NGT GEODESIA '995-2 andere tot uiting in aandachtsvelden als elektronische snelweg en informatie infrastructuur. Na de pauze werd het programma vervolgd met een lezing van de heer A. Wentink, chef van de afdeling Land meten/Vastgoed in de gemeente Al phen aan den Rijn. Hij benadrukte de rol van de afdeling bij de gemeentelijke geo-informatievoorziening. Uit de op somming van belangrijke activiteiten kunnen de volgende feiten worden af geleid: alleen kleinschalige geometrische ge gevens zijn geschikt voor toepassing in een Gis-omgeving; maak de projectontwikkelaar (bouw onderneming) verantwoordelijk voor de uitvoering conform plannen en de juridische overdracht. Opvallend in het betoog was het streven naar regionale samenwerking en dienstverlening. Daarmee zou een niveau kunnen worden bereikt, gelijk waardig aan menig ingenieursbureau! Ondanks de kansen voor een nieuwe markt als gevolg van Gis-ontwikkelin- gen is Wentink voorzichtig. In gis zou men alleen die zaken moeten opnemen, die de basis vormen voor strategisch be leid. Voorzichtigheid troef is het motto, en integreren is lang niet altijd nood zakelijk. De middag werd afgesloten met een bijdrage van mr. B. K. G. H. Hoef nagels. Als directeur van City Disc hield hij een zeer korte inleiding, waar na al snel de beeldschermpresentatie volgde. Datgene wat werd getoond, was zeker verhelderend en innoverend te noemen. Met een goed gevoel voor marketing en een snelle ontwikkeling van een krachtig produkt timmert City Disc aan een nieuwe weg. Simpele, maar zeer effectieve functies bieden de gebruiker veel mogelijkheden voor geo grafische oriëntatie en het bepalen van locaties van bedrijven en instellingen. Voorbeelden zijn: interactief tonen van straatnamen als de cursor in de buurt van een straat komt; selectie op trefwoorden in adverten ties; tonen van meerdere detailniveaus, af hankelijk van het vergroten of ver kleinen van het zoekgebied; bij clustering van geselecteerde objec ten op een klein oppervlak wordt dit ook met een cijfer aangegeven. Door de simpele en effectieve oplos singen wordt ook door niet-geodeten een nieuwe markt aangeboord. Hiervan kunnen wij zeker nog wat leren. Mis schien moeten er dan wel meer geo deten de tijd nemen om naar dit soort studiemiddagen te komen. Deze bij drage vormde wat mij betreft een fraaie afsluiting van een leerzame middag. Marc van de Ven Bijeenkomst Comité de Liaison des Géomètres-experts Européens Het Comité de Liaison des Géomètres- experts (clge) kwam bijeen in Parijs op 3 en 4 november 1994. Het clge heeft vertegenwoordigers van alle EU- en EFTA-landen. Namens Nederland na men deel Paul van der Molen, Jean Rie- mersma en ondergetekende. Doelstellingen De doelstellingen van het clge staan verwoord in de statuten en de pré-am- bule hierop. Volgens de pré-ambule dient de clge de belangen van de totale geodetische beroepsgroep binnen de lidstaten van de Europese Unie te be hartigen naar de Europese Commissie en andere Europese organisaties. Meer concreet krijgt de belangenbehartiging door de clge als volgt vorm: promotie van de noodzaak tot effi ciëntie, kwaliteit en ethiek in de geo detische dienstverlening; inzichten en behoeften van de geode tische beroepsgroep onder de aan dacht van de Europese Commissie en andere Europese organisaties bren gen; waarborging van een hoge oplei dingsgraad en voortdurende profes sionele ontwikkeling binnen de bij de clge aangesloten landen; definiëring en promotie van de pro fessionele verantwoordelijkheid van de geodetische beroepsgroep; promotie van de activiteiten en dien sten van geodeten; verbetering van de maatschappelijke en economische betekenis van de geodetische beroepsgroep in de Euro pese gemeenschap. Dit alles moet culmineren in de volgen de, in artikel 2 van de statuten geformu leerde, doeleinden: in het algemeen: vergemakkelijking van de uitwisseling van ervaring en informatie tussen professioneel ge kwalificeerde personen in Europa die verantwoordelijk zijn voor de verzor ging van geodetische diensten; meer specifiek: de behartiging van de belangen van het Comité naar de Europese Commissie, het Europese Parlement, de Ministerraad en ande re Europese instellingen, de bevor dering van training, kwalificaties en wederzijdse erkenning van diploma's tussen de lidstaten van de Europese Unie, en promotie van de geodesie. Hoe worden deze verheven doelstellin gen nu omgezet in concrete aties? De clge tracht een aantal hiertoe relevante organisaties te beïnvloeden. Over de acties hiertoe en de resultaten ervan wordt in de vergaderingen van het vol tallige clge gerapporteerd. Er bestaan regelmatige contacten met de volgende organisaties: Europese Commissie; Directoraat-Generaal xm van de Europese Commissie, dat zich bezig houdt met het vrije verkeer van dien sten; SEPLIS (de Europese koepel van vrije beroepen); mesif (de Europese koepel voor de industrie); GATT; fig (met name op het gebied van de promotie van het vakgebied en de kwaliteitswaarborging). Resultaten van de bijeenkomst In zijn verslag van de vorige bijeen komst in Kopenhagen op 22 en 23 april 1994 (ngt Geodesia 1994 no. 6, p. 290) sprak Paul van der Molen de verwach ting uit dat het clge in Parijs officieel zou afzien van zijn streven naar een specifieke richtlijn voor de geodetische beroepsgroep en in plaats daarvan zich zou richten op een afstemming van de beroepsuitoefening binnen de bestaan de regelgeving. Die regelgeving houdt wederkerige erkenning in, gebaseerd op een stelsel van extra opleidingen met examens, dan wel aanvullende stages. Bovengenoemde officiële koerswijzi ging bleek toch nog niet haalbaar, maar wel zijn weer stappen in deze richting gezet. De stromingen die zich in het verleden richtten op een specifieke richtlijn, zijn de geschiktheid van de bestaande regelgeving voor de afstem ming van de beroepsuitoefening gaan inzien. In dit kader is het besluit van het clge tot actualisering van het zoge naamde Allan-Report" van belang. Dit rapport, in opdracht van de clge gemaakt door dr. A. L. Allan, gepensio neerd hoogleraar aan de Universiteit van Londen, geeft een precieze om schrijving van de geodetische opleidin gen op hbo- en academisch niveau (waarop de bestaande richtlijnen in eerste instantie gericht zijn) in de lid- 113

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 41