Proef Nijeveen... zeker geen lege dop!
Kolom:
1
2
3
4
5
Activiteit
Standaard
Nijeveen
Verschil
Nijeveen
Verschil
GBKN
Variant 0
Standaard
Variant 1
Standaard
variant 0
variant 1
Paspunten
4,75
2,95
1,80
2,95
Fotovlucht
6,00
2,25
3,75
2,25
3,75
Modelvorming
11,40
2,45
8,95
2,45
8,95
Stereokartering
45,60
25,50
20,10
14,50
31,10
Naverkenning
9,25
18,00
9,00
0,25
Totaal
77,00
50,00
27,00
30,00
47,00
ir. K Mulder
ir. T. G. Schut
N. J. M. van
Eekelen
Kostenvergelijking
tussen de standaard
GBKN en GBKN-
Nijeveen.
NB:
kostprijzen zijn
inclusiefoverhead.
kostprijzen
kolom 4 zijn tevens
inclusief kosten
kadastrale kaart.
Naschrift
ir. M. J. P. M. Lemmens
Ik ben blij dat het Nijeveen-verhaal
met bovenstaand commentaar nu af is.
Duidelijk is geworden dat vooral de
reductie van de bestandsinhoud tot
aanzienlijke besparingen heeft geleid.
Het is begrijpelijk dat de auteurs in hun
enthousiasme over de bereikte positieve
Voor variant 0 neemt de halvering van de fotoschaal zo'n 55
a 60% van de besparingen voor zijn rekening; bij variant 1 is
dit aandeel in de besparing ongeveer 33% (zie onderstaande
tabel).
In de discussie rond de alternatieven is de karteergids nog
maals kritisch bekeken. Een eerste uitgangspunt voor de te
karteren vastgoedgegevens is geweest om in en rond het weg-
lichaam de basisinformatie te handhaven en alle verdere de
taillering weg te laten. De gegevensinwinning van deze laat
ste groep vergt redelijk veel tijd en moet daarna ook worden
bijgehouden. Veel efficiënter is het om deze gegevens later
door de gebruiker bij te laten meten, op het moment dat de
ze de gegevens nodig heeft. Een voorbeeld van zo'n détailge
geven zijn de opritten naar huispercelen. Een tweede uit
gangspunt is geweest dat 50 meter buiten het weglichaam
alleen de hoofdstructuur van de topografie wordt geregis
treerd. Reden daarvoor is dat in dat gebied geen nutsleidin-
gen e.d. aanwezig zijn en het opnieuw efficiënter is om de
nodige detaillering bij te meten op het moment en alleen
daar - waar werken worden uitgevoerd. Deze beperking van
de te registreren vastgoedgegevens levert de rest van de
kostenbesparing op.
In de tabel is een overzicht gegeven van de besparingen per
variant, onderverdeeld naar activiteit. Uit de tabel blijkt dat
in de „Nijeveense situatie" variant 0 een besparing geeft van
30% en dat de besparing van variant 1 tot 50% kan op
lopen!
Met dank aan de heer Lemmens. Door zijn reactie komt de
uitkomst van de proef Nijeveen in een helder daglicht te
staan.
resultaten in de eerste ronde enkele essentiële niet-fotogram-
metrische aspecten hebben vergeten te vermelden. Tot welke
misverstanden een onvolledig verhaal echter aanleiding kan
geven, hebben we inmiddels al mogen constateren in het ja
nuarinummer van VI-Matrix. In dat nummer beticht prof.
ir. W. de Vos - directeur-secretaris van het Landelijk Samen
werkingsverband naar aanleiding van de incomplete ver
slaglegging van Proef Nijeveen, de fotogrammeters van grote
slaperigheid. En dat is, zoals blijkt, volledig onterecht.
De reactie van ir. M. J. P. M. Lemmens
in het februarinummer van NGT
Geodesia op het artikel over de proef
Nijeveen in het decembernummer is
een noodzakelijke aanvulling op ons ar
tikel in het decembernummer van het
vorige jaar. Hij legt duidelijk uit waar
om met de huidige technieken hal
vering van de fotoschaal mogelijk is.
Voorts constateert hij met recht, dat al
leen de halvering van de fotoschaal de
beloofde besparingen van 30 tot 50%
niet waarmaken. Hierin was ons artikel
niet volledig. Hier volgt het complete
verhaal.
De besparingen in het proefproject
Nijeveen zijn naar herkomst te splitsen
in tweeën: ten eerste halvering van de
fotoschaal en ten tweede aanpassing
van de karteergids.
Door toepassing van de fotoschaal
1:5000 (was 1:3500) voor bebouwd
gebied en 1 12 000 (was 1 6000) voor
landelijk gebied wordt een aantal be
sparingen direct gerealiseerd:
het aantal paspunten en vliegkilo-
meters wordt gehalveerd en zo ook de
kosten daarvan. Door slechts één
vliegschijf te gebruiken en met GPS
te meten, kan een verdere kosten
verlaging worden gerealiseerd;
het aantal modellen wordt geredu
ceerd tot een kwart van het oor
spronkelijke aantal. De gevolgen
daarvan zijn niet alleen dat de kos
ten voor triangulatie-modelvereffe
ning met 75% worden verlaagd. Als
extra besparing kan worden genoemd
de verlaging van de oriënteringskos-
ten in de fotogrammetrische uitwer-
kingsapparatuur (75%) en het feit
dat in een kleine fotoschaal minder
punten per lijnstring worden aange
meten.
O
OO
1
0°
N/A
153