dan hadden ze twee lenzen), sommige waren
zelfs voorzien van een olielampje bij de afleesmicroscoop.
Er was ook een half-Hollandse cirkel (niet bekend is of de
andere helft soms Belgisch was). De uitstalling werd ge
completeerd door pantometers, goniometers, equères en een
astrolabium.
De wanden van de expositieruimte, waarin ook het
Mercatorsecretariaat is gevestigd, hingen vol met schilde
rijen, oorkonden en drukwerken die allemaal betrekking
hadden op Mercator, alsmede wat educatieve apparaten
waarmee de omloop van de hemellichamen duidelijk kon
worden gemaakt.
Glorie van Leuven
Omdat Leuven bekend staat als oorsprong van de Neder
landse kartografie, werd hier de meest uitgebreide en kost
bare expositie ingericht. De atlassen- en kaartenverzameling
die in de Predikherenkerk was samengebracht, was uniek.
Nog nimmer zijn zoveel unieke en complete werken uit
bibliotheken, musea en particuliere verzamelingen samen
gebracht en tentoongesteld. Interessant was de koppeling
met de geschiedkundige feiten en personen die in schilde
rijen en tekeningen zichtbaar was gemaakt. Wandelend door
de expositie kreeg men alzo een beeld hoe vanaf Karei v tot
en met de tijd van Willem 1 de geschiedenis zich ontwikkelde
en welke rol de kaarten daarbij speelden. Opmerkelijk is
daarin vooral dat, hoewel de oorspronkelijke xvii provinciën
(België, Luxemburg en Nederland) via een samenhang van
vu provinciën tenslotte werd gereduceerd tot de huidige drie
verschillende landen, de kaarten zeer trouw de zeventien pro
vincies bleven afbeelden tot ver na de tachtigjarige oorlog.
De kerk was in twaalf geschiedkundige vakken verdeeld. Het
begint omstreeks 1500 met enkele handgetekende kaartjes die
verre van compleet waren. Dan het tijdperk van 1520 - i55°>
de oorsprong van de kartografie, samenvallend met de re-
geertijd van Karei v. Het driemanschap Gerardus Mercator,
Jacobus a Daventria en Gemma Frisius hield zich aan de
universiteit van Leuven bezig met onderzoek naar methoden
van opmeting en kaartvervaardiging. Door de opmetingen
van Jacob van Deventer ontstond een complete kaart van de
xvii provinciën.
Het derde tijdperk werd de bloeiperiode van Antwerpen
genoemd (1555 -1585). Het was de periode van politieke con
flicten: Karei v deed afstand van de troon, de opstand tegen
Philips 11 brak uit en Nederland werd gesplitst in een noor
delijk en een zuidelijk deel. Uit deze periode zien we de
wandkaarten van Ortelius en van Gerard de Jode. Ook lag er
de grote atlas van Christiaan 's Grooten (vervaardigd in op
dracht van Koning Philips 11) en de grote atlas van Mercator.
Gevangentoren. In de vierde periode (1585 - 1609) ver
plaatst de kartografie zich na de val van
Antwerpen naar Amsterdam, waar
Hondius en Blaeu met elkaar wedijver
den om de fraaiste produkten en beste
opdrachten. Meerdere exemplaren van
de elfdelige Blaeu-atlas waren te zien en
van Hondius trok de grote wandkaart
met de scheepsmodellen de meeste aan
dacht.
In het vijfde tijdperk, het Twaalfjarig
Bestand (1609 - 1621) kwam Prins
Maurits in beeld. De republiek der vu
provincies ontstond, maar merkwaar
digerwijze zijn in deze periode de mooi
ste kaarten gemaakt van de xvii pro
vinciën. We zien hier twee kaarten van
Kaerius, evenals twee exemplaren van
Blaeu, getiteld „Nieuwe en waarachtige
beschrijvinghe der zeventien provin
ciën'. De enige kaart van de vu pro
vinciën uit die tijd werd vervaardigd
door een nieuwe ster aan het firma
ment: Claes Janszoon Visscher.
Vanaf het einde van het bestand tot aan
de vrede van Minister (1648) zijn kaar
ten en atlassen van Verbiest aanwezig.
102