!99S-z
staten van de Europese Unie en de
EFTA-landen.
Met de beslissing om het Allan-rapport
te actualiseren, is de weg vrijgemaakt
om dit een officiële status te geven: het
kan als basis dienen voor de vaststelling
of, en zo ja welke, aanvullende oplei
dingen c.q. stages nodig zijn voor de
wederzijdse erkenning van alle res
pectievelijke diploma's binnen de lid
staten.
Ons delegatielid Jean Riemersma zal,
naar wij hopen, een grote rol spelen
binnen het Standing Committee (de
nieuwe naam voor het qa Sub-Com-
mittee), dat de voorstellen voor de
procedures voor de erkenning zal voor
bereiden.
Uiteraard zijn protectionistische krach
ten hardnekkig. Het is daarom van het
grootste belang dat deze niet, buiten
het clge om, hun eigen weg gaan, maar
erbinnen met hun collega's in gesprek
blijven. Mede om dit te bewerkstelligen
zijn een Fransman (M. B. Bour) als
nieuwe president, een Engelsman
(J. Stennard) als vice-president en een
nog nader te bepalen Duitser als secre
taris-generaal gekozen, terwijl het secre
tariaat in Zwitserland wordt gevestigd
(bij M. J. L. Horisberger). Zij hebben
de opdracht aanvaard het beleid van het
clge verder voor te bereiden in voor
noemde richting.
De volgende bijeenkomst zal plaatsvin
den op 19 en 20 mei 1995 in Bregenz
(Oostenrijk).
Jos Anneveld
Colloquium van de Belgische
zelfstandige landmeters
Het was groots opgezet en ook de titel
was pakkend: ,,De ruimte in kaart
brengen, een essentiële taak van de land
meter".
Het gewicht van de bijeenkomst op
2 december 1994 werd bepaald door de
keuze van de sprekers: vier voorzitters,
twee ministers, twee professoren, een
advocaat van de Brusselse balie en een
docente aan één van de industriële
hogescholen.
De bijeenkomst was opgehangen aan
de Mercator-vieringen, maar had een
veel diepere intensie: de toekomstkan
sen van de (particuliere) landmeters.
De sprekerskeuze had daar alles mee te
maken, de minister belichtte de ont
wikkelingen van de overheidstaak in de
Voorzitter Van den Borre leidt minister
Kelchtermans in.
ruimtelijke ordening, daaruit volgt wat
dat aan meetwerk zal meebrengen, en
de onderwijsdeskundigen laten hun
licht schijnen op de kennis die zij die
landmeters denken bij te brengen in het
licht van die nieuwe taken.
Voor het eerst in de geschiedenis was
de dag georganiseerd voor de leden
van twee verenigingen samen: de bul
(Belgische Unie van Landmeters en
Meetkundigen-Schatters van onroe
rende goederen) en de kfzle (Konink
lijke Federatie der Zelfstandige Land-
meters-Experten).
Voorzitter Van den Borre juichte dit in
zijn openingswoord toe en onderstreep
te het grote belang van samenwerking
in het kader van „het instituut", daar
mee doelend op de wettelijke regelin
gen die worden voorbereid om de parti
culiere landmeter meer bevoegdheden
te geven en de voorkeursregels van de
ambtenaren te beperken (intrekking
van het kb van 1815). De trein van het
instituut is vertrokken, sprak hij, en
kan niet meer worden gestopt.
Voorzitter Van den Boogaerde zei dat
de b.u.l. ook blij was dat de beide ver
enigingen nu de handen ineengedrukt
hebben.
Voorzitter De Zegher ging nog wat
verder en riep op, om vanaf vandaag te
gaan streven naar het samenvoegen van
beide verenigingen tot één federatie van
Belgische landmeters. Verder vond hij
dat het instituut de hefboom moet wor
den naar een betere toekomst van alle
NGT GEODESIA
landmeters, daarmee tevens de ambte
naren de hand toestekend. Als we ons
verdelen, zou dat kunnen betekenen
dat de één het niveau 1 aan zijn neus
voorbij ziet gaan en de ander zijn mooie
titel verliest. De hand in eigen boezem
stekend, merkte hij op dat de Belgische
landmeters zich te weinig presenteren
binnen de Gis-wereld, want daarin ligt
in een groeiend Europa een belangrijke
taak.
Het werd tijd om naar de toekomst
gaan kijken. Minister Theo Kelchter
mans kweet zich uitvoerig en boeiend
van zijn taak om de voordelen en de
kansen van het Structuurplan van
Vlaanderen toe te lichten (en voor
Vlaanderen is één structuurplan vol
doende). Volgens de minister gaat dat
plan in grote lijnen de gehele verdeling
van de Belgische ruimte regelen. Die
ruimte is klein, veel te klein en het aan
tal mensen en instellingen die een be
roep op die ruimte gaan doen, wordt
alsmaar groter. Momenteel worden er
diverse plannen door elkaar gebruikt,
gemeentelijke en gewestelijke plannen,
waarvan vaak wijzigingen worden ge
vraagd. Maar daarvoor ontbreekt een
toetsingskader. De huidige regering
streeft naar een duurzame ruimtelijke
ordening en een toekomstgericht be
heer van de spaarzame ruimte. Binnen
enkele maanden moet het principebe
sluit hierover zijn genomen. Als dit is
gebeurd, zal een structuurplan worden
uitgewerkt. Hoofddoelstelling is het
creëren van een eenvoudig, kort, door
zichtig en rechtszeker vergunningenbe
leid. In Vlaanderen is slechts 27 are per
inwoner beschikbaar (opgemeten door
landmeters, dus niet te betwisten vol
gens de minister). Er zal meer ruimte
nodig zijn voor woningbouw, landelijk
gebied (natuur, landbouw, bosbouw),
de Antwerpse haven moet groeien en
dat brengt uitbreiding mee van infra
structuur waaronder de Hoge Snelheids
Lijn (hsl).
Dit alles betekent dat je ook moet be
zien hoe een tracé over de grens verder
gaat. Rechtgeaarde milieubezorgden
van Vlaanderen moeten evenveel zorg
hebben voor het milieu aan de andere
kant van de grens. Het is dus de hoog
ste tijd een referentiekader te ontwikke
len, waaraan al die uitbreidingen kun
nen worden getoetst, anders wordt het
een chaos en kweek je ongehoorzame
burgers. Hij vergeleek hierbij de positie
van een burgemeester: „Als ge denkt
dat hij alle klandestien gebouwde dui
venkotten radicaal zal laten opruimen,
114