„Wat is waar?" of:
De geodesie als ruimtelijk-informatieve
wetenschap
Een samenvatting van het Nationaal Geodetisch Plan 1995
Uitgangspunten en
werkwijze van de SC
Huidige situatie
NGT GEODESIA
'995-2
education, background, future
onderwijs, achtergrond, toekomst
KEYWORDS
TREFWOORDEN
Op 13 december 1994 heeft de Subcommissie Nationaal
Geodetisch Plan (ngp) verslag uitgebracht aan de
Nederlandse Commissie voor Geodesie (ncg) en deze
commissie heeft het gepresenteerde plan tot het hare
gemaakt.
De subcommissie (sc) was op 8 december 1992 door de
ncg ingesteld met als leden prof. dr. ir. L. Aardoom,
mr. J. W. J. Besemer, prof. ir. R. Groot en ir. M. J. Olie
rook, allen op persoonlijke titel. Opdracht was om binnen
één jaar te voorspellen „waar de geodesie naartoe gaat en
wat de geodesie zou moeten doen om in de toekomst een
belangrijke en duidelijk identificeerbare rol te blijven
spelen".
Meer specifiek kreeg de sc op 24 fe
bruari 1993 de taak om een raamwerk te
leveren, waarin de verwachte en ge
wenste ontwikkeling van de geodesie in
Nederland voor de jaren na 2000 staat
beschreven, met bijzondere aandacht
daarbij voor de driehoeksrelatie tussen
praktijk, onderzoek en onderwijs (zie
ook ngt Geodesia 1993 no. 6, p. 292).
Met haar presentatie van het plan op
13 december 1994 had de sc de haar ge
stelde termijn dus ruimschoots over
schreden, maar dat de opstelling van
het plan meer dan twintig vergade
ringen heeft gevergd, onderstreept de
zorgvuldigheid waarmee de sc tewerk is
gegaan.
De volledige tekst van het plan zal in de
loop van februari 1995 worden gepu
bliceerd. Dit artikel is een samenvatting
van het ngp op hoofdpunten.
De sc heeft haar opdracht dadelijk ver
taald in twee vraagstellingen:
wat wordt de toekomstige missie van
de geodesie;
prof dr. ir.
L. Aardoom
voorzitter van de
Subcommissie
Nationaal
Geodetisch Plan
van de
Nederlandse
Commissie voor
Geodesie.
hoe scheppen we de voorwaarden om die missie te kunnen
uitvoeren.
De sc heeft zich ook dadelijk de volgende uitgangspunten
gesteld:
de beoefening van de geodesie maakt deel uit van de
samenleving;
de markt is richtingbepalend voor de beoefening en de
ontwikkeling van de geodesie;
de huidige situatie vormt de grondslag waarop de geodesie
voortbouwt;
de geodesie is een specifieke combinatie van kennis en
vaardigheid die op diverse opleidingsniveaus is verworven;
de geodesie is niet uniek in het leveren van produkten en
diensten;
de geodesie moet haar huidige missie verbreden, zonder
haar huidige kerntaken te verwaarlozen.
Op 24 februari 1994 heeft de sc deze uitgangspunten en een
voorlopige uitwerking daarvan mogen voorleggen aan een
„consulterende" vergadering met ongeveer twintig geno
digden uit geodetische en aangrenzende kringen (zie ngt
Geodesia 1994 no. 5, p. 231). Mede gebaseerd op de toetsing
van haar opvattingen die daardoor mogelijk was, heeft de sc
in de maanden daarna het ngp opgesteld.
In de lijn van de gekozen uitgangspunten bestaat de kern van
het eindrapport uit drie delen:
inventariserende beschrijving van de situatie waarin de
geodesie thans verkeert;
beschrijving van de voorziene situatie;
beschrijving van de ontwikkelingen die nodig zijn om de
voorziene situatie te bereiken.
Een terugblik leert hoe de geodesie onder invloed van tech
nische en maatschappelijke ontwikkelingen haar huidige
positie heeft verworven met als beknopte missie: de bepaling
van vorm en indeling van het aardoppervlak in relatie met
het zwaartekrachtsveld. De geodesie heeft een tweesporige
ontwikkeling doorgemaakt. Enerzijds als aardwetenschap,
anderzijds als direct maatschappelijk georiënteerd vak. De
75