MARKT ONDERZOEK FUNCTIES ONDERWIJS NGT GEODESIA ■995-z der tijd ook ontwikkeld tot het enige onderzoeksinstituut in Nederland dat de geodesie in haar volle breedte be strijkt. Het toekomstige profiel van de geodesie zal in ons land in zeer belang rijke mate worden bepaald door het onderwijs dat de faculteit nu en in de eerstkomende jaren zal verzorgen. Het op de geschatte behoeften van de markt afgestelde algemene profiel van de toekomstige geodesie biedt in Nederland plaats aan zowel weten schappelijk geschoolde „geometristen" als aan wetenschappelijk opgeleide „geo-informanten". Mits de wo-op- leiding in de geodesie inspeelt op de ontwikkelingen in de markt, zal (naar het oordeel van de sc) de totale werk gelegenheid voor wetenschappelijk op geleide geodeten in Nederland niet verminderen, maar eerder toenemen. Daartegenover staat dat de jaarlijkse studenteninstroom bij de faculteit de laatste jaren significant een neergaande lijn vertoont. Om in de toekomst te kunnen voorzien in de behoefte aan wetenschappelijk opgeleide geodeten voor de beide beroepsoriëntaties, zal de geconstateerde neergaande trend dus in een opwaartse moeten worden omge zet. Als belangrijkste middelen daartoe zijn aan te voeren: aanpassing van de opleiding zodanig, dat deze op wo-niveau overtuigend invulling geeft aan de geometrische en geo-informatische beroepsoriën taties van de geodesie als ruimtelijk- informatieve wetenschap; vergroting van de naamsbekendheid van de geodesie in het kader van de uitgebreide missie, door de plaats van de geodesie temidden van andere fysische en sociale wetenschappen ten dienste van het behoud en van de verbetering van de leefomstandig heden op aarde, nadrukkelijk aan te geven. Suggesties om de wo-opleidingen voor „geometrist" en „geo-informant" da delijk aan de basis van elkaar te schei- Fig. 5. Demarkt"stuurt direct het geodetisch onderzoek en de inhoud van de geodetische functies. Deze laatste be paalt de eind termen van het onderwijs. Op universitair niveau is er een wisselwerking tussen onderwijs en onderzoek. den, moeten worden afgewezen. Behalve om doelmatig heidsredenen zou een splitsing aan de basis van de wo- opleiding ongewenst zijn omdat: aan de basis gescheiden wo-opleidingen voor de beide geodetische beroepsoriëntaties wederzijds een inhoudelijke verarming met zich meebrengt en de beoogde brede in zetbaarheid van beide typen wo-ingenieur onder druk zet; een splitsing aan de basis van de WO-opleiding, de her kenbaarheid en de erkenning van de geodesie als afzonder lijke wetenschapsdiscipline in Nederland in gevaar brengt. Daar het voortbestaan van een universitaire opleiding naar de huidige inzichten afhankelijk is van haar omvang, zou een splitsing aan de basis van de numeriek reeds kleine wo- opleiding in de geodesie een bedreiging vormen voor die opleiding in haar geheel. Om een potentiële dreiging van beëindiging van de wo-opleiding in de geodesie af te wenden, is het dus noodzakelijk dat er daadwerkelijk een overtuigende inhoudelijke samenhang tussen de beide op leidingen wordt gerealiseerd. In het recente verleden hebben zich voor de faculteit diverse opties voor het initiëren van of de deelname in een in op richting zijnde onderzoekschoolvoorgedaan. Daarbij heeft de faculteit zich doorgaans terughoudend opgesteld. Een reden daarvoor was de numeriek kleine omvang van de faculteit, waarvan de eenheid door eenzijdige deelname in één of meer onderzoekscholen zou worden bedreigd. Door substantiële deelname in één of meer onderzoekscholen zou niet alleen de eenheid van de kleine faculteit in gevaar kunnen komen, maar ook het reguliere wo-onderwijs in de geodesie. Hoewel deelname in een onderzoekschool voordelen kan bieden voor het onderzoek en het post-doctorale onderwijs, zal door de faculteit steeds voor ogen moeten worden gehouden dat het reguliere wo in de geodesie daardoor op generlei wijze in het gedrang mag komen. Het geodetisch onderzoek legt voor een belangrijk deel de grondslag voor de mogelijkheden en de marktpositie van de geodesie. Het geodetisch onderzoek is daarom een onmisbaar instrument om gestalte te geven aan het gewenste toekomstbeeld van de geodesie. Voor het on derzoek wordt de markt als direct richtingaangevend gezien (fig- 5). Aan de drie eerder genoemde marktsectoren wordt toe gevoegd een onderzoeksector ten behoeve van de geodetische infrastructuur. Voor elk van de vier aldus gekozen onder zoeksectoren zijn trends aangegeven, die het onderzoek zou moeten volgen. Voor de markt „De aarde als natuurlijk object" worden als trends onderkend: behoefte aan niet op wetenschappelijk gebruik gerichte informatie over de natuurlijke vorm van de aarde; erkenning van de geodesie als leverancier van actuele (eigentijdse) geokinematische informatie. Voor de markt „Inrichting en beheer" zijn als trends te noemen: behoefte aan multifunctionele geo-informatiesystemen en geo-informatie-infrastructuur; vraag naar praktische implementatie van innoverende technieken en methoden; behoefte aan een instrumentarium voor kwaliteitsbeheer sing. 81

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1995 | | pagina 9